Veiligheid door belijden.

Wat geeft ons grooter veiligheid: z w ij g e n of b e 1 ij d e 11 ?

Misschien zegt iemand: als het over veiligheid gaat, dan is die vraag niet moeilijk te beantwoorden.

Dan is alleen z w ij g e n een probaat middel. Want belijden brengt ons altijd in coaflicten, ontketent den strijd, roept tegenstand wakker. En, als de bo'ozen de overmacht hebben, kan belijden ons goed en bloed kosten; vel© hauden zullen ons grijpen om ons kwaad te doen. Daarom is het maar geraden, als ge uw leven liefhebt, als ge uw po-sitie niet verliezen, uw werk niet kwijtraken wilt, zon veel en zoo lang mogelijk te z w ij g e n.

'Ga maar stil uw gang. Wees maar een voorbeeld voor anderen in handel en wandel. Het zit hem toch niet in het praten en preeken. Ook door niets te zeggen kunt ge getuigen. En al verzaakt ge dan misschien eenigermate uw roeping, daar staat tegenover dat ge uzelf en uw gezin veilig stelt tegenover het woeden der wereld.

Volgens deze opvatting zal ook de Kerk van Christus goed doen in deze bewogen tijden zoo weinig mogelijk van zich te doen hooren, — haar leden op te wekken in afzondering van de wereld te leven, en zich met haar zoo weinig mogelijk te bemoeien.

Hoe kalmer we ons houden, hoe minder de wereld last van ons heeft, on hoe minder wij van de wereld. Dan hebben we vrede en aangename rust, en kunnen onzen God dienen, vèr van aJ het aardsch gedruisch.

Toch is deze redeneering absoluut verkeerd. Hoe vroom men haar ook aankleede, zij komt neer op schandelijke verzaking van onze heilige roeping om Christus te belijden voor de menschen. Wij hebben een taak voor de wereld. Niet het minst voor de arme, dwaze wereld waar wij nu in leven. Spreek en zwijg niet. Wees niet bevreesd.

En wat de veiligheid betreft voor de geloovigen, en voor de Kerk van Christus, nu, die is er nooit en nergens waar gezwegen, maar alleen en uitsluitend waar beleden en gesproken wordt.

Toen Paulus in Corinthe over al den tegenstand der Joden mismoedig geworden was, ziende ook op het klein getal der bekeerlingen, en de woede der vijanden, is Christus hem in een naéhtgezicht verschenen, en heeft hem opgewekt met alle vrijmoedigheid het evangelie te spreken.

Want Christus was immers mèt hem, wie zou dan tegen hem zijn?

Dat belijden, blijmoedig en vrijmoedig afgelegd tegenover booze vijanden, zou vruchtbaar zijn voor de hoorders, maar tegelijk den prediker veiligheid geven. „Niemand zal de hand aan u leggen om u kwaad te doen".

Natuurlijk, we mogen van do speciale belofte aan Paulus te Corinthe geen generalen regel maken alsof nimmer ©enige prediking, die Christus tot inhoud geeft, daadwerkelijk verzet zou wakker roepen.

Maar wel in dien zin, dat we nooit door verzwijgen van ons geloof ons veilig kunnen stellen, maar alleen door er voor uit t© komen in het midden der wereld.

Al zouden alle menschen ons tegen zijn, wat kan het ons deren zoo Christus vóór ons is?

Met Immanuël zijn we altijd veilig. En Hem te belijden geeft vrede ©n rust. Wie Hem belijden zal voor de menschen, dien zal Hij belijden voor Zijn hemelschen Vader.

In die laatste belijdenis ligt onze eeuwige veiligheid gewaarborgd.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen