GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Nog eens: „De Wilden van Europa”.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Nog eens: „De Wilden van Europa”.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

A. den Doolaard, „De Wilden van Europa". N.V. Em. Querido's Uitg. Mij., Amsterdam.

In den voorzomer heb ik in een vrij uitvoerige artikelenserio gehandeld over de verschillende vormen der nieuwste prozaliteratuur. Daarbij kwami ook aan de orde het journalistieke reisverslag en in dat verband noemde ik het boek van A. dei» Doolaard, „De Wilden van Europa".

Uit den kring der lezers bereikte mij kort daarna het verzoek om nadere inlichting over den inhoud van dat boek, dat, terecht, de aandacht had getrokken. Er was echter niet aanstonds gelegenheid aan dat verzoek te voldoen, en de verschijning van ons blad in zomereditie liet in de daarna volgende weken geen ruimte. Gaarne wil ik thans over dat boek iets meer zeggen.

Ik wees op de figuur van A. den Doolaard als op den echten vitalist, den zwerver vol jeugdig vuur en ongebreidelde leefkracht, die altijd uit is op avontuur.

Avontuur beteekent in de vitalistische sfeer: het onbekende, niet-gezochte, dat wat men beleven kan, als men zonder vast doel en zonder eenige pretentie er op uit trekt. „Reizen met ©en lak^ i koffer en een reiscredietbrief vol nullen met een 1 ; ervoor, is geen kunst ©n_, per slot van rekening een twijfelachtig genot" schrijft den Doolaard, „want op dergelijke luxe-reizen zie je alleen maar luxe-

menschen, die met luxe-stemmen over luxe-land^ schappen spreken". Avontuur-zoeken is dus zwerven en dat is de vitalistische wensch: „met weinig of geen geld veel te beleven"

„Zulke zwerftochten zijn alleen op een sportieve manier te volbrengen... en op die manier ontdekt men, dat Europa een zeer romantisch werelddeel is." ...

Deze laatste aanhaling doet zien, wat er eigenlijk achter die vitalistische zwerfzucht staat, 't Is de begeerte naar romantiek, die, ondanks moderniteit en nieuwe zakelijkheid, nog altijd levend is en krachtig en die in het avontuur, maar dan m\ den boven aangegeven zin, vervulling zoekt. En/ het is nu vooral uit dat oogpunt, dat „De Wilden; van Europa" een merkwaardig boek is: 'tis romantiek van 't begin tot het ©inde, zwervers-romantiek^, sport-romantiek, al klinkt dat paradoxaal, het is zoeken naar het ongekunsteld en ongeschonden levende

Op een bepaald oogenblik ging den Doolaard op stap, met weinig geld ©n nog minder bagage, met als eenig reisprogram den wensch veel te.zien en veel mee te-maken. Zoo zwervend, den kost verdienend als sjouwerman, boerenknecht, steenwerker, lavendelplukker, druivenoogster, trok hij door Frankrijk, de Pyrenaeën, Yoego-Slavië, Maoedoniëj levend van den ©enen 'dag in den anderen. Als hij ergens was uitgekeken, ging hij eenvoudig weg, zonder opzegging van een dienstverband dat toch altijd van weerszijden op loss© schroeven stond en zoolang hij geld had was hij reiziger, of joumalist of belangstellend folklorist. Was het geld weer op, dan streek hij ergens neer, liefst op ©en plaats» waar veel gelegenheids-werkers waren samenge» stroomd — bij den lavendelpluk, den druivenoogst — en zwoegde mee onder laaiende zon of stroomenden regen. Alleen — hij zocht zijn fortuin altijd „opzij van de groote hjnen", onder d© „wilden" van Europa, de ruwe kerels van de wijngaarden en steengroeven, de Slowaaksche boeren, de Macedonische Zigeuners, de Andorra'sche herders, want onder hen hoopte hij de romantiek te vinden, wijl onder hen nog leeft de folklore „als honderden jaren geleden". Schilderachtige costuums, oude gebruiken, typische gewoonten, primitieve genietingen en al dat wat den „beschavenden invloed van jazz, cocktail en limousin©" niet heeft ondergaan, dat trok hem. Met praten en kijken en meedoen leefde hij zich daar in en met enthousiasme was hij lavendelplukker, gast op een Macedonische bruiloft, koeienhoeder in de Provence en toerist in Serajewo. Vriendschap vond hij overal, bij grenswachten en bij bandieten, bij zigeuners en bij boeren en op heel amicalen voet verkeerde hij ondanks gebrekkige conversatie-mogelijkheid met allen, die om een of andere reden zijn avontuurzin wekten.

Van dat alles dan vertelt hij in dit boek: kleurig, zwierig, geestig. Met een vaak verrassend© plastiek beschrijft hij steden en dorpen en in prachtigscherpe beelden teekent hij menschen en verhoudingen. Daarbij illustreert hij zijn relaas met een aantal foto's, „keuze uit honderden...", die „bij gebrek aan een donkere kamer bij nacht en ontij: in een donkere herberg of een slaapzak (werden) gelegd en gespoeld onder dorpspompen, watervallen in de Pyrenaeën en Macedonische hembeken."

Wie dit boek leest, „lyriek, reisverhaal, aardrijkskunde, dramatiek, alles tegelijk", zooals een der recensenten opmerkte, komt wel heel sterk onder de bekoring van dat vitalistisch ideaal, dat in de practijk zooveel genieting schenkt. En het afwisselend zien van kostelijk-primitief feestvertoon in Macedonië, van stierengevecht en lasso-bravour in de Rhónevlakte, van straattooneelen in Skoplje of sneeuwstormen in de Karpathen geeft een friscbbeid, die de lectuur van de ruim 150 bladzijden maakt tot een voortdurend genot.

In dit opzicht is heel illustratief de ontboezeming van den Kroniekschrijver uit de „Rrov. Groninger Courant", den bekenden Herman Poort — wiens overlijdensbericht juist, dezer dagen door de kranten werd gebracht —. Ook, omdat tegelijk op verschillende waarde-elementen wordt gewezen, is het de moeite waard haar te citeeren:

„Ik heb daverend van dit boekje genoten. Ik heb gesidderd van pleizier, getrild van vreugde, toen ik deze fijne, sterke kerel door Bourgondië za^ zwerven, hem in nood arbeider zag worden in eeni steengroeve, hem op een boerderij paarden, vee en dorschmachines zag hanteeren alsof het van jongsaf zijn dagelijksch werk was geweest — en een paar dagen later weer haalt hij ergens anders feeselijk de wijnoogst mee naar binnen of hij slijpt de sikkel om het geurende lavendelkruid mee te snijden. En wat weet hij er aldoor boeiend en geestig an te vertellen. — „Smakelijk", had ik Jbjjna gechreven, maar dit woord is in dit geval veel te makeloos —. Zeker, land en volk vindt ge „weerpiegeld", zooals het heet en zooals het immers ast in het verhaal van een mededeelzaam reiziger, ie goed uit zijn oogen heeft gekeken eai die schrijen kan, maar de spiegel is zoo kleurig en klaar n zoo vol flitsende beweging, dat ge aldoor verast opldjkt en geen moment loskomt van het mmer-wisselend beeld. En veel meer nog. De chrijver is beurtelings (en dikwijls ook tegelijker­

tijd) dichter, dramaturg, ©n ©picus — geheel.het vreemd© leven is in hem neergeslagen en jecondetiseerd en het berst weer naar buiten als "een kleurige, waaierende vuurpluim. Achter deze uiterlijk zoo eenvoudige, soms zelfs schijnbaar luchtige zwerversverhalen brandt een gloed van zeer veelzijdige, sterk© menschelijkheid, menschelijkheid ook met de volle maat van haar romantiek, humor en noodlot. Elk der menschen, die hij ontmoet, ziet hij zoodanig, doorpeilt hij zóó diep en voert hij (al geschiedt het met enicele woorden) zoo duidelijk vóór u, dat ge in hen all© onverwoestbare levenselementen herkent en deze mede-ondergaat, tot zelfs de ironie hunner tragiek..."

Een beoordeeling, die zelf lyrische lofverheffing is!

Bij sommige opmerkingen komt ons wel voor' den geest het nuchtere woord van Greshof, die over dit boek zei dat „bij sommige sterk© stakjes (we) wel eens _(denfcen), dat het op het gladde papier wel wat anders toegaat dan in d© ruwe werkeUjkheid", maar de sensatie van Herman Poort is toch ook de onze: 't lezen van dit boek beteekent inderdaad zeer aanschouwelijk zien.

Dit, wat betreft de nadere inlichting, di© mijn correspondent vroeg. Om werkelijk het kleurige, flitsende, geestige, plastische te doen spreken, zou^ ik citaten moeten geven. Maar die kan hij zelf vinden, als hij het boek ter hand neemt. ïlc ben het eens met een der resencenten — ik geloofi Slauerhoff — dat men dan een aardrijkskunde-lesi krijgt van de bovenste plank.

Wat aangaat den geestelijken achtergrond, dieachter dit boek staat, het vitalisme dus als ideaalj en richting, behoef ik nu niet te herhalen wat ik in de bovengenoemde artikelenserie schreef. Slechts zij gezegd, dat het ook hier zich in zijn wezen openbaart. I)© beschouwingen, die de Schrijver met groote vrijmoedigheid temidden van zijn ervaringen ten beste geeft, beschouwingen over leven en levensgenot, over waarheid en recht eo) orde, zijn puur heidensch, overbruisend van materialistische leefkracht. En in de taal^ al is diei over 't algemeen correct, worden ook niet altijd de grenzen geëerbiedigd, die we gesteld wenschen te zien. Daarom is dit boek niet zonder meer t© aanvaarden en onderschrijven we niet, wat er vanj gezegd is, dat men het „gerust iedereen in handen geven (kan), het in de huiskamer laten liggen, al heeft men kinderen tusschen zes en zestien".

Maar een zeer kenmerkende proeve va; n het soort is het ongetwijfeld en als literair werk heeft het stellig beteekenis. En voor wat ik bedoelde in het verband, waarin ik het indertijd, noemde, is[ het bij uitstek geschikt: om te leeren kennen de moderne vitalistisch© kunst in haar literaire waardij kan men geen beter boek kiezen. ,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 september 1933

De Reformatie | 8 Pagina's

Nog eens: „De Wilden van Europa”.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 september 1933

De Reformatie | 8 Pagina's