GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

BRIEF UIT AMERIKA

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

BRIEF UIT AMERIKA

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Emil Brunner en Otto Piper.

De vorige maal schreef ik dat de nieuwe president te Princeton, Dr John A. Mackay, het Seminarie aldaar tracht Barthiaansch te maken. Dat was natuurlijk in algemeenen zin bedoeld. We namen geen nota van het verschil tusschen Barth en Brunner.

Sedert mijn laatste schrijven echter, heeft Brunner zijn benoeming naar Princeton aangenomen. Dat is, hij komt eerst voor een jaar om te zien of hij het hier in Amerika uit kan houden.

. In „The Presbyterian" van 17 Februari 1938 schriji^t Dr Mackay een artikel over de komst van Brunner te Princeton. Tezamen met Barth, zegt Mackay, heeft Brunner steeds het absolute character der goddelijke openbaring in de Schrift verdedigd, alsook de „godheid van Christus, de voorwerpelijke verzoening en de werkelijkheid der opstanding van Christus uit het graf". En zoo iemand nog bezorgd mocht zijn over de orthodoxie van Brunner, dan mag hij diens eigen woorden hooren uit een persoonlijken brief aan hemzelf geschreven.

In dezen brief verhaalt Brunner iets van zijn ontwikkelingsgeschiedenis als theoloog. Wat hij tien jaar geleden schreef beaamt hij veelszins nu niet meer. Zijn eenige ambitie is, om meer en meer een „Bible theologian" te worden. En als er ©enig verschil mag wezen tusschen Barth en hemzelf, dan is het dat hij in de theologie van Barth leerstukken vindt, die van den Bijbel afwijken. Wat de leer betreft, heeft hij in het minst geen bezwaar de benoeming te Princeton aan te nemen.

Brunner is dus te Princeton benoemd omdat men meent dat hij op reis is naar de gereformeerde theologie. Men had dat zoo uit zijn boeken gelezen. En nu komt Brunner het, na de benoemmg, ook zelf nog in een brief bevestigen. Daarmee is alles ja in orde!

Intusschen is er van een werkelijke verandering bij Brunner nog weinig te bemerken. Zelfs in den brief waarin hij van zijn verandering meldt, wordt •\'an het onderscheid tusschen het Woord Gods en de „aardsche, tijdelijke vaten die het dragen", gesproken. Het is nog maar kort geleden dat hij in „Our Faith" den bijbel vergeleek bij een phonograaf. Door middel van den phonograaf hoort gij des „Meesters Stem". Maar wordt niet boos, omdat gij uit dien phonograaf ook minder aangename geluiden hoort. Dat zit hem in het instrument. Zoo ook moet gij wel onderscheiden tusschen het Woord Gods dat door den Bijbel tot u spreekt en het geluid der woorden zelf. Al wat menschelijk is heeft gebreken.

Doch ik zal nu verder over Brunner niet meer schrijven. Ik meen dat zijn theologie in Nederland wel bekend is. De lezers van „De Reformatie" begrijpen wel, dat Princeton, als Brunner straks komt, weer een groote stap verder van het gereformeerde spoor is afgeweken.

Verleden herfst kwam Otto Piper te Princeton. Dr Hodge, die jarenlang de dogmatiek te Princeton heeft onderwezen, overleed in het voorjaar. Dr Piper neemt nu voor het schooljaar 1937—1938 zijn plaats in.

Brunner wordt, als hij meer dan een jaar blijft, de permanente opvolger van Hodge. Er bestaat echter groote kans dat Piper ook zal blijven en dan wel als Nieuw-Testamenticus.

Als we nu maar even de werken van Piper opslaan, merken we al dra dat ook van hem niet veel verwacht mag worden voor het onderwijs in de gereformeerde leer. Hij vertelt ons zelfs, dat hij niets liever zou zien dan het verdwijnen van alle confessioneele geschillen onder Protestanten. Hij heeft zelfs geen traditioneele voorliefde voor de gereformeerde leer en zede; hij is immers Lulhersch van oorsprong. Dat men zoo iemand te Princeton zou benoemen schijnt weer zóó ongelooflijk dat ik zijn eigen woorden afschrijf: „Nichts würde dem Verfasser mehr freuen, als eine Aufliebung des confessionnellen Gegensatzes innerhalb des Protestantismus. Bei allem Bemühen des Verfassers, an diesem Werke mitzuarbeiten, blieb ihm gleichwohl die lutherische Grundhaltung seiner Stellung nicht verborgen." (Die Grundlagen der evangelischen Ethik I, p. XXIII).

We hebben hier dus niet slechts met onverschilligheid aangaande de gereformeerde leer te doen, maar met een uitgesproken doel om alle belijdenisschriften van het protestantsche erf te bannen. Zulks werkt natuurlijk weer het program van „church-union" in de hand.

Dr Mackay zelf was een leider te Oxford. Hij vertelt ons in het bovengenoemd artikel van Brunner met genoegen het volgende: „He was one of the very outstanding figures at the World Conference which met at Oxford last summer, and played a leading part in drafting the message of that Conference". En nu komt Piper daarbij om dat goede werk met kracht te steunen.

En het is nu ook wel duidelijk dat het te Princeton niet langer bij een verdoezelen van confessioneele geschillen in het orthodox Protestantisme blijft. Er is reeds jaren lang een dulden van de modernisten geweest. En ook op dit spoor gaat men steeds verder door. In 1929 werden twee onderteekenaars van de modernistische „Auburn Affirmation" aan het curatorium der school benoemd. Nu is Dr William Robertson Farmer, een onderteekenaar dier „Affirmation", „Visiting Professor of Homiletics".

Dat de theologie van Piper ook met dezen broederen stroom zal meegaan, blijkt wel uit wat hij zegt over Schleiermacher, den vader der moderne theologie. De lijn der zuivere orthodoxie trekt hij onmiddellijk van Luther naar Schleiermacher. Schleiermacher heeft eigenlijk de protestantsche kerken van het oude statische waarheidsbegrip verlost. Zijn eigen woorden zijn op dit punt zóó sprekend, dat ik niet mag nalaten ze door te geven:

„Mit der Abhangigkeitstheorie hat Schleiermacher der evangelischen Theologie den Anschluss an Luther wieder ermöglicht; er hat darüber hinaus durch seine Berücksichtigung der Individualitat des Glaubenden, der geschichtlichen Bedingtheit der Glaubenserkenntniss und der konstitutiven Bedeutung der Glaubensgemeinschaft für die Glaubenserkenntniss der Theologie den Weg gezeigt, aus den Widerspruchen des orthodoxen Wahrheilsbegriffes herauszufinden". (Gottes Wahrheit und die Wahrheit der Kirche, p. 57).

Door dit dynamisch karakter der waarheid, meent Piper, kan men nu veel beter dan voorheen met andersdenkenden omgaan. Als men een statisch waarheidsbegrip heeft, meent men de waarheid in pacht te hebben. Maar met een dynamisch waarheidsbegrip erkent men eigen grenzen en het goed recht van anderen er anders over te denken. Men moet dan ook niemand zoeken te verketteren. De orthodoxen moeten de liberalen niet zoeken te verdringen en de liberalen moeten de orthodoxen niet zoeken te verdringen. Niet een groep representeert de geheele kerk. Hij zegt: „Deshalb kann unser Ziel nie sein, eine bestimmte Richtung innerhalb der Kirche oder der Theologie zum Siege zu führen. Es ist weder notwendig, die Gemeindeorthodoxie durch den Liberalismus zu ersetzen, noch umgekehrt". (Vom Machtwillen der Kirche, p. 34).

We zien dus den ontwikkelingsgang te Princeton in zijn geheel zoo ongeveer als 't volgt. Men heeft vooreerst een subjectief uitgangspunt in de theologie ingevoerd. Hierop volgde een onverschilligheid aangaande hel geschil tusschen gereformeerden en arminianen. En hierop volgde weer onverschilligheid aangaande het geschil tusschen modernen en orthodoxen. Er wordt steeds meer water in de soep gedaan. Toch blijft de advertentie steeds dezelfde. En het groote publiek koopt maar door.

Het ware beter als Gereformeerden de feiten van dit ontbindingsproces te Princeton eens nuchter gingen bekijken, in plaats van ze zooveel mogelijk zoeken te verbloemen. Het heil van tallooze menschen staat er mee op 't spel.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 maart 1938

De Reformatie | 8 Pagina's

BRIEF UIT AMERIKA

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 maart 1938

De Reformatie | 8 Pagina's