GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

UIT DE SCHRIFT

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

UIT DE SCHRIFT

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Eer u Filippus riep zag ik u. Joti. 1:49.

Nakomers?

Wij verbeelden ons vaak zooveel, bij onzen arbeid voor het koninkrijk Gods. Want wij hebben den fleren moed te beginnen.

En juist dat beginnen is zoo moeilijk. De eerste spade in den grond steken. Hot initiatief nemen. Den eersten aanval wagen. Het eerste woord spreken. De eerste christelijke liefdedaad doen. Een weg banen, waarop we zielen kunnen zoeken.

Dat alles is pionierswerk. En dat doen wij ! Tenminste, dat denken wij wel. Doch, als we het denken, dan zijn wij herauten die uitgaan voor ons eigen schaduwbeeld, en niet voor den I^Loning, die rijdt op het Woord der waarheid.

Want het is zoo héél anders! , Wij zijn, in zekeren zin, altijd maar nakomers.

Als we werkelijk contact vinden, dan heeft onze God al eerst contact gemaakt, en de harten bereid. Dan is ons zoeken een bewijs dat Christus reeds gevonden heeft, en dat er zielen bereid zijn, om te wachten op de blijde tijding, die wij brengen.

Jezus zegt tot Nathanaël^ als deze, schjjnbaar gegrepen door de prediking van Filippus, tot hem komt: eer u Filippus riep, zag He u.

Wat was er dus eerst geweest? : het roepen van Filippus of het zien van Jezus?

Het laatste was het eerste.

Jezus had Nalhanaël gezien, voordat Filippus kwam.

Dat zien van Jezus is natuurlijk niet slechts geweest een schouwen met het oog Zijner alwetendheid, maar een verkiezend en ontfermend aanzien, met de milde oogen Zijner liefde. Nathanaël wist dal nicl, maar dal zien van Jezus, dal bracht licht in zijn duisternis, en opende zijn hart voor de waarheid. In dal zien van Jezus begon het initiatief Gods lot uitvoering van de gedachten des vredes, die Hij van eeuwigheid over dezen mensch had gehad.

Wie daar evenmin van wist, dat was Filippus. Deze was zelf een gloednieuw discipel van Jezus. Maar hij had reeds verstaan, dat elk discipel een propagandist moet zijn. Wie gevonden heeft, moet terstond gaan zoeken. Hij zal wel overwogen hebben tot wien hij zich het eerst zou richten. Toen acht hij aan zijn vriend, den oprechten zoeker alhanaël. En hij spoedde zich naar diens huis. Dal was z ij n initiatief. Zoo kon hij beginnen. Bij Nalhanaël was nog niemand geweest. Deze weg was versch; daar stonden nog geen andere voetstappen op van Messiasvinders. Hier was hij de eerste. En laler zou hij altijd kunnen zeggen: met Nathanaël ben ik begonnen! Maar hoor, als hij' straks snel zijn eersten oogst inzamelt, en zijn vriend tot Christus leidt, dan hoort hij dat het anders is. Hij was niet de eerste geweest. Eer hij Nathanaël riep, had Christus dezen gezien. En niet zijn roepen, maar het zien van Jezus was beslissend geweest. Dus was hij maar een nakomeling? Neen, toch niet! Want nakomelingen zijn lelaat. En Filippus kwam juist op lijd. Hij had niet eer kunnen komen. Want als Jezus Nalhanaël niet had gezien onder diens vijgeboom, dan hadden al de warme propagandawoorden van Filippus niets gebaat. Nu begi'eep hij pas dat hij zoo spoedig• contact kreeg; er was al contact gemaakt, door Christxis, die zeggen kon: eer u Filippus riep, zag Ik u. Was dan dat roepen van Filippus overbodig? Allerminst! Het was juist noodig, omdat Jezus gezien had. Toen Zijn zegenende oogen Filippus aangezien hadden, heeft Zijn onzichtbare hand Filippus' gang gericlit en diens mond ontsloten. Filippus was geen nakomeling, maar volgeling. Hij zette zijn treden in hel spoor van zijn Meester. Maar de eer van hel éérste-zijn, die kwam aan Jezus toe.

Zoo is het nu ook, als wij zielen zoeken, in de prediking, door hel persoonlijk getuigenis, in de zonding, in de evangelisatie, in den dienst der barmhartigheid. Als wij ons initiatief nemen. Als wij de Filippus-propaganda ter hand nemen. Dan zal het blijken, als wij aansluiting vinden, dat niet wij de eersten zijn, die deze zielen zoeken, maar dat wij in plaats van baanbrekers volgelingen zijn. Christus is er geweest eer wij er komen. Ilij heeft die zielen reeds gevonden eer wij ze zochten. Daarom kunnen wij prediken en volharden. Want niet onze zoekende liefde laat het ijs smelten, maar de Zijne. Wat een troost en een moed geeft dat. Om te beginnen en vol te houden, in het geloof dat Christus al voor ons uitgegaan is, en den weg bereid heeft in hel hart. Dan zien we soms zoo duidelijk dat op den weg, dien wij meenden nog onbetreden te zijn, reeds voetstappen staan van den Heiland die ons zond, zoodat wij zeggen mogen: ik zet mijn treden in Uw spoor.

Dus toch nakomers? Neen, volgelingen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 januari 1940

De Reformatie | 8 Pagina's

UIT DE SCHRIFT

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 januari 1940

De Reformatie | 8 Pagina's