GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

DE VERBORGENHIED IN DE VERHARDING VAN ISRAËL.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DE VERBORGENHIED IN DE VERHARDING VAN ISRAËL.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Want ik wil niet, broeders! dat u deze verborgenheid onbekend zij (opdat gij niet wijs zijt bij u zelf), dat de verharding voor een deel over Israël gekomen is, totdat de volheid der heidenen zal ingegaan zijn; en alzoo zal geheel Israël zalig worden. Rom. 11 : 25, 26a.

Daar is in de „Oude Kerk" wrijving tusschen de geloovigen-uit-de-Joden, en de Christenen-uit-de-heidenen. Deze laatsten zijn geneigd, zichzelf op de borst te slaan, en zich boven „die Joodsche Christenen" te verheffen: wij zijn toch eigenlijk de 18-karaats-kerkledeni; die Joodsche geloovigen zijn maar 14-karaats! Natuurlijk, ze zijn broeders — maar de „fine-fleur" van de gemeente vormen w ij toch, die eertijds heidenen waren.

Tegen deze zelfverheffing waarschuwt Paulus ernstig. Want God heeft Zijn oude Bondsvolk niet verstooten, al heeft dit „en masse" Zijn Christus, en dus het heil verworpen.

Vergeet niet (zoo betoogt de Apostel, in wiens hart ondoofbare liefde gloeit voor zijn volk), vergeet niet, dat Israël de edele olijf is, en dat gij, Christenenvan-heidensche-origine, den wilden olijfboom vormt. Weest daar maar ootmoedig onder!

Want het staat nu zoo: van dien edelen olijf zijn eenige der takken uitgebroken, .maar de stam, de wortel is gebleven. En gij, „heiden-Christenen", die tot den wilden olijf behoort, zijt in' den edelen ingeplant — aldus hebt gij deel gekregen aan den wortel, waaruit de vettigheid van den olijfboom voortkomt. Hun val werd wel üw rijkdom, maar Gods vrije genade entte u in. Verheft u er dus maar niet op, dat gij Christenen-uit-de-heidenen zijt, en die, Hebreër, naast u zittend, maar een geloovige-uit-de-Joden. Bedenkt liever, dat — waar God de oorspronkelijke takken niet spaarde — Hij het ü zeker niet zal doen, indien ge uit het geloof mocht uitvallen. Israël blijft Gods volk. Nóg houdt de HEERE den geheelen dag Zijn' handen uitgestr«kt naar dat weerspannig volk. En Hij is machtig, ook den Jood (die een loot uit den oorspronkelijken stam is) weer terug te enten op zijn aiouden boom.

Let op de beeldspraak, en zegt niet: die Paulus was toch geen vakman, een echt stadsmensch: wie ent nu een wilde loot in een edelen stam? Dat weet Paulus ook wel, want hij zegt, dat de „heiden-Christenen" tegen nature in den goeden olijfboom worden ingeënt (vs 24).

Let op de strekking van het beeld, en luistert toe: ik maak unu de verb or genheid bekend, die eerst in Gods Raad was toegedekt, doch mij geopenbaard is geworden, zegt de Apostel met nadruk.

" Die „verborgenheid" raakt Gods raadsplan, het verband in Zijn Raad» tusschen Israël en de volken, die Zijn Verbondsgeheimen moesten missen.

De gang van Gods genade in de historie zal zóó zijn: de verharding is' maar voor een deel over Israël gekomen, totdat de volheid der heidenen zal zijn ingegaan. God hééft dus Zijn volk niet absoluut verstooten: eens zal er bij Israël een verandering komen in günstigen zin.

Dit „voor een deel" slaat (zoo zegt prof. Greijdanus in zijn Commentaar op Romeinen) zoowel, op den omvang als op den tijd.

God heeft een tijd bepaald. De limiet van dien tijd wordt gevormd door het feit, dat de v o 1 h e i d der heidenen ingaat.

„En alzoo zal geheel Israël zalig worden", jubelt Paulus.

Houd nu het verband vast: denk aan het beeld van den edelen olijf. De boom wordt behouden, hoeveel takken en bladeren en twijgen er ook uitgebroken worden, en door wilde enten (heidenen) vervangen. En nu komt dit woord midden in de practijk van het leven te staan.

Want het geeft ons doorkijk in de wereldhistorie. Als wij vandaag de ontwikkeling van het wereldgebeuren toetsen aan dit woord, wordt het alles zeer actueel.

Wij letten dan immers op het probleem, waarvoor het Joodsche volk de wereld stelt. En we zien daar met beving van, dat God de natuurlijke takken niet spaart: het bloed van den Gekruisigde i s over hen en hun kinderen gekomen....

Maar wij letten ook op de ontwikkeling der kerkhistorie. En we zien, met beving, een Kerk, die al meer onkerkelijk wordt, de gehoorzaamheid aan het Woord alléén verwerpt, en den greep op de massa (ondanks alle psychologische hulpmiddelen) kwijtraakt. Is de , , volheid der heidenen" misschien dicht bij? En wordt dat de oplossing voor de Joodsche kwestie ?

Déze verborgenheid is ons intusschen ontdekt, dat de Heere Christus met grooten ernst toeziet op de Vr ij making Zijner Kerk, hier in Nederland, en op Java en op Soemba — maar niet minder op wat er met Palestina gebeurt, en met het-in-verhardinglevende-oude Bondsvolk.

Want die verharding is maar „voor een deel". Laat ons toezien: de deformatie der Kerk én de „histoirecontemporaine" van de Joden zijn beide teekenen van Christus' wederkomst. Wordt het kort dag?

O, God spaarde de natuurlijke takken niet — ziet toe, dat Hij ook mogelijk u niet spare. En blijft ia Gods goedertierenheid, anderszins zult gij ook afgehouwen worden.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 22 november 1947

De Reformatie | 8 Pagina's

DE VERBORGENHIED IN DE VERHARDING VAN ISRAËL.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 22 november 1947

De Reformatie | 8 Pagina's