GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

ZELFKWELLING

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

ZELFKWELLING

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Waarmede zal ik den Heere tegenkomen^ ? Zal ik mijn eerstgeborene geven ? Micha 6 : 6, 7.

De profeet Micha spreekt over den twist, dien de He^re met zijn volk heeft. En«hij hoort de vraag stellen: hoe een mensch den vertoornden God kan Gontenteeren ? Zal iemand Soms zioh de kwelling aandoen, dat hjj zijn eerstgeborene, zijn toekomst, zijn naam-prijs geeft, om den toorn te bezweren?

Kan men door zelfkwelling God voldoen?

Daar staat de eeuwenoude vraag: want óók vóór, en ook na Micha, ja, sedert vele eeuwen „leeft" het vraagstuk, of soms zelfkwellihg satisfactie wezen kan?

tie wezen kan? Wij voor ons vinden de vraag (want wij zijn allemaal knappe theologen) vrij onbeholpen. Nu ze is dat ook. Ze is zelfs — zooals Micha straks in vs 8 gaat zeggen — eeh goddelooze vraag. Alleen maar, we weten één excuus: ook in dezen zitten we — geUjk in meer theologische vragen — verlegen met een woordgebruik, dat verwarring sticht, omdat we uit roomsche woordenboeken termen overnamen, die we halverwege vullen met niet-roomschen inhoud. De roomsche kerk immers heeft de satisfactie gezien als een onderdeel der boete. En de boete van den „biechteling", daar heeft de roomsche kerk zeer uitgebreide rechtsregelen voor vastgesteld. In de roomsche leer van het poenitentie-sacrament^) is de sacramenteele satisfactie (optredende na belijdenis en berouw) een betaling (of compensatie!) van tijdelijke straf, die verschuldigd was; die „satisfactie" bestaat dan in goede werken en ook in poenale werken; in het trio van „vasten, gebeden, aalmoezen" kunnen natuurlijk allerlei methodische zelfkwellingen worden saamgevat. Dit'alles is ons contrabande; maar het heeft tooh eeuwen lang gegolden als hoogste wijsheid, en werkt dus na, ook in ons taalgevoel en woordgebruik.

Te begrijpen is hèt» daarom, dat zulk een gedurende vele eeuwen ingeburgerde, maar wel zeer vervlakkende aanwending van het begrip „satisfactie" ook na de Reformatie haar kwade gevolgen had. Kwade gevolgen, — want men verstaat, dat met satisfactie aan de goddelijke gerechtigheid in de forensische rechtvaardigstelling van den zondaar in Gods eeuwig en reëel gericht zulke poenitentie-thandelingen niets te maken hebben.

Vandaar, dat wij er aanstonds bij zijn, om de vraag of men door zelfkwelling kan „betalen", onbeholpen te noemen. Irriteerend is daarbij trouwens, dat men de „betaling" alleen maar als een zaak van 1 ij d e n en van pij n aanmerkt; maar ze is toch primair: positieve en vreugdevolle gehoorzaamheid aan Gods wet.

En juist daar ZEÜI de kern moeten liggen van onze afwijzing van de zelfkwelling als satisfactie-poging.

Zelfkwelling, als acte van den tijdelijken mensch, is imm.ers, t-eeds zóó gezien, een tegenover God juist brutaal stuk. Wie geeft den mensch het recht, de kracht te breken, die God gebruiken wil, de leden te beschadigen, die permanent onder een servituut liggen: ze moeten Gode „wapenen der gerechtigheid" immers zijn?

In al zulk vlak geredeneer wordt niet bedacht, dat wij, zoolang de zonde in ons woont, de werkelijke satisfactie in principe weigë.ren zoover • de zonde betreft. Men heeft steeds weer getracht, de a a n s t o o t e 1 ij 'k h e i d van het woord „plaatsbekleeding" weg te nemen, door haar tot iets „a 1-g e m e e n s" te maken, ja zelfs tot een kategori e^). Men zegt dan: als de menschen atomistisch worden gezien, als een optelsom van los samenhangende individuen, o zeker, dan ontbreekt de plaatsbekleeding. Maar brengt men de menschheid onder de kategorieën der geheel-heid, zóódat dus elk een 1 i d is van een lichaam, wèl, d a n is plaatsbekleeding — de een treedt voor den ander in — een kategoriaal, een algemeen verschijnsel.

Maar de Schrift leert het ons anders: aarom kan pjaatsbekleeding niet algemeen zijn? Omdat, ZOQ= ver de zonde heerscht, plaat s-v erlating algemeen is. En waar zelfverminking — die n i e t bedoelt te zijn een positieve zelf mobilisatie ter wille van het Rijk der hemelen (Matth. 19:3—12) — ook plaatsver-1 a t i n g beteekent, daar is ze reeds 'om die reden nimmer satisfactie. Ook al, omdat ze eigenmachtig is.

En dus: niet dat ergens iemand zijn eerstgeborene geeft, doch dat God Zelf Zijn Eerstgeborene prijsgeeft, dat alleen kan satisfactie geven. De vika, g, die Micha stelde, ontving haar antwoord in Bethlehem Efrata.


1) Zie onder de overweldigende litteratuur b.v. Ferraris, Prompta Bibliotlieca, canonica, juridica, moralls, theologica (Migne) VI, 423, sqq.

2) Otlunar Spann, Reüglonsphüosophie auf geschichtlicher Gnmdlage, Zurich, 1947. S. 354/5.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 22 januari 1949

De Reformatie | 8 Pagina's

ZELFKWELLING

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 22 januari 1949

De Reformatie | 8 Pagina's