GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Beuijs gevorderd; geen „rala” gesproken.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Beuijs gevorderd; geen „rala” gesproken.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Heb Ik kwaad gesproken, zoo betuig van het kwade (bewijs, dat het kwaad is), en indien recht, waarom slaat gij Mü? Joh. 18 : 23.

In de kerkelijke rechtszaal heeft, waar een priester als Annas bij stond, een assistent den Heiland een oorvijg toegediend.

Let nu op, wat Deze den knecht van Annas heeft te zeggen. Hij zegt niet: raka" (Matth. 5 : 22), leeghoofd, want zoo'n argumerTtloos'en nietconclusie-nemend schimpwoord zonder bewijsvoering ware een „alapa", een oorvijg, een kaakslag van wie er pas een incasseerde. Neen: ij spreekt: roeder, waarom onttrekt ge u aan den kerkelijken plicht tot geestelijke dia-crise, waarom bedient gij het ambt der geloovigen niet, de Schriften openende, zij het ook ten ongenoege van uw Eli-conformen biechtvader? Zou ik u „raka", nietsnut noemen? Maar Jesaja heeft gezegd: ls de offioieele oogen van de kerk, de zieners, de profeten, de Annassen, niet meer zien,

dan zal de Heere de oogen der „raka's", der idioten (ambteloozen) doen zien (Jes. 29 : 10, 18). Betuig toch, toets dan, wees in den verbondsnaam ernstig: et is óók uw officium.

Neen, de Christus zegt niet: raka", want die man is nóg zijn „broeder", — 't Pinksterfeest zal dat veranderen, a'.iicht, maar dat komt niet, vóórdat Christus oorvijgen heeft geïncasseerd zonder ze terug te geven. Welnu, zijn broeders (Matth. 5 : 22) mag men geen „raka" toebijten. Een rabbijn (R. Jochanan) zei eens verwijtend tot zijn leerlingen: ls gij niet ziet, dan gelooft gij niet; en toen schold hij: raka", ezels! Ook Christus kan zóó verwijten, maar Hij spreekt zijn Thomas straks toch heel anders aan (Joh. 20 : 27). Een prinses-van-den-bloede werd eens door haar manvan-lage-kom-af gecommandeerd, als ware zij een slavin-van-hem; toen sputterde ze tegen: aka: e hebt een koningsdochter voor je! Nu, hier staat een piccolo van een verlepten aristocraat te blaffen tegen den Vrijen Zoon des Grooten Konings (Matth. 17 : 25, 26); maar dié schimpt niét: aka. Hij zegt: aarom leest gij de Koningswet niet, om mij te toetsen aan die wet?

Dus neemt Hij 't recht nog niet in eigen hand. Hij zoekt nog Abrahams verwaarloosden zoon, en stimuleert hem tot het ambt van alle geloovigen: scheld niet onverantwoord, doch vloek, óf zegen o n d e r verantwoording van het resultaat van wetsexegese in concreto.

En daarom is dit antwoord van den Christus het eenige, dat den Middelaar betaamt.

Want door aldus te antwoorden op een kaakslagin-het-rechthuis-van-de-kerk, ontkomt hij aan een goddelijk gericht vanwege eigen zonden, en oordeelt Hij den Hoogen Raad ter plaatse waar het hoort: in het eigen huis van dezen Raad. Hij verklaart officieel dien Hoogen Raad schuldig aan het helsche vuur, als hij over dien kaakslag geen boete doet.

Wat het eerste aangaat: Christus zelf heeft eens gezegd in Matth. 5, dat er geen gradaties in de zonde zijn. De joodsche traditie heeft den menschen een costuum-op-maat geleverd: wanneer ge doodslag pleegt, dan moet ge voor de plaatselijke rechtbank u verantwoorden. Maar tevens had die traditie de gevallen-van-zonde-tegen-het-zesde-gebod geclassificeerd. Betreft het een doodslag in-lichten-graad ? Och, dan is 't een zaakje voor 't kantongerecht, gauw-gauw. Wordt het een doodslag-in-zwaarder-graad, tja, dan moet ge wel naar het Sanhedrin voor uw berechting. En, is het doodslag-in-den-hoogsten-graad, ach, dan is de helsche straf er mee gemoeid. Men kan alle zonden, ook die tegen het zesde gebod, indeelen in graden en klassen.

Zoo wijkt de verschrikking van de hel: want als de casuïstiek den duimstok aanlegt, om den misstap en den zondaar zelf te rubriceeren, klasse A, klasse B, klasse C, dan onttrekt ze aan het bondsvolk de • adembenemende prediking, dat er in de zonde geen klassen zijn; alle zonde heeft in zichzelf het helsche vuur als antwoord verdiend: ze kan vergeven óf gehouden worden, maar niet in klassen en rubrieken ingedeeld. Wie daarom „raka" zegt, en dan volgens de traditie valt onder de lichtste gevallen (want wie schudt nooit zijn kop? en wie haalt nooit zijn schouders op? ) die is, indien zijn toorn zich lucht geeft in een scheldpartijtje zonder verantwoording aan de wet, en dus zonder dienst des Woords te plegen, reeds ipso facto, een „zwaar geval": hij moet zich verantwoorden. En kan het Sanhedrin er buiten blijven? Of — het helsche vuur? Weineen, al blijft het maar bij schelden, oorvijgen, ruwe woorden, zonder dat tusschen de broeders-van-eenzelfde-bondsgemeenschap wetmatig wordt betuigd van het kwade, dan is ook dadelijk alle wetsapparatuur er bij betrokken: Sanhedrin, helsche verdoemenis.

Dit was Christus' eigen onderricht geweest.

Had Jezus Christus nu dien man-met-al-te-rappehand toegesist: raka, dwaas, zot, idioot, en daarmee zich van hem ontdaan, dan ware Hij uit zijn eigen mond geoordeeld: schuldig aan het helsche vuur. Een vreemde Borg zou dat geweest zijn: Hij had dan moeten wedergeven, wat Hijzelf geroofd had.

Maar nu, wat dan het tweede aangaat: u Hij géén raka-zotskap-scheldwoord werpt in antwoord op dien klap, doch den man-in-'t-rechthuis (als drager van het ambt der geloovigen, o mirakel!) ernstig neemt, hem en zijn daad, en zegt: etuig, en spreek daarna een oordeel, dat aan het Woord geconformeerd is, wel, nu treedt Hij op in het huis van de convocatiebrievenschrijvers van het Sanhedrin en zegt: ndien deze oorvijg niet bestraft wordt, en indien óók de Hooge Raad, het Sanhedrin, tot Mij zal zeggen: aka, maar dan „in kerkelijkén stijl", en Mij veroordeelt zonder - publiek de verantwoording-voor-het-vonnis (van vrijspraak óf veroordeeling!) op de tafel van het bondsvolk Gods te leggen, dan verklaar Ik, die sedert de bergrede nog niét veranderd ben, dit Sanhedrin, en dan als college, schuldig aan het helsche vuur, zélfs als het mij zou loslaten om belangenpolitiek, met hoogstens 'n schimpwoord achterna, een schop, en een oorvijg, en een snauw, dat ik er zóó nog erg genadig afkom. Want dan is er geen kerkeUjke tucht meer in Gods Huis. Zoo treedt de Middelaar in dit antwoord op als Middelaar-van-het-genadeverbond: n dit antwoord legt Hij den grondslag voor de Acte van den Pinksterdag, wanneer zijn windgerucht en vuurtongspreiding zal vallen, niet op den praeses van het Sanhedrin, die dan een offer brengt, als een offer-van-de-dwazen, een raka's-offer (Prediker 4 : 17) d o c h op zijn visschersen-apostelen, die nabij geweest zijn (Pred. 4 : 17) om (Hom) te „hooren". Is 't niet geweldig, dit antwoord? , , Gevat", zegt iem, and? Neen: lléén maar , , gebonden", gebonden aan de wet en daarom bindend. Wat Hij zal binden op dè aarde zal in de hemelen gebonden' zijn (de Pinksterdag zal het verklaren.)


1) - Vgl. H. N. Ridderbos, De strekking der bergrede, Kampen, 1936, 160.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 3 december 1949

De Reformatie | 8 Pagina's

Beuijs gevorderd; geen „rala” gesproken.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 3 december 1949

De Reformatie | 8 Pagina's