GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De kerk in de waarheid geheiligd

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De kerk in de waarheid geheiligd

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Heilig ze in Uw waarheid; Uw Woord is de waarheid. Gelijkerwijs Gij Mij gezonden hebt in de wereld, alzoo heb Ik hen ook in de wereld gezonden. En Ik heilig Mijzelf voor hen, opdat ook zij geheiligd mogen zijn in waarheid. Johannes 17 : 17—19.

(III)

De grond van de verhooring van Christus' gebed om de heiliging van Zijn Kerk in de waarheid ligt tenslotte uitgedrukt in de woorden van vers 19: „En Ik heilig Mijzelf voor hen, opdat zij geheiligd mogen zijn in waarheid".

Heeft Hij eertijds publiek verklaard, dat de Vader Hem geheiligd en in de wereld gezonden had (10, 36), thans spreekt Hij 't voor het oor des Vaders uit, dat ook H ij zei f, als Zoon des Vaders, Zichzelfin-het-vléésch heiligt, heiligt in de waarheid, om welke getuigenis te geven Hij in de wereld gekomen was . (18, 37).

Hij wijdt Zich in dien dienst der waarheid aan den Vader toe als Zijn Knecht. En gelijk Hij den Satan reeds bij den aanvang van Zijn ambtelijk optreden in de woestijn weerstaan en overwonnen had met geen Einder wapen dan Gods Woord, en Hij zoo in de waarheid staande was gebleven, zoo ook zal Hij nu, waar het gaat om een strijd op leven en dood, Z ij n vastheid kiezen en bewaren in Gjods Woord als de waarheid.

En dat maar niet, opdat Hij de Zijnen van schuld en straf bevrijden zou en voor hen 't eeuwige leven verwerven — Gode zij dank! Dat óók! — maar opdat Hij hen ook op hun beurt mocht heiligen in de waarheid.

hen ook op hun beurt mocht heiligen in de waarheid. En zoo heeft onze Heere Christus als onze eenige Hoogepriester Zichzelf Gode onstraffeUjk opgeofferd. Zoo heeft Hij de waarheid getuigenis gegeven, zoov/el voor het Sanhedrin als voor Pilatus, al wist Hij, dat de haat der wereld Hem deswege aan den vloekdood prijsgeven zou.

En tot in de hel der Godverlatenheid toe heeft Hij Zijn vastheid gevonden in Gods Woord als de waarheid, toen Hij Zich vastklemde aan het Woord, door David eenmaal profetisch van Hèm gesproken: „Mijn God, mijn God, waarom hebt Gij mij verlaten? " (Ps. 22, - 2). Zijn vastheid! Heeft Hij immers met dat Godswoord als het zwaard des Geestes de macht der hel verslagen en het licht uit de duisternis te voorschijn

geroepen. Zoodat Hij straks ook het hoofd buigen kan en den laatsten adem geven met het Woord der Schrift in Psalm 31: „Vader, in Uwe handen beveel Ik Mijn

geest". Wij zullen nu, zoo vaak wij oefenen de heerlijke gedachtenis van den bitteren offerdood van onzen gezegenden Middelaar, nimmer vergeten, dat H ij' Zich tot dat offer geheiligd heeft, opdat ook Zijn Kerk geheiligd mocht zijn in waarheid. En zoovelen wij Zijn offer ook voor ons aanvaarden, belijden wij daarmede te behooren en te willen behooren bij de Kerk, die van God, den Vader, op Christus' voorbede en op grond van Zijn volbrachte Zelfheiliging, geheiligd is en wordt in Gods Woord als de waarheid. Belijden wij, dat het Woord des HEEREN, dat wij in de Schrift bezitten mogen, onze eenige vastheid is, de eenige grond, waarop wij ons leven bouwen willen. Dat wij God dienen willen in heel ons leven in onvoorwaardelijke onderwerping aan dat Woord alleen. Dat wij ons daarnaar reformeeren vsdllen, hoe langer hoe meer, in al ons denken, begeeren, spreken, doen en laten, in al onze verbanden en verhoudingen. Dat wij in die reformatie, die altijd voortgang hebben moet, onszelf iden HEERE tot een levend dankoffer willen wijden, ook al brengt dat voor ons mee in deze wereld het isolement.

Als gij dat niet wilt, lezer(-es), houd het u gezegd door den mond der waarheid, dat gij geen levend lid zijt van de Kerk, ook al staat uw naam in haar registers ingeschreven. Want Christus Jezus heeft Zichzelf tot Zijn Zelfofferande geheiligd, opdat ook Zijn Kerk geheiligd zou zijn in waarheid.

Daartoe heeft. Hij Zijn gebed opgezonden tot den Vader. En wij hebben Zijn betuiging voor de ooren Gods, dat de Vader Hem altijd hoort. En niet alleen Zijn betuiging dienaangaande in vernedering, maar ook het b e w ij s van die verhooring in de uitstorting van den Heiligen Geest op Pinksteren door Hem als den verheerlijkten Heer, van dien Geest, welke de Kerk in alle waarheid leidt.

dien Geest, welke de Kerk in alle waarheid leidt. Gun u dan geen rust alvorens gij aangaande die eene, in Gods Woord als de waarheid geheiligde. Kerk van heeler harte belijden moogt: „waarvan ik een levend lidmaat ben, en — door Gods genade! — eeuwig blijven zal".

- J. GROEN.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 27 mei 1950

De Reformatie | 8 Pagina's

De kerk in de waarheid geheiligd

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 27 mei 1950

De Reformatie | 8 Pagina's