GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Van mensch en dier

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Van mensch en dier

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Jo van Dorp-Ypma: „Miet vaa Dijk". Bosch & Keuning N.V., Baam.

Dit nieuwe boek van Jo Ypma is geen streekroman, al speelt het verhaal zich af op het platteland en is het in dialect geschreven. Evenmin is het een kinderbiografie, zelfs geen psychologische roman. Wat het dan wel is? Een heel mooi boek, met een zeer bijzonder thema, dat, voor zoover ik weet, in geen enkelen roman nog behandeld is.

De schrijfster is door en door bekend met het milieu, dat zij toekent, het land om Haastrecht. Zij ient de mensohen, zij spreekt hun taal, zij weet van hun gewoonten alles af, zij heeft hun materieele nooden leeren kennen en hun, vaak zeer ongezonde, geestelijke „ligging" in zekeren zin weten te waardeeren. Want deze menschen, die zoo dicht bij de natuur leven, lezen beter dan stadsmenschen dat schoone boek „in hetwelk aUe schepselen, groote en kleine, gelijk als letteren zijn, die ons de onzienlijke dingen Gods geven te aanschouwen". Alle schepselen, dat is, menschen en dieren. Zij verstaan dikwijls ook beter dan anderen dat Maarder en volkomener middel, om < 3od te leeren kennen, het heilig en GoddeUjk Woord, zooals het eerste artikel onzer belijdenis die beide noemt. En toch zien we zoo dikwijls, dat een valsche mystiek deze kennis berooft van de zekerheid des geloofs.

Ook hierover spreekt dit boek, aangrijpend ernstig en niets ontziend eerlijk, maar nooit door haat gedreven. Als men Klaas GeneuchUjk, die zoo ontzettend veel leed bracht in den kring van Miet, stelt naast „broeder Benjamin" uit Sara Burgerhart, zal dit duideUjk in het oog springen. De dames Wolff-Deken ontmaskeren een goddeloozen huichelaar, Jo Ypma geeselt het puur menschelijk beschikken over_ het eeuwig wel of wee, maar laat zelf het eindoordeel over aan een barmhartig God.

Hoewel deze mystieke gesteldheid een groote plaats inneemt in het boek, toch is zij er niet het thema van. Eerder dient zij alleen, om te scherper te doen uitkomen het vreemdsoortige in het karakter van Miet. Want ook zij is eigenaardig en haar „afwijking" heeft eenige overeenkomst met die van Klaas, ondanks het overigens groote verschil tusschen het „natuurlijke" en het „geestelijke" type.

Klaas moét niets hebben van de beesten, hij stelt aUeen belang in en beschikt zelfs over de zielen van menschen. Miet echter heeft bijna evenveel liefde voor den mensch als voor het dier. Beide zijn ze voor haar schepselen van God, gevallen in Gods toom en het beest deelt daarbij in^ de straf van den mensch. Dit geeft Miet een zekere verantwoordelijkheid tegenover het arme dier, het schepsel dat zucht en hjdt om den mensch. Zij gevoelt het ook als haar taak, dat Mjden te helpen verzachten, evengoed als dat der arme menschen. Zoo gevoelt zij als het ware een geestelijken band tusschen mensch en dier. (Zag BUderdijk die niet, nog sterker, tusschen engel en dier, als hij de dieren teekent als belichaming van berouwvolle, gevallen engelen? ).

En hier komen we aan het thema van dit bijzondere boek: de wonderbare gave, die enkele menschen bezitten, om door woord of gebaar helpend en genezend te kunnen optreden tegenover het dier. Miet bezit deze gave, die ook als een soort magneticisme, op menschen kan worden toegepast, maar toch in minder sterke mate dan op het dier. Deze gave is verbonden aan het „met den hehn geboren zijn" en in zekeren zin erf^Hjk. Zij openbaart zich in een groote liefde voor elk dier en in 'nwonderhjke aanhankelijkheid van het dier voor den bezitter van de gave. Deze heeft bovendien nog andere eigenschappen, als het vermogen van vooruitziendheid.

We komen door dit boek dus in aanraking met een soort van parapsychologie, met geheimzinnige Itrachten, die de wetenschap moet erkennen, maar niet kan verklaren. Miet heeft ook dit begrepen, want zij laat den jongen, die als het ware haar gave erft, al is hij niet haar eigen kind, op haar kosten voor veearts studeeren en als bekroning van zijn studie schrijft deze dan een proefschrift over: „Veegeneeskunde en' parapsychologie''.

Men moet nu niet meenen, dat dit boek dus een soort van populair-wetenschappehjke verhandeling Is over een begrip, dat tegenwoordig nogal opgang maakt. Want niets is minder waar. Men komt alleen op zeer natuurlijke wijze met dit geheimzinnig vermogen van Miet in aanraking. Het verhaal is eenvoudig, maar daardoor te meer treffend. De verhouding tusschen Miet en haar vader, die in haar herkent de gave van zijn bijzonderen vader, is buitengewoon innig en wordt nog verdiept, als de moederin hevige twijfelingen sterft. Zij is een der trieste slachtoffers van Klaas Geneuchelijks geloofsbeschouwing. Mede daardoor had zij steeds een afkeer van dieren en kon ze den gemeenzamen omgang van Miet met de dieren niet goed verdragen. Zij hield ook tot haar dood verborgen het schrift van Miets grootvader, waarin hij haar zijn bevindingen ter leering naliet. I

Het eerste deel van het boek is levendig beschreven, vol afwisseling. Het heele wereldje om Haastrecht heen, met zijn lief en leed, krijgt gloed en kleur. Het valt nauwelijks op, dat er meer dan een halve eeuw ligt tusschen ons en die levende boerenmenschen in het boek.

Jo Ypma schrijft hier neer haar eigen liefde voor mensch en dier, die zooveel verwantschap hebben voor hen, wier oogen en hart er voor open staan. Dat geeft warmte aan haar verhaal en het is heelemaal niet opzettelijk, dat de edelste figuren ook tevens de grootste dierenvrienden zijn.

VoortreffeUjk is de beschrijving van de langzame vereenzaming van Miet, van den laster over haar, gegrond in den angst voor de geheimzinnigheid van haar gave, die tenslotte overgaat in bewondering voor de vrouw, wier hart steeds open staat voor het leed van mensch en beest.

Daarmee is het verhaal eigenlijk uit, al zou er een veel dikker boek uit gegroeid zijn, als de schrijfster haar compositie meer gecompliceerd had gemaakt. Nu is het een zeer open verhaal, waaruit de handelende figuren de een na den ander verdwijnen, zoodat Miet tenslotte alleen overblijft. Om haar leven dan aanschouwelijk te maken, worden lange stukken, b.v. over den hond en den jongen otter ingevoegd, die niets nieuws meer aan het beeld toevoegen. Even dreigt er een reeks van wonderdaden te zullen komen, maar de schrijfster weet die gelukkig te beperken tot enkele feiten. In enkele bladzijden wordt dan haar ouderdom beschreven. Zij verdwijnt bijna geruischloos, daar haar gave, nu wetenschappehjk gefundeerd, overgaat op den jongen veearts, haar beschermeling. Daardoor komt het parapsychologische karakter van Miets gave aan het slot wat te opzettelijk naar voren; het overheerscht daar het verhaal zelf.

Ik wees reeds op het godsdienstig element in het boek, de totale afwijzing van het ziekelijk geloofsleven, dat langs onze groote rivieren tiert. Daartegenover stelt de schrijfster het eenvoudig aanvaarden van den bijbel, ook daar, waar hij spreekt van de dieren. Dat de dominee er soms geen raad mee weet, verbaast ons niet. Het is lichter iemand te verguizen om iets wat men zelf mist, zooals enkele vrouwen uit het boek doen, dan die gave op grond van Gods Woord als duivelskunst te veroordeelen. Natuurlijk maakt de schrijfster niet uit, wat de ware opvatting is. Maar dat zij den goddeloozen veearts God laat vinden in Zijn Woord, getroffen als hij werd door Miets geloovig-aanvaarden van de natuur en het leven, is meer dan een eenvoudig bekeeringsverhaaltje.

Jo Ypma heeft ons een goed christelijk boek geschonken, merkwaardig om zfln thema, boeiend door de verwerking er van in een van leven tiillend verhaal; een boek met hoogten en ook laagten, die het niveau der toppen sterker doen uitkomen. Zij is niet iemand voor een hoog-plateau, maar zoo is het ook meer dan goed.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 18 augustus 1951

De Reformatie | 4 Pagina's

Van mensch en dier

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 18 augustus 1951

De Reformatie | 4 Pagina's