GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Advent in verberging (I)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Advent in verberging (I)

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Keer weder, o jonkvrouw Israels, keer weder tot deze uw steden! Hoe lang zult gij u onttrekken, gij afkerige dochter? want de HERE heeft wat nieuws op de aarde geschapen: e vrouw zal de man omvangen. Jeremia 31 : 21b, 22.

Een wonderlijk profetisch woord is dat — het woord, dat Jeremia spreken moet op last des HEREN, en door de Statenvertalers aldus is overgezet: „de vrouw zal den man omvangen" — prof. Aalders vertaalt het aldus: „de vrouw zal om den man komen" ^).

Dat het een „Adventswoord" is, dit woord, waarover talloze bladzijden volgeschreven zijn, zelfs een dissertatie is verschenen (in 1670) — daarover zijn de meeste uitleggers het wel eens: van oude tijden aan heeft men in deze zegswijze een aanduiding en voorzegging willen zien van het wonder der heilige ontvangenis en geboorte van onze Heiland.

Gelijk u bhjken kan uit de Kanttekeningen van de Statenvertalers, in welke u bij deze woorden de noot leest:

„Doch de oude leraars verstaan dit van de moeder des Heren, Maria, die ook een vrouw genoemd wordt, die den rechten, sterken held en leeuw uit Juda, den Messias, door de verborgene werking des Heiligen Geestes, zonder mans toedoen, in haar lichaam heeft ontvangen".

Ik geloof er echter geen steek van, dat deze „oude leraars", zó Jeremia's woorden toepassend rechtstreeks op de ontvangenis en geboorte van Christus, het Woord Gods er in recht hebben verstaan en ontsloten.

U weet: „advent" betekent komst.

En nu is het de vraag, of de advent van Christus hierin zó geprofeteerd wordt, dat deze woorden dienen kunnen als onomstoteUjke bewijsplaats van Christus' geboorteweg, in welke Gods hand èn de man èn de vrouw op zij schuift, de roep van het bloed uitschakelende").

Daartoe moeten we zien, waar het in deze woorden om gaat.

En dan treft ons de ontroerende en trouwe liefde van de God des Verbonds tot het volk, dat Hij Zich in Zijn eeuwige goedertierenheid had aangenomen als Zijn heilig volk. Zijn koninkUjk priesterdom.

Het staat er met dat volk dodehjk-slecht voor: de bruid is hoer geworden. En daarmee is eigenhjk alles gezegd. De tien stammen zijn al geruime tijd geleden aan het eindoordeel overgegeven: de Noord-Israëlietische staat is van de wereldkaart weggevaagd. En het definitieve gericht over het twee-stammenrijk staat op het punt te komen: de weg is reeds bereid, langs welke Juda's gevangenen in trieste, ellendige colonne zullen heentrekken naar het vreemde land. Maar door en achter de zware wolken van gericht en Verbondswraak bhjft de onblusseUjke, onuitroeilijke liefde van de HERE glanzen.

lijke liefde van de HERE glanzen. Tot héél dat volk. Tot „Efraïm", de Noordehjke staat, dodelijk getroffen door de bliksemen van Gods toom — en tot „Juda", de Zuidelijke staat, over weUse het onweer dadelijk zal losbarsten. Is , , Efraïm" ondanks zijn wegen van hoererij. Verbondsbreuk, Woordverlating, de HERE niet „een dierbare zoon", een „troetelkind" —? En dat is niet „alsóf"! En als de profeet hier zegt, dat „de ingewanden des HEREN

1) Korte Verklaring met Nieuwe Vertaling op Jeremia, II, Mz. 67.

2) Immers, niet alleen , , de wU des mans" is hier uitgeschakeld — ook Maria is passief geweest bij het ontstaan van dit leven: toen op het moment, dat de Heilige Geest haar overschaduwde, de levensvrucht „Jezus" tot aanzijn kwam, geschiedde dit bulten de physleke medewerking der maagd Maria om: zij heeft alléén maar ge. loofd — en dat was uitsluitend actie van haar geest, niet van haar vlees. over Efraïm rommelen", knabbel dan niet aan dit ontroerende spreken, door aan te komen dragen met uw: dit is wel een zeer mensvormige wijze van spreken! Inderdaad gaat al de sterke Verbondsliefde Gods nog tot de , , afkerige dochter", tot „de jonkvrouw Israels" uit, die de gave en schone bruidstooi wel verwisseld heeft voor de pronkende opscliik der pubheke vrouw, maar die tóch Gods bruid blijft. Want in de toom gedenkt de HERE des ontfermens.

Dat laat Hij Zijn knecht Jeremia nu verkondigen.

Deze moet in zijn profetische prediking a.h.w. over vele jaren heenspringen. Gevankeüjk-weggevoerde jonkvrouw Israels, geslagen en getuchtigde bruid! de HERE schept iets nieuws op de aarde !

Dat wil zeggen: hier gaan de klokken van Advent luiden.

Er wacht u een bhjde terugkeer. Want — en nu gebruikt Jeremia een aan-Israël-bekende spreekwoordelijke uitdrukking: „de v r o u w zal om. de man komen!"

Wij weten de juiste betekenis daar niet van. De gissingen zijn legio. Misschien is deze spreekwijze aldus te verstaan, dat het omgekeerde van de normale regel zal plaats vinden, en dus niet de man zich een vrouw, doch de vrouw zich een echtgenoot kiest.

In elk geval wil de HERE er mee zeggen: Ik ga iets doen, wat voor de mens Ujnrecht tegen iedere regel in gaat — wat in de ganse wereld geen parallel vindt: Ik stel een nieuw begin. Voor „Efraïm", Mijn „troetelkind". Voor die „afkerige dochter", die nog zal staan te weifelen, of zij van de geboden gelegenheid, terug te keren naar „deze haar steden", wel gebruik zal maken — m.a.w. of zij zich weer laat herstellen van de staat „der verstoten slet" naar de staat „der-weer-in-genade-aangenomen bmid"!

Dat is dus Advent in verberging.

Als we nu dit woord maar niet exemplarisch, doch h e i l s h i s t o r i s c h uitleggen. Niet gelijk die „oude leraars", die hier de woorden hoorden: „de vrouw zal om de man komen", en daar maar zonder meer in lazen van Maria, die zonder mans toedoen de Messias in haar lichaam zou ontvangen. Dat heilsfeit was aan Jeremia nog volkomen in verberging, 't Gaat hierom: dat niet van de mens uit, doch louter en alleen door Gods souvereine liefde een nieuw begin gesteld en gemaakt wordt!

Zó spreekt de Heilige Geest, de Geest de profetie, van de Christus: in verberging.

En is de troost voor de rechtvaardigen in Jeremia's .dagen, die van verre de belofte gezien en omhelsd en geloofd hebben, uit dit woord al gróót geweest — voor ons, die in het klare licht der vervulling leven, wordt die vertroosting rijker, dieper, inniger.

De HERE heeft wat nieuws op de aarde geschapen.

Er is in Christus, de tweede Adam, een nieuw be-' gin: God heeft Zijn Eigen, Eeuwigen, Eniggeboren Zoon gegeven, opdat Zijn bruid, die telkens weer afhoereert, en gevaar loopt, verstoten te worden om haar ontrouw, waarlijk in smetloze bruidstooi het eeuwige leven zal hebben, en in onverderfhjke schoonheid de Vader kan worden voorgesteld.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 15 december 1951

De Reformatie | 8 Pagina's

Advent in verberging (I)

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 15 december 1951

De Reformatie | 8 Pagina's