GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

„Diezelbe geest getuigt met onzen Geest”.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„Diezelbe geest getuigt met onzen Geest”.

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Diezelve Geest getuigt met onzen geest. Rom. VIII : i6.

Er is een geleid worden door den Heiligen Geest, waarvan men zelf niets merkt. Er is een ander geleid worden docr den Heiligen Geest, waarvan men eerst later iets besj)eurt. Er is een geleid worden door den Heiligen Geest, waarvan men het ééne oogenbllk wel en het andere niet de stuwende kracht in zijn zielsleven ontwaart. En tenslotte kan het komen tot een geleid worden door den Heiligen Geest dat aanhoudt, gestadiglijk zich voelen laat, en voor ons besef een blijvend karakter aanneemt.

Geheel ongemerkt gaat het vaak toe bij kinderen in de kinderjaren, dat wie ouder is zich verwondert over de diepe tonen die uit het kmderhart af en toe te beluisteren zijn. Dan merken anderen het, maar 't kind zelf niet, en moeten die anderen vooral toezien dat ze er 't lieve kind niet om bewierooken. Dat nam er den zegen zoo licht van weg.

Pas later gemerkt wordt die leiding des Geesten, als men in een Samuels gestalte is, dat de Heere roept en men waant dat het Eli is. Dan ontvangt de ziel wel hooger stuur en richting en komt in't goede spoor, maar zelf schrijft men dat toe aan den invloed van een opwekkend woord, of aan eigen bezinning. En eerst later, als men iets hooger op den berg klom, overziet men de vlakte omlaag, en ontwaart dan eerst, hoe een Onzienlijke geestelijke macht in het raderwerk van onze ziel ingreep.

Afwisselend en bij beurten gaat ons zielsoog voor die leiding des Heiligen Geestes ia ons innerlijk bestaan open, zoolang de wiegeling nog duurt. Een pas opgehangen slinger kan niet op eens tot rust komen. Vooral zoo er windzuiging bijkomt, slingert het koord lang op en neer. En zoo is de ziel, die pas haar rustpunt in haar God heeft gevonden. In zulk een ziel is nog geen bestendigheid. En al laat God niet los en al leidt de Heere zulk een ziel aldoor, zelve ontwaart ze het slechts nu en dan, als het sterker spreekt, als het meer ingrijpt, als het gevoeliger ontroert. Nu wel, dan niet, en zulks onder zeer wisselende gemoedsstemming; geestelijk uitgelaten nog zoo kort geleden, en nu weer verzonken in mistroostigheid.

Als bestendig en duurzaam daarentegen wordt het karakter van die leiding des Heiligen Geestes veelal eerst op gevorderden leeftijd ontwaard. Als het scheepken de hardste stormen heeft meê-en doorgemaakt, als daardoor de kennis op deze geestelijke wateren toenam en won, en het geestelijk oog niet zoo telkens meer van de kompasnaald afdoolt. Daartoe komt men veelal eerst na lange ervaring, soms niet dan na veel bittere ervaring. En als dan in het eind het bloed minder heftig opstuift en de passie der begeerte naar de dingen dezer wereld ter helfte geluwd is, dan komt er meer gelijkmatigheid. Dan vlijt zich meer een eflfen spiegel op de wateren der ziel. En dan ontwaart men, wat diepe stroom er door de ziel gaat, en hoe die stroom steeds meer door den kalmen wind des Geestes wordt voortgedreven.

Het is daarom zoo verkeerd, als men alle geestelijke zelfkennis over één kam wil scheren. Vaste methode, die voor een ieder zou gelden, is hier niet. De methodist kan opwekken, en zulk een'opwekking kan ten zegen zijn, maar een herder die voor de schapen uitgaat, en ze leidt aan zeer stille wateren, geeft het methodisme niet.

Ia die richting van de methode gaat het alles naar eenzelfde model, en een model geldt hier niet. Het is veeleer alles verscheiden en onderscheiden.

Veelvormig en rijk. Verschillend naar leeftijd, naar de jaren van uw genadestaat, naar de stormen waarmee ge te worstelen hadt. Naar de vorm uwer zonden en passiën. Bij geen twee geheel eender. In ieders hart een eigen werk, een eigen borduursel, een eigen handschrift van den Heiligen Geest.

Alleen van de ons bewuste leiding des Geestes in onze ziel is hier sprake. Want wel is er een gemeene leiding der ziel, ook bij de onbekeerden, die evenmin buiten den Heiligen Geest omgaat. Maar dit gaat onpersoonlijk toe. Zooals ge, zonder er iets van te bespeuren, met geheel onze aarde elk etmaal om haar as wentelt, zoo zijn de bewegingen die de Heilige Geest elk kiod des menschen doet ondergaan. In elke bestraffing van zonde, in elke toespraak in de consciëniie, door elk oordeel der publieke consciëatie, onder alle bewerking van den tijdgeest en van de heerschende begrippen. Doch dit alles is de algemeene leiding, die allen ondergaan; zonder dat het doordringt tot het eigen bewustzijn, en zonder dat de persoon zelf er ook maar van verre aan denkt, dat hij met den Heiligen Geest te doen heeft.

Daarop echter doelt ons Pinksteren niet.

Pinksteren doelt op den Heiligen Geest die getuigt met onzen geest.

Dan is er getuigenis, een getuigenis dat we verstaan en waarvan we ons ten volle bewust zijn. En dit getuigenis komt van twee kanten. Het is tweeërlei. Eenerzijds het getuigenis van onzen eigen geest in ons, en anderzijds het getuigenis van den Heiligen Geest in onze ziel. En dit zóó, dat die beide getuigenissen elkaar dekken, dat ze akkoord gaan, en dat ze zich op lossen in heilige eenheid, in eengeestelijke harmonie.

Hiervoor is veel innerlijke rust noodig. Veel zelfbezinniog. Veel leven dic'it bij zijn hart. Veel ingaan in zijn innerlijk gemoedsleven. Veel verkeer iret zijn eigen ziel.

Het duurt reeds zoo lang eer men merkt, dat er in zijn hart een eigen geest leeft. Eer men dien geest van zijn ik van de gewone gemoedsaan doeningen heeft leeren onderscheiden. En eer men verstaat, dat die eigen geest in ons zich uitspreekt, ons toespreekt en in ons getuigt.

Dat getuigen van den „eigen geest" is heel iets anders dan het spreken van ons gewone ik. Dat ik in ons is, o, zoolang niets anders dan onze persoon die zich tegenover de wereld en tegenover anderen stelt, om zichzelf te handhaven, en te grijpen naar wat het begeert en te vangen waar het op aast.

Die eigen geest in ons staat boven ons ik. Ons ik leeft bij oogenblikken naar den indruk van het oogenblik. Maar die eigen geest in ons is het bestendige in ons wezen, zoo ge wilt ons hooger ik, dat, hoe ook teruggedrongen, altoos weer opnieuw ons naar den rechten weg dringt. Het is de bidder in onze ziel, zoodra we van het vormelijk gebed in het geestelijk gebed overgaan.

Onze „eigen geest in ons" is het geestelijk creatuur in ons, dat naar God dorst, en zijn God vindt. En daarom, als ge ten le? en gered zijt, getuigt die geest in u, uw eigen geest, dat ge een kind van God zijt. Uit Hem geboren, door Hem gemind, en eeuwiglijk van Zijn liefde en genade verzekerd.

Maar juist hierdoor komt het dan in uw ziel tot de bewuste onderscheiding tusschen uw „eigen geest" en een Heiligen Geest, die beide in uw innerlijk leven getuigen.

Zoolang die beide voor uw besef nog ineengesmolten lagen, was er nog geen klaarheid, nog geen vastheid, nog geen hoogere genieting. Ge mocht dan met uw Vader in de hemelen reeds veelvuldigen omgang hebbeu, maar dit is nog iets anders, dan dat uw geest in den tempel van uw eigen hart den Heiligen Geest ont moet. In het Goddelijk beleid der Voorzienigheid kunt ge ^1? » Vader, in den Verlosser uwer ziel den Zoon eercn en aanbidden, maar God den Heiligen Geest moet ge tegenkomen in de ver borgen diepte van uw eigen hart.

Al het andere blijft nog op een afstand, maar als ge met God den Heiligen Geest in bewuste aanraking komt, is het vlak nabij u, binnen in u, in datgtne wat in uw eigen wezen gemeenlijk nog dieper ligt dan uw gewone zielsbesef.

Eerst wist ge niet dat ge een verborgen leven in u omdraagt. Toen zijt ge gaan ontdekken, dat in dit verborgene van uw wezen uw hooger ik, uw eigen geest, leeft. En zoo kwam de gees telijke zelfkennis.

Maar toen is er heel iets anders u overkomen. Toen hebt ge ontwaard, ontdekt, dat er behalve uw eigen hooger ik, nog iemand anders bij u was komen inwonen. En met ontzetting, met heilige vreeze en met eindeloozen dank hebt ge toen bevonden, dat die andere, die bij u was ingekomen, ingekomen niet om bij u te vernachten, maar uw hart tot zijn tempel te vormen, uw God, God de Heilige Geest zelf was.

En van dat oogenblik af zijn er twee bij u van binnen. In het eens zoo vage, leege hart, ontwaart ge nu den heerlijken levensgloed van twee geesten. Eenerzijds uw eigen geest, •W2.%r3. uw lager ik zich onderworpen voelt, en anderzijds den Heiligen Geest, uw God, de wondere volkomenheid aller heiligheden.

Bij dien Heiligen Geest vergeleken is uw eigen geest niets. Ge beseft de creatuurlijke kleinheid van uw eigen geest, en ervaart de overstelpende majesteit van den scheppenden Heiligen Geest in uw binnenste. Die Heilige Geest kent u zooveel beter, zooveel dieper dan uw eigen geest. Maar ge bespeurt het dat die Heilige Geest uw geest met een heilige liefde omvat, u troost, en voor u bidt met verzuchtingen, die gij zelf cog niet verstaan kunt.

Zoo wordt uw eigen geest door dien Geest gesterkt, geheiligd, vrijgemaakt, opgeheven. Uw eigen geest, die dof was, vangt het licht op, dat van dien Geest in u uitstraalt en u innerlijk verlicht. En nu wordt het één verborgen omgang tusschen dien Heiligen Geest en uw eigen geest. Zaliger dan ooit. Veel rijker en inniger dan ooit te voren.

Altoos die twee: de Heilige Geest en uw geest. Nooit is er versmelting. Dat ware valsche, kranke mystiek. Maar steeds inniger verkeer en zaliger omgang.

En zoo komt 't tot het tweevoudig en toch ééne getuigenis. Tot het getuigenis, in heilige harmonie, van dien Heiligen Geest en van uw eigen geest, dat 't wonder der herschepping in u volbracht is, en dat ge wel waarlijk geworden zijt een kind van uw God.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 19 mei 1907

De Heraut | 4 Pagina's

„Diezelbe geest getuigt met onzen Geest”.

Bekijk de hele uitgave van zondag 19 mei 1907

De Heraut | 4 Pagina's