Het kerkverband der Nederlandsche Gereformeerde Kerken, gelijk dat gekend wordt uit de handelingen van den Amsterdamsche Kerkeraad in den aanvang der 17e eeuw - pagina 164
Rede, gehouden bij het overdragen van het Rectoraat der Vrije Universiteit
163
BIJLAGE H .
BE AKTEN VAN SEPAEATIE.
vreese des Heercn onderteeckent opden XXVen, January 1617 binnen der Stede Amsterdam. Petrus Plancius, Preses. Joannes Hallius, Bed. des H. Evangelii in Amsterdam. Hans Bouwens, Ouderlingh uyt den Haglie. Henric Hondius, Ouderl. uyt den Ha. Het Mere van Diric Verduldigh, Diaken vande dolerende Kercke binnen der Goude. Pieter Jacohsz. Out-oud. inde dolerende Kercke vanden Briel. Joannes Lydius, Dienaer Jesu Christi tot Oudewater. Rutgher Huygens, onverhoort Ouderl. vande dolerende Kercke binnen Schoon-hoven. W t laste ende in aller Name des Kercken-raets van de dolerende Kercke tot Rotterdam onderteyckent. Arien Ariensz Havelaer. Adrianus Jaoobi, Dienaer des H. Evangeliums in Haerlem. Jacobus Alherti Camp, Bedienaer des H. Evangelii in Koedijc ende Pancraes. Jeuriaen Hermansz. Ouderlingh van de dolerende Kerck tot Alcmaer. Joannes Georgii^ Dienaer des Goddelijcken Woorts in de dolerende Kercken. Zoetermeer, Hasers-woude, Van Zeven-huysen, Benthuysen. Samuel van den Borre, Predikant tot groot Amers. Scriba. Cornells Matthijsz. Opziender vande dolerende Kercke van Haserswoude.
b. De geloofsbrief voor de broeders, die de beide Hollanden met de akte zouden rondreizen (ontbreekt in het afschrift van het Oud-Syn. Archief, en hier overgenomen uit Wtenbogaert en Brandt, t. a. p.). De Broedeven van de Kercken, van Zuyd ende Noord-Hollandt, die op de Vergaderinghe tot Amsterdam, over het Poinct der dolerende Kercken zijn verschenen, hebben goet ghevonden eenighe Broederen te deputeren, aen de Broederen der Classen, dewelcke difficulteren ofte gedifïiculteert hebben, neffens andere hare mede-broederen te teyckenen de Acte van Scheydinghe, tusschen de Remonstranten ende Contra-Remonstranten ; ten eynde de zelvighe uyt den name van dese Vergaderinge, met bequame redenen, dezelve Broederen tot de na-ghelaten onderteyckeninghe zoecken te induceren ; ghelijc sy ooc by den zelven zullen arbeyden, dat sy de Collecten voor de dolerende Kercken by de hare doen, ende dat sy eenighe uyt den h a r m committeren, om te verschijnen op de Vergaderinghe binnen Amsterdam, teghen den 10. Aprilis 1617. Hebben over-zulcx tot de Broederen des Classis van N. af-ghezonden, N . N. N . Dienaren des H. Evangelii tot N. N. N. Biddende de Broederen, dat hun ghelieve dezelve in aller Name te ontfangheu, ende gheloove te gheven, daaraen ons vriendtschap zal gheschieden. Actum 8, Martii 1617. W a s onderteyckent: Petrus Plancius^ Preses. Joannes Lydius, Scriba.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 oktober 1882
Rectorale redes | 196 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 oktober 1882
Rectorale redes | 196 Pagina's