GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Ideëel en reëel - pagina 53

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ideëel en reëel - pagina 53

Rede bij de overdracht van het rectoraat aan de Vrije Universiteit

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

\ 51

den mensch gelijk is aan wit papier, waarop eerst door de ervaring de begrippen als teekens worden geschreven; volgens anderen zijn de begrippen slechts afdrukken van indrukken door de ervaring verkregen. Zij die zoo spreken vergeten echter dat in de begrippen ligt wat in de ervaring nooit kan liggen: algemeenheid en noodzakelijkheid, en dat vóór alle ervaring reeds begrippen aanwezig moeten zijn van: zijn, identiteit, gelijkheid, tijd, ruimte enz., die de ervaring mogelijk maken. Om te kunnen lezen is het niet ofenoes; teekens voor oogen te hebben; men moet die teekens kunnen verstaan. Wat zal iemand, die nooit van lezen gehoord heeft, doen, wanneer hij eenen cylinder van gebakken steen met spijkerschrift, zooals er uit Babyion naar onze musea zijn overgebracht, onder de oogen of in handen krijgt? Zal die cylinder voor hem iets anders zijn dan een steen ? Om te kunnen vermoeden dat de pijltjes, die hij er op ziet, iets beteekenen, eenen zin, eene gedachte in zich sluiten, zal hij eerst een begrip van schrift en lezen moeten hebben. Heeft hij dat, dan zal hij kunnen vermoeden, dat die teekens symbolen zijn van woorden en dus van gedachten, al verstaat hij noch de teekens noch de taal. Wie lezen kan in 't algemeen, dat is wie het begrip lezen verstaat, zal kunnen trachten de teekens, waarvan hij verinoedt dat ze woorden en dus gedachten te kennen geven, in hunne symbolische beduidenis te verstaan; daarna kan hij de taal en den inhoud der gedachten opsporen en zoo doordringen tot de kennis der velerlei relatiën die in het medegfedeelde ondersteld worden en uit het verband der zaken blijken, en eindelijk misschien tot een volkomen verstaan opklimmen; maar dan. zal hij ook weten, dat zijn eerste subjectieve indruk toch een objectieven grond had, dat een geest, met den zijnen overeenstemming hebbende, die teekens heeft geschreven om te spreken tot een geest, die hem zou kunnen verstaan; met volkomen zekerheid zal hij weten dat reëel en objectief die steen tot hem spreekt in verstaanbare taal.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 20 oktober 1896

Rectorale redes | 84 Pagina's

Ideëel en reëel - pagina 53

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 20 oktober 1896

Rectorale redes | 84 Pagina's