GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Ideëel en reëel - pagina 14

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ideëel en reëel - pagina 14

Rede bij de overdracht van het rectoraat aan de Vrije Universiteit

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

12

voor een materialistisch dichter als Lucretius is zeWs de ledige ruimte nog een ding, eene res. ^) Het taalgebruik zegt ons dus aangaande de beteekenis van res, en zoo ook van reëe/, niets anders dan dat het is iets; zijn attribuut is alleen het %ijn. En nu zegge men niet: »ja, de taal bezigt de woorden in overdrachtelijken zin en door die overdracht wordt de beteekenis der woorden uitgebreider en dus onbepaalder; men moet blijven bij de eigenlijke beteekenis". Wie zoo spreekt, vergeet dat de onderscheiding in eigenlijke en oneigenlijke beteekenis niet eene oorspronkelijke en natuurlijke, maar eene afgeleide, in zeker opzicht kunstmatige is "), en dat de overgang der beteekenis niet alleen van het concreete tot het abstracte, maar ook van het abstracte tot het concreete plaats vindt. ^) Het woord ding zelf bewijst dat; immers het beteekent eigenlijk rechtsgeding, zooals zaak oorspronkelijk twistzaak, aangelegenheid, te kennen geeft, evenals het Latijnsche causa, waarvan het Fransche chose. Daarenboven, de vraag wat eigenlijk en oneigenlijk, wat concreet en abstract is, laat zich niet zoo kortweg en categorisch beantwoorden, allerminst door het spraakmakende volk en het halfbewuste denken. Onderzoeken we nu wat het welbewuste, nauwkeurig onderscheidende 'denken ons leert aangaande het ding, de res, in zijn onderscheiden wezen, dan komen we tot eene slotsom, die ons niet verder brengt dan dat de res, het ding, ') is het zijnde, wat is. Want wel gaan we bij onze ervaring uit van de eigenschappen der afzonderlijke, tast') I, 420: omnis ut est igitur per se natura duabus constitit in rebus: nam corpora sunt et inaiie, hacc in quo sJta sunt. ') Vgl. Gerber, die Sprache als Kunst I p. 225—235, 344 vlgg. Herin. Paul cap. IV, p. 66, 67. Mill, Logik IV, 4, 5. Max Muller, die Sprache und das Denken, cap. 8. ^) »Dabaar<' beteekent ïcoorc?, maar ook ding: Gen, 18, 25; 32, 20 enzv. Pred. 7 ; 8 en dan ook iets. Zie ook de kantteekenaars op Job 5 : 12. ••) Kant schijnt te onderscheiden tusschen zaak en ding; realiteit omsclirijft hij door Sachheit; Ding is het bijzondere zijn: Kritik der reinen Vernunft, 2<le editie, pag. 464 bij Kirchmann.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 20 oktober 1896

Rectorale redes | 84 Pagina's

Ideëel en reëel - pagina 14

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 20 oktober 1896

Rectorale redes | 84 Pagina's