GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Het Amsterdamsche Evangelisatierapport.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het Amsterdamsche Evangelisatierapport.

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Den lOen April 1919 benoemde 'de Kerkeraad der Geref. Kerk te Amsterdam eene commissie om hem van .aidvies te dienden inzake den Evangelisatie-arbeid. Het was niet de eerste maal, dat hij zich miet dit vraagstuk bezighield. In Deoembier 1908 toch verscheen een rappiort, aan den Kerkeraaid uitgebracht door de predikajnten J. C^ Sikkel en P. J. Wijminga en de ouderlingen J. Douwes en W. Kirchner, dat getiteld was: „Wat kan er, nevens den Dienst des Woordis en het Huisbezoek gedaan wordetn, om jde van dé Kerk afdwalenden weder onder de toadjeming van het Woorid Gods te brengen? " Dit rappolrt niaakt een onderscheid tussohen de „afdwalenidem" 'en ide „afgedwaalden", die buiten de kerk, vervreemd van het W'OO'rd en den dienst des Heeren vo'O'rtleven. Tten opzichte van deze laatsten sprak het de meening uit, idat evangelisatie onder deze afgedwaalden vöioral van 'den wijkarbeid moet uitgaan. Uitgespro'kën werd, dat het geen overtollige weelde aniocht heeten, indien elke wijk een afzonderlij'kein preidikant voor den Evangelisatiearbeid had en. tevens werd er op geweaen, dat oO'k biekwame leden ider 'gemeente zich geheel - of gedeeltelijk als gesalarieerde hulpkrachten aan dien arbeid zouiden kunnen wijden. Zelfs werd het de taak 'der kerk genoemd ido'or opleiding krachten hiervoor te vormen. Dit'vérstrekkende rapport werd in zooverre gevolgd, 'dat de evangelisatie ganisch en al werd overgelaten aan de wij'ken: geen evangelisatiepredikant W'erd er door Iden kerkeraad bieroepen, geen localiteit geopend, geen opleiding ingesteld. Alle arbieid bleef geheel overgelaten aan het initiatief en de financieele kracht van 'de wijken.

„Zonder Mij' > kunt gij niets 'doen" geldt wel van 'den Heere Jezus Christus, maar gelukkig niet van de Kerk. Diat bleek O'Ok hier. Op initiatief vaai de wijken ontstond allerlei evangeliseerende arbeid. Slechts in twee van de tien wijken werd gansdh! niets gedaan. In de andere, wijken ontstonden verschillende voimien van arbeid als:

Zondagscholen met idaaraan verbonden huisbezoek.

Jongens-en Meisjesvergaderingen.

Bibliotheken.

Commissiën voor traktaatverspreiding enhuisbe zoek. O.a. werlden er in eene wijk 6000 kandelaars en 13.000 traktaten per jaar verspreid en in ©ene andere 196 adreissen per week van lectuur voorzien.

Drie wijken kregeln een wekelijksch© Bijbellezing, waarvan twee in een eigen Evangelisaiüelokaal.

Een der wijken begon ©en eigen bijbeloolporteur aan te stellen. Deze zag zijn arbeid al spoedig tot andere wijken uitgebreid, spieciaal wat het houden valn openluchtsamienkomsten aangaat. Daardoor begonn'cn andere wijfce i ook finaincieelen steun hiervoor te bieden.

Wij krijgen dus idez'en toestand,

10. Waar de wijkarbeid geheel op 'eigen kracht •is aangeweaen, 'ontstaat er gebrek aan localiüeilb enz. Een b'loeiendie wijkarbeid miet vele vertakkingen igaat wegens gebrek aan finainoiën te niet.

20. In één wijk begint ©en centrale arbeid op te komien, waartoe eenige wijken zich vrijwillig oomhineeren. Hier igroeit alzoo de arbeid spontaan boven de wijkinldieeling uit.

30. Ook in , an'dere wijiken openbaart zich bèhoeftei aan oentraliseering, leiding en opleiding.

Alzoo niet academisch aan de orde gesteld, maar onder stuwing Ider omstanidiigheden, zag de kerkeraad zich in het vO'Orjaar 1919 opnieuw geplaatst voor de vraag: „Wat is ide roeping van de Kerk inzake deh Evangelisatiearbeid? " Tier beantwoording dezer vraag weiid eene commissie ingesteld, bestaande uit de preldikanten Wielenga en 'Eemhout 'en de ouderlingen Van Oversteeg - en Kirchner. Aan deze commissie hebben .wij. te idanken, w, at ik kortheidshalve noemide: Het Amsterdamscbe Evangelisatierapp'brt.

De opdracht der oommissie viel in tweeën miteen: lo. van advies te dienen in de principieel© vraag of naar Gods Woord de zoogen. 'Evan'gelisatiearbei'd tolt id© roeping der geïnstitueerde Kerk behoort en 3o. te adviseeren omtrent de wijze, waarop in dien arbeid mleer eenheid zou kunnen worden gebracht en tot grootere krachtsinspanning zou zijn te geraken.

Ten opzichte van heit eerste punt kan m^en bijlna zijn© oogen niet gelooven. Is 'dat 'een vraag in 1919, elf jaren na het rappö'rt Sikkel c.s., na de Geref. congiresisen voor Evangelisatie, na de 'opwekking van de .Generale Synode der G^eref. Kerken/» Buiten werd mijl Idikwijls door preidikanten gevraagld; „Maar nioet men daar te Amsterdam; nog .over denken? " Helaas, bet bleek noodig.

In een tiental hladzijden 'druks heeft ide commissie deze principiëiele vraag onder de oogen gezien. Terecht begint zij miet uit te spreken, geen nieuw licht op dit punt te kunn^en ontsteken. Toch heeft zij in een kort bestek .alle argum'enten, ontleenld aan de H. Schrift, het Kerkrecht en de Liturgie, ; bijleengiebracht, dia .iduidelijk in het licbt s'tellen, hoe de Kerk hier ©en taak beeft. Men kan zich bij bet lezien dez'er klemmende motiveering niet anders dan ischamen, verbiazien en bedroisven, idat ideze dingen onider ons nog geen volkomen zekerheid hadden.

De commissie gaat dan over tot de bespreking van de wijize, waarop de Kerk hare roeping heeft te vervullen. Zij komt daarbij tot ideze óo-nclusiej dat de Kerk dit heeft 'te 'do'en 'door de ambtelijke prediking des Woords.

„De Kerk heeft het haar door Christus geschonken orgaan voor de prddiking 'des Woords pok in 'den arbeid deï Evangelisatie te werk te stellen." De commissie bedoelt hiermede niet de predikinig i|in d'e kerken. Diaarvan 'örkent zij': „deze wordt; door de verdoolden niet gezocht en beantwoordlt niet aan hunne behoefte." Ween, de oommissie wil zoo spoedig niogehjk één en zoodra de financiën bet toielaten, meerdere D'ienaren des Woords voon het werk der Evan'gelisatie beroepen. „Inmiddels; brenge z© door hare Dienaren, in opzettelijk daanvoor belegde samenkonisten, bet Evangelie tot de schare." Ik .aarzel niet deze conclusie hoogst be^ langrijk te noemien. Belangrijk niet alleen voor |de groote stedeh, maar ook voor onze 'dorpskierkeni. M'enig predikant verkwijnt in een kleinen kring, waar bij' zich niet kan ontplooien. Deize conclusie belicht zijbe pos.i.tie op nieuwe wij'ze. Zijn arbeid beperkt zich maar niet tot zijne gemeente, maar hij beeft een© profetische roeping voor de gans'ch© plaats zijner inwoning.

Geheel ten onrechte heeft men in deze conclusie ©ene miskenning van 'den niet-ambtelijfcen arbeid' gelezen. E-en predikant zal zich gaarne laten toij'staan in zijn zware taak en bet moet al een heel verwaten leek zijn, die de hulp 'en leiding van het ambt versmaad. Niets is dan ook minder de bedoeling van bet rapport, dan 'om^"'den „leeken)arbeid" af te snijiden. Imtoers zegt de comm'issie: „De Kerk stelle ook ihannen buiten het ambt, die gaven voor Idezen arbeid ontvingen, in haren dienst om onider'haar toezicht ©n leiding werkzaam ite zijta." Opnie'uw wordt aan'gödtongen op het instellen van ©ene opleiding 'Cn bet O'pspore'n van de gave'U en krachten, die in de gemieente leven.

Ten opzichte van het principiëele gedeelte kwam de conmiissi© tot 'de volgende conclusion, 'die door den kerkeraad werden aangenomen:

10. Dat bat werk der Evangelisatie, als bedoeilend© de bearbeid!ng met het Evangelie van hen, die geheel verVreemidlden van de Kerk, van hei Woord 'en den dienst deS Heeren, of hun Gold te ©eniger tijd bekeeiring gave, tot 'erkentenis > ier waarheid, gegronid ïs in den geopenbaarden wille Gods;

20. dat zoowel de geïnstitueerd© Kerk, in ^.mibtelijke prediking des Evangelies, als d© partiouber© gelO'Ovig'en, in verbreiding van de kennis der w.aaïbeid, die naar de godzaligheid is, door alle gepaste middelen, naar bet Wo'03cd des Heeren, hierin een dure en heilige roeping hebben.

30. dat voor idoeltreffenden pjbeid samenwerking !van de Kerk met de vrije actie der geloovigenj geboden is, in dien zin, dat 'de openlijke verkondiging des Woords, hetzij dan ambtelijk, hetzij door behulpsels, uitsluitend uitga van de Kerk, als alleen daartoe door den Heere geniaohtigd, en dat die actie der geloovigen sta onder leiding & i toezicht van den kerkeraad;

40. dat 'de Kerkeraad den in de gemeente geschonken gaven en krachten voor dezen arbeid de gelegenheid dient 'te O'pau'en om zich te ontwikkelen 'cn te oefenen.

Nu bleef de vraag over, hoe 'deze beginselen te realiseeren. De vraajg naar de metboide 'der Evangelisatie is vooral in onze dagen zoo dringend, omldat vele O'U'de middel'en en .wegen thans uitgeldienjd! schijnen te be'bb'en. De cotómissie heeft 'de groote ernst en moeilijkheid van het probleem ten volle beseft. Het rapport teekent de wereldstad met hare gecompliceerde verhoudingen, „m'Ct hare afzonderlijke wereld van studenten, sportaanbidders, kunstenaars, soldaten, matrozen, fabrieksarbeiders, ateliermeisjes — belaas' O'Ok een afzonderlijke wereld van publieke vrouwen, souteneurs, 'dieven en bedelaars." „In ide stad" (gaat bet rappiort voort), „'miaakt de wereld meer idan elders propaganda, door de ongeloovige wetenschap ider universiteiten, door de pers ©n door jde actie .op politiek en jsooiaal gebiedj. Het rappiort geeft 'een aantal ontstellende cijfers

omtrent ideïi !g!eie|stelijkeii aooid ©n 'de geringiheiidi der geieistelijk© Tierzo-ïgiag. Tterwijl de stad groeiide naar alle zijideïi, bleel de Kerk op dteelM© hOiOgte. Het aantal kerkgiebouwien nam: niet en het aantal ChxiiStelijke Scliolen iiiet noiemtens^wawd toe. Waat ligt hie'rv: a|n. idei oorzaak. „Het is ons' gegaan (mfeent d© commissie) naar dein Mgel, 'dat ©en kerk, di© verzuimt invlodd tiel oielenen naar buiten, ran binnen niet toieneetmlt in kracht."

Wat mdeit etr nu gebeuren? De oommissi© vak het werk deof Evialngelisatie niet licht op. „D© arbeid moet aentraal, „systieimatis-ch, ten deel© wetenschappelijk woidien ^ajnjgievat."

Een in details uitgewerkt voorstel heeft die commissie niet ingeidienid. Zij' vroeg en verkreeg machtiging van den kerkeraad om: vooraf in overleg te treden miet d© wijken, die r^ds ©en practischen arbeid hadden. D© vooreteUen, 'die de vrucht zijn van dit overleg, zulleln nu binnenkort bij' den kerkeraad ingediend woriden.

Wel geeft d© commissi© reads in het rapport de groote lijinen aan, waarlajngs zich dit voorstel bewegiein zal:

l0. Het Istandpunt der wijksge'wij'ze bearbieiding moet zooveel mogelijk bestënldigd worden, omdat daardoor d© arbeid in somjnigie stadsgedeelten veel intensiever geschied is, dan bij' ©e!a streng centralen arbeid uiteraarld moigteiijk zou zij'n geweest;

20. Dit stelsel van d© centralisatie kan niet in zijn uiterste consequenties gehandhaafd blijVen, zonder den gözïonden groei van den .arbeid te belemmeren. Ook kan' d© Klerk daarbij geen invloeid doen gelden op de groote oentra's van het stadslevien.

Voor Centralen arbeid komt naar het ooiideel ^iteir conxmissie in aanmerking:

1. Het aanstellen van bijbelcolporteurs.

2. Uitgave van eeü; speciaal orgaan voor de evangelisatie.

3. Het houiden van een cursus voor opleiding van medewerkers ©n miediewerksters.

4. Het uitgeven van geschriften, geschikt tot verspreiding.

5. Algemeen© Klas.

6. Het beroepen van eenen Dienaar des Woorids voor idlen Evangelisatiearbeid.

Zoo is dlalQ' mu het wachten op nadere voorstellen.

In ruimle m|ate is toepassing gegeven aan Ide spreuk: „Bezint ©er gij' begint 1" Iemand heeft deze spreuk voorzien van ©ene noodzakelijke aanvulling: „Bezint ©er gij' begint, m|aar begint dan ook!" Zoo moge het dan ook hiermede zijn.

Wat Amsterdam o.i. in den EvangfelisatiepreldiH kant noodig heeft, is minlder nog ©en prediker, als wel een organisator. Goed aangevat, ligt er een grootsche taak voor d© Grereformeerden in jde groote steden open. Het Methodism© heeft, als ik bet goed 'zie, voor onzen tijd zijne aantrekkingskracht verloren. Door haar verbond met de natuur in de Gemeen© Gratie en het Verbond der Genaide^, en door haar zielkundig© voorstelling van het pro: o& smatige in geloof en .bekeering, heeft de Gereformeerde belijdenis meer aansluitaig aan het volksleven dan ©enig anidere. Laat deze kans niet ongebruikt len onbienut voorbijgaan. Tteredht merkt de comnüssie op, Idat een krachtige actie naar builjen de ; Rerk öaiet zal verarmen, maar verrijken. Die arbeid vato id© secten, die ook op jdit terrein „d© onbetaald© rekenimg^en" zijn der „Kerk" zal op den achtergrond treden. En naar de belofte: „Met welke maat gij meet, zult gij weder gemeten worden", zal de Kerk, ook op overvloödiger geestelijken zegen, mogen hopen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 oktober 1920

De Reformatie | 8 Pagina's

Het Amsterdamsche Evangelisatierapport.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 oktober 1920

De Reformatie | 8 Pagina's