GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De loochening der Gemeene Gratie.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De loochening der Gemeene Gratie.

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

I.

Onder dezen titel verscheen er bij de uitgeversfirma Eerdmans—Sevensma Co. te Grand Rapids een brochure van de hand van den predikant .1. H. van Baaien.

Van bevriende zijde in Ataerifca drong men er bij ons op aan ons oordeel over dit boekske in ons blad te geven.

Totnogtoe meenden we dergelijke verzoekea steeds te moeten wijzen van de hand, uit hoofde van onze onbiefcendheid met de geestelijke con-, stellatie aan de overzijde van den Oceaan en bmdat ons de gelegenheid ontbtak hier en daar ©en persoonlijk onderzoek in te stellen.

Ditma, al echter gelooven we van onze tot heden gevolgde giedmgslijn te kunnen .afwijken. En dat niet alleen om onze vrienden in Amerika niet gedurig teleur te stellen, 'maar ook omdat we meenen, dat het ook voor onze lezers zijn nut kan hebben met deze kWestie kennis te maken. Wellicht .wordt daardoor hun inzicht in de leer van de algemeene genade verdiept en rijst er diankhaarflieid op, dat zulk een geschil onze kerken niet verdeelt, miaar dat wij hierin door Gods genade , homogeen' mogen zijn.

Het ligt niet in onze hbdoieling een bepaald oordeel over het bovengenoemde boekske uit te spreken.

Het is ons niet te doen om 'den een in het gelijk, den ander in' het ongelijk' te stellen. Personen blijven voor ons ziooveel mogelijk' buiten het geding.

’t Gaat oml de kwestie zelf.

Daarom moeten we nog een uitdrukkelijk voorbehoud miaken.

Deze kwestie is historisch' gekoppeld aan de zaak van Dr Janssen, die door de jongste Generale Synode der Christelijke Gereformeerde KerK in Amerika uit zijn hoogleeraarsambt is ontslagen om. zijn afwijkende gevoelens betreffende de Schriftinspiratie.

Welnu, laten wij hier deze koppjeling mogen verbreken.

Wij beschouwen hét geschil over de gemeene gratie geheel op zichzelf.

Vooraf zetten wij dan den stand der kwestie aan de hand van Ds Van Baalen's brochure uiteen.

Want deze lof mag den auteur niet worden onthouden, dat hij alles heeft gedaan om het gevoelen van zijn tegenpartij objektief weer te geven.

Reeds jaren hebben wij dit geschil met belangstelling gevolgd en wij gelooven, dat Ds Van Baaien op de opinie van de broeders, die hij gaat bestrijden, geen geweld heeft gepleegd.

Aan het boekje gaat een oipdracht vooraf van den volgenden inhoud: „Aan professor Geerhardus Vos Ph. D'., D'. D., die bij mijn vertrek uit Princeton tmij „Die Gemeene Gratie" van Dr 'K-Kiiyper schonk ten gebruifcè hij de prediking, draag ik de volgende bladzijden op, in dankbare erkentenis voor 's hoogleeraars edelen invloed in onderwijs en omgang".

Dit verraadt reeds het standpunt, dat de schrijver inneemt.

Aan zijn teekening van de mentaliteit in Amerifcaansche Gereformeerde kringen: „Hier in Amerika zijn onze Hollandsche Kringen nog veelal doorzuurd van het anabaptisme. En van onze „leiders" zijn er, die er het hardst aan meedoen Gods Algemeene Genade te verachten. In dat opzicht zijn wij hier waarlijk een halve eeuw ten achter. D« stroom van het op machtige wijs ontwaakt gezond Gereformeerd leven heeft ons nog.weinig van onze doopersche vlekken gewasschen", doen wij vanzelf het zwijgen toe. Daarover durven we ïiiet meespreken.

Als we een vraag mochten stellen zo'U liet deze zijn: is hier niet wat te veel met schaduw gewerkt?

Hierin vallen wij hem echter van harte bij: „En dan aarzelen we geen oogenblik' met uit te spreken, dat we dan liever een christendom zieö> dat een weinig Puriteinsch getint is, dan een „jolig christendom", dat den ernst des levens voorbij-

ziet en gevaar loopt van wereldgelijkvormig te worden”.

Volgens hem is 'het geschil, dat de broederen in twee paxtijen tegenover elkander plaatst, een strijd tusschen Calvinisme en Anabaptisme. „Bij het gewicht hiervan zinken de problemen van Infra en Supra, en van veronderstelde wedergeboorte, die zich bewegen binnen den kring onzer belijdenis, en die van Ds Bultema, die veroordeeld werd om twee ponten, die slechts ingewikkeld in onze Belijdenis lagen opgesloten, als van ondergeschikt belang in het niet. Want hier hebben we te doen met leeraren, die, helaas, zaJc'en loochenen, welke in onze Belijdenisschriften uitdrukkelijk worden beleden".

De praktische gevolgen daarvan zijn naar zijn gevoelen groot.

„Niet minder dan de toekomst van onze k'erkeri staat op het spel."

Dat vele jongelieden tot min zuivere kerken overgingen, is voor hem niet allereerst een taalkwestie.

„Neen, ze gaat veel dieper. Daar gaat van den alles nivelleerenden Amerikaanschen geest een zuigkracht uit. Nu gelooven we wel, dat onder den zegen des Heeren, en met inspanning, van alle krachten, we hier een gezond Gereformeerd leven zullen kuimen ontwikkelen. Al zijn we ook' klein jin aantal. Maar dan moei; er o, zo'o ernstig gewaakt tegen wereldgelijtVormigheid.

„Doch wie nu meenen zou, dat we de wereld in den kwaden zin van het woord k'unnen buitenhouden doior onze jongelieden aan te sporen de aloude Doiopersch© mijdinge toe te passen en te omhelzen, die vergist zich zeer. Neen, juist omgekeerd is het. Verstaan we met onze kinderen, dat God in Zijn Gemeene Gratie veel goeds in de wereld gelaten heeft, dat ook een christen, ja, dat allereerst een christen als kind des Heeren, dankbaar mag en kan genieten, dan zullen we ons opkomend geslacht, zoo we h'open en bidden, k'unnen bewaren bij het ons dierbare Calvinisme. Zij het ook bij een Amerikaans oh zich ontwikkelend Calvinisme. Want dan Jcan het goede genoten, het kwade verworpen.

„Langs het pad der Doopersche mijding echter, ' door het looohenen van het goede, dat God aan Zijn schepselen geeft, zullen we binnen enkele tientallen van jaren gestorven zijn aan geestelijke bloedarmoede!.

„Want Anahiaptistóe en Calvinisme hebben nooit tezamen in één hiuis kunnen leven. Maar we durven beweren, dat ze dat minst van , al zullen kunnen in het Amerika der twinstigste eeuw."

Dit dan ter inleiding.

De krisis in den Protestantenbond.

De Nederlandsche Protestantenbond heeft onlangs te Zwolle zijn jaarvergadering gehouden.

Daar hadden klaagtonen de overhand. Het ledental was achteruitgegaan. Een aantal , afdeelingen was 'opgeheven.

Over het orgaan „De Hervorming'' werden harde noten gekraalkt.

Kiortom, ontevredenheid voerde er 'het woord;

De Protestantenbond is bijna van zijn stichting af het bolwerk van het moderne geweest.

De modernen, dié in de Hervormde 'K^erk waren gebleven, hadden voortdurend een strijd om, het' bestaan te voeren.

In den Protestantenbond kon het moderne beginsel zich rustig ontwikkelen.

Daarom' ging ©n gaat van dezen Bond tot op heden de feitelijke leiding uit.

En hoeveel modernen bezwaren hebben tegen „De Hervorming", dit blad is, vooral voor buitenstaanders, toch laltijd veel hieiangrijk'er dan hét „Weekblad voor Vrijzinnig-Hervormden".

Waardoor dan de krisis wordt veroorzaalkt ? Door materiëele faktoren.

Van de leden van den Protestantenbond wordt een verhoogde bijdrage gevraagd. Ik las ergens, dat die neerkomt op de enorme som! van twee kwartjes. En daarvoor passen nu veel modernen.

In den Protestantenbond ziet men de modernen op hun best.

En toch twee kwartjes heeft menigeen voor het „religieuse gemeenschapsleven" niet over.

Vergelijkt men daarbij wat van Gereformeerde zijde wordt gepresteerd op^ financieel gebied, dan werpt dit een eigenaardig licht op het modernisme.

Het modemisme kent over het geheel het offer niet.

Kan het anders verwacht, waar het offer op Golgotha wordt miskend en niet tot dankbaarheid noopt?

Nog iets anders riep deze k'risis in hét leven.

Twee stroomingen worstelen op hét oogenblik tegen elkander in.

De Protestantenbond is van huis uit aristoktatisch.

Dat karakter verloochent hij ook nu nog wel niet.

Maar het behoort tegenwoordig bij vele aristofcraten tot den goeden toon om ster'k aan demokratie te doen. En dan wel aan demök'ratie van de uiterste richting.

Er valt onder de mtadernen een sportaohtig geüefhebber in fcom!munismé waar te nemen.

De lafdeeling: Bussum van den F^otestantenbond heeft zelfs een religieus kotnmunist tot voorganger en deze vindt volstrekt niet alle k'apitaüstiscihe modernen tegenover zich'.

Ook „De Hervorming" doet dik'wijls de vraag rijzen, of zij niet naar de ultra-demokratische meren afdrijft.

In dat alles ziet men liet zich buigen voor het nieuwe, al is het - nog zooi gevaarlijk.

Wat zal daarva.n het einde zijn?

Geen reaktie.

Hier en daar worden in onze kerken stem'mén vernamen of. men de afgeschafte tollekten voor

den eeredienst maar weer niet zal invoeren. Soms wordt er ook een aocoordje getroffen.

De afschaffing blijkt wel van kracht, maar zoonu en dan wordt er nog een kollekte van hét oude type birmengesmokt'eld.

Natuurlijk stuurt de thans hieerschende malaise de oude berekeningen in de war.

Toch heeft men zich ernstig af te vragen of terugkeer tot de oude toestanden zich r6cÈitvaprdigen kan.

En dan antwoorden wij beslist ontkennend daarop.

Ook in deze mlalg geen reaktie toegelaten, ma; ar moet na, ar vooruitgang gestreefd.

Het ware te wensqhen, dat overal het oude stelsel verdween.

Maar dan moeten ook de kerk'eraden of commissies van beheer zich' lenig genoeg toonen om elk' jaar opnieuw de berekeningen, te herzien.

Daaraan is veel omslachtig werk verbionden.

Doch daartegen mag men niet opzien.

Over het geheel genomen wordt door de kerken niet boven de kracht voor den Icerkendienst bijgedragen.

Maar er zijn wel personen, die bbven hhn k'radht gaan en anderen, die er ver beneden blijven.

Door die laatsten broederlijk te bewerken, rusteloos te bewerken (men vraagt immers niets voor zichzelf) kan het gewenschte evenwicht worden verkregen.

Geen reaktie!

Maar dan mag ook hét werk niet stil liggen.

Het stelsel vlan vrijwillige bijdragen vergt nu eenmaal goed waldiér te blijven,

Prof. Dr Honig.

„De Bazuin" schrijft:

Den 13den November hoopt Prof. Dr Honig te gedenken, dat hij 30 Jaren geleden de Evangeliebediening aanvaardde. Eenige dagen vroeger, den 19den October 1892, was hij gepromoveerd op' een . proefschrift over Alexander Comrie, waarin hij op uitnemende wijze de beteekenis en het werk van . den voortreffelijken godgeleerde, die in dagen van geestelijke inzinking zoo krachtig de vaan der waarheid omboog hief, heeft geteekend. Den 13den November daarna werd de gepromoveerde door zijn leermeester Dr A. Knyper in den dienst te Oudshoorn ingeleid. Hij diende deze gemeente slechts kort en vertrok in November 1894 naar Zeist, waar hij arbeidde tot het voorjaar van 1903, toen hij geroepen werd om als hoogleeraar aan de Theologische school op te treden. Had hij als prediker een goeden naam verworven, nog steeds is het zijne liefde om voor de gemeente op te treden en wordt , zijne prediking ten zeerste gewaardeerd. En wat hij voor de' Kerk des Heeren gedaan heeft in de Jaren, die hij in Kampen werkte, is niet gering. Hij heeft do gaven om de studenten in .te leiden en te fundeeren in de Dogmatiek.

Gaarne bieden ook wij den jubilaris oAze gelukwenschen.

Wij denken hierbij ook aan de geschriften, welke van hem versdhenen en inzonderheid aan „De persoon van den Middelaar in de nieuwere Duitsche Dogmatiek" ten iaan zijn „Scluift en Ervaring: ", welke beide zeer verdienstelijk oriënteeren.

Mogen er nog meer van zulke studies van zijn hand verschijnen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 november 1922

De Reformatie | 8 Pagina's

De loochening der Gemeene Gratie.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 november 1922

De Reformatie | 8 Pagina's