GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Bij de Jaarswisseling.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Bij de Jaarswisseling.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ook nog deze week laat ik het vervolg van m'n artikelen-reeks liggen, uit dezelfde overweging, diemij de yorige [mjaal er toe h'radht.

Evenzeer toch lals (het Kerstfeest is de j aars wisseling een gebeurtenis, - die het leVen-van-allen-dag een oogenblik doet stilstaan, die de gewone verhoudingen momenteel overheerscht, en dus zullen we in de literatuur ook weer overal de sporen daarvan kunnen vinden. Want alles wat in h'et menschen-leven een plaats heeft, heeft ook' een plaats in de letterkhnde.

Te eerder nog zal deze veelvuldige reflexen ge--venvan 'Oude-en Nieuwjaarsstem'mingen, wijl de Jaarswisseling de aandacht van 'de menschen in één punt samentrekt, veel 'meer noig' dan de Kerstviering, die voor Velen ook Izlonder het kindeken van Bethlehem' mogelijk is. Bovendien 'kan de wisseling van 't jaar uitgangspunt izijn voor allerlei over-• weging, en dus in iedere periode en Voor elk'en dichter of schrijver onderwerp van behandeling zijn, terwijl de behoefte, te zingen 'vlan ide glorie van'den Kerstdag, alleen in de sfeer der religie geboren wordt.'

Uit deze yeelheid 'dan doe ik thans een enkele greep, nu we zelf staan voor den overgang van het oude naar het nieuwe jaar.

Ik zei ial, dat oud-en nieuwjaarsliteratnar allerlei aard kan zijn.

Christelijke kttnst aal Ihier de idee der vergankelijkheid stellen tegenover wat eeuwig is, z; al k? pmen tot zelf-analyse', met de 'vraag in Jioeverre de zegen en de teleurstelling van 'het voorbijgegane de ziel dichter hebben gebracht hij God, zal 'bij den ingang van het onbekende de behoefte uitspraken aan goddelijke genade om] in het fco'mende Gods weg te mogen gaan.

Waar men echter met leeft bij deze dingen, zal de stemniing een andere izijn, verschillend naar de omstandigheden, waarin 'men verkeert. Leest men den bnndel „Nieuw Jaar Liedekens, uytghegheven hij de Retorijck klaimer 't aemstelredam in Liefd' Bloeyende, vian iden jaere 1581 tot den jaere 1608", dan izal !men alle'rlei toespelingen vinden op onderlinge verhoudingen en daaraan vastgeknoopte ethische lessen in rederijkerstrant. Bladert men door de „Nieuw-jaerlieden" der Duitsche Academie, (van 1618—1622) dan, leest ta-en telkens weer van den strijd, dien de Aoademisten te voeren hadden met de predikanten en zijn vele liedjes een quitteering of verzwaring van landerer schuldrekening. De van het begin der 18e eeuw tot op onzen dag toe jaarlijks teru; gkberende samenspreking vaii Thom, asvaer en Pieternel (afkomstig uit het fclu'chtspel „De Bruiloft van Kloris en Roosje", dat van - j-1707 af vertoond werd na de nieuwjaarsopvoering van den Gijshtecht) bespreekt de voornaamste gebeurtenissen Van hiet jaar' in goedmoedig-iguitigen trant. Slaat jmen de Nieuwjaarsliederen op van Tollens, dan krijgt tóen het beeld te zien Van den zelfgenoegzaJmien, oppervlakkiggodsdienstigén tijd, wiaarVan hij de kenmerkende vertegenwoordiger is.

En zoo zou ik kunnen vo'Ortg^an toet 't opsomin'en van telkens weer iandersoortige gedichten of proziaïragmenten, die den tijd en de gedac|hten van den auteur reflecteeren.

Evenzoovele voorbeelden zouden er najast te stellen zijn van Cats, Vondel, Huyghens, Calm'phuysen, of later, Bilderdijk en Da 'Costa, die allen de jaarswisseling zien iA ïiöt hdht van hhn christelijke overtuiging en dus tot geheel andere beschouwingen komen.

Merkwaardige tegenstellingen zouden ten aanzien 'van dit veelgeliefde onderwerp samen te brengen zijn. Eén voorbeeld diene ter illustratie. Ik kies daartoe uit het werk van twee dichters, die al door den tijd, waarin 'ze leven en den groep, waartoe ze behooren, elkanders tegengestelden zijn: daardoor spreekt het voorbeeld stei-kbr. 'k Bedoel dan Albert Verwey en J. J. L'. ten Kate, en heb 't oog op: ^jRouw Om het jaar" (Verwey) en „OudejaarsavondtroO'St" (ten Kate).

Al dadelijk Vallen de titels der gedichten u op, en, bij even nadenken, iziet ge daarin de tegenstelling al volkojmen aangewezen. Tusschen rouw en troost in ligt juist het groote scheidinigspunt.

In het, bijzonder artistieke, gediciht vlan Verwey, (ook in-!z, 'n vorni is het eigena3, rdig), worden, de maanden uitgenoodigd 'bloemen aan te brengen, want het jaar is dood!

Het jaar is een Icoud, dood raau; in h-uis. En ik wil het begraven met zang] en geruisch Van vallende bloemen.... Het jaar, ach 't jaar is dood!

Blijde maanden van 't doode Jaar, Vol] egt zachter achter de baar Dan toen gij volgdet na elkaar, Armvollen dragend van blijde bloemen Eerste en laatste maanden, treedt Langs de baar met sleepend kleed — Uw preev'lende lippen noemen , Spelend den naam van 't jaar. Ach, 't schoone jaar is dood!

Maanden, die als maagden zijt. Strooit rondom herd bloemen en kruid, — 'Hij was een schoon, groot man in zijn tijd, Draagt hem miet zangen en klagen uit Bloemen liggen oto 't schoone hoofd. Bloemen over de baar — Maar het licht, ach het licht is gedoofd In de oogen van 't doode jaar.

Gaat nog eenmaal rond de baar Komt dan weer.... Ziet nog eens naar 't doode jaar Dan niet meer .....

Dood! dat is 'de 'hoofdtoon. Wat schoon, groot, licht, fleurig Was — 't is weg. De stem'ming is die van een begrafenis.'. En de tocih o-i-unisbare troo'St moet worden gevonden in de 'h'oop' op het nieuwe ja.ar, dat weer een blijde Mei brengen zal (slotstrophe). Hier uit zich een fijn-voelend dichter, een groot kunstenaar, die de verga, rikelijkheidsgedac'hte gevoelt, maar naar het Eeuwige niet grijpen kan. '

Stel tegenover Izijn gedicht nu (hfet naar den vorm echt-ouderwetsche, soms rijm-stroeve ver§ van Ten Kate: 'SIEISSSS.*

Neen, die Hoop' zal niet beschamen Die Gods trouw tot grondslag] heeft: Zijn belofte is Ja en Amen — Eeuwig lieft die eeuwig leeft! 't Zijn Gods goedertierenheden Diat wij niet vernietigd zijn. God doorbalsemt de woestijh Met een Levensgeur uit Eden.

Alle zonden, alle zorgen, Wentlen wij op U alleen. Nieuw ^' eiken nieu, w'en morgen Blijven üw barmhartigheên. Frisch nog, in de - winternachten, In den laatsten stond van 't jaar, Bij de wieg en bij: de ba, ar Eerste en Laatste! God der Krachten!

Halleluja, Hemfel-ÏIeere! In dit heilig oogenblik. Hallelujah, lof en eere Gok bij onzen jongsten snik! ] 't Zij - wij sterven, 't zij wij! leven, Blijf ons deel in eeuwigheid! ' Houd ons op' Uw komst bereid, Tot we Uw Hemel binnen zweven!

Zeker, we gevoelen allen het versohil in artisticiteit (tusschen haiak] es herinner ik er even aan, dat de taeening als zou bij de predikant-dichters geen schoonheid, te vinden zijn en geen kunst geheel uit den tijd is)-Maiar we voelen óók het verschil in stemming, in wa, rmte, zoo sterk zelfs, dat geen enkel woord ter verduideUjfcing meer noodig is. Daarom, zij men niet te haastig in [het oordeelen, maar luistere liever.

Ten slotte wijs ik nog op den blekenden ziang, waarmede de Genestet op Nieuwjaarsdag 1855 het nieuwe jaar inging. En laten we ook hier niet critiseeren, maar luisteren. W.ant wat Jiij z'egt geldt ook ons!

De lendenen •omgord en brandende de lampen! Neemit saam de plooien van het sleepende gewaad Dat gij 'mloogt vaardig zij'n tot werken, dienen, kampen, Tot scheiden — als Gods ure slaat.

De lendenen ömigiord: schikt weg wiat u 2ou( hinderen, Gehoorzaamite aller uur op de ongewisse paên, Als knechten in Gods dienst, neen, als geliefde kinderen, Denkweg, dien Hij u - w'enkt, te gaan.

Ons leven is een staag verreizen en vertrekken; — Wie roemt op stad of huis of rustplaats hier beneên? — Ons komt gedurig weer de stem des Geestes wekken: Op, maak U vaardig en reis heen!

Op, uit uw armëtoel, naar het stroodak in de verte! Der armen Heiland roept in guren winternacht. Op', uit uw blij gezin, naar 't eenzaam huis der smarte: Ween met die weenen, trouw en zacht.

Voort van de plek der ruste, in 'tkampperk van het leven, Dio steile bergen op; daal van de plaats der eerj Verlaat Uw rozenhof voor donkre olijvendreven. Op — naar uw kruis, u.W graf, uw Heer!

Ga, waar uw, werk u roept, en volgzaam! Iaat u leiden. Wacht op Gods wenk, omknel uw reisstaf, neem uw kruis i Groet die gij liefhebt, want uw wegen zullen scheiden, Bereid uw hart, bereid ja, w1 huis....

„Bereid zijïn, ” klinkt de last, zoo neem' 'San saam • de vouwen Van 't hangende gewaad, voor 'tstruiklen van u-wi voet. Omgordt u met de kracht van 't vol geloofsvertrouwen Met Christenliefde en Christenmoed.

En steekt de lamp'en aan — ook waar een zon van zegen Dees schoenen morgen in uw woning licht en lacht! Omgordt u; gij moet voort, op.de onbekende wegen! Ontsteekt de lampen — het wordt nacht.

Gaan wij met deze ernstige vermaning h'et jaar

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 december 1922

De Reformatie | 8 Pagina's

Bij de Jaarswisseling.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 december 1922

De Reformatie | 8 Pagina's