GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Mannelijk Christendom.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Mannelijk Christendom.

16 minuten leestijd Arcering uitzetten

VI.

Dr M. ran Rhijn, een van de invloedrijkste jonge". Ethischen, schreef een brochure; „Hedendaagse!»| Orthodoxie", waarin hij de leuze van een „manne-i lijk christendom" opheft. , :

Hij beschuldigt daarin ScUeiermacher en W Piëtisme, dat zij het christendom hebben TS' , vTouwelijkt

Door dit vrouwelijk Christendom heeft de te* volgens hem, groot-industrie, arbeiders en gestude*'' den van zich vervreemd. HiJ hoort steeds sterk*., roepen om mannelijk Christendom, . '

Bij zijn nadere ontleding van het mannelijk CM': . lendom brengt Dr v. R. drie momenten naar vore» , vooruitzien, luisteren, volgen. Hij laat Ê'^'''^'', . L band aan het verleden slap hangen, schakell " Schrift als beoordeelingsmaatstaf uit en legt g* nadruk op het gebod. In dit alles is het GereWfj meerde christendom mannelijker dan het mxius" christendom, dat Dr v. R. zich construeerde.

Totnogtoe kwam de theorie aa, n het wooni. Hoe denkt Dr v. R. zich het mannelijk chns| ten dom in de praktijk?

Ter beantwoording daarvan resei-veert hij bijna ije helft van zijn brochure.

Men kan imerken, dat hij in vuur raakt jjij wordt scherp.

Soms zijn zijn sla.gen raak'.

Soms krijgt men den indruk, dat Mj voor een OTgenblik op (hol slaat.

Dit is [het boeiendste en tegelijk' het zwakste ^eel van zijn geschrift.

^ wil er hier en daar een greep uit doen. ]^ieJi\ elke nitdrukking daarin onderwerp ik aan jiiitiek. Dit zou te lang ophouden.

Onze lezers zijn mans genoeg ztelf hiet wapen der liritiek te hanteeren.

Men vergete daarbij niet, dat deze brochure oorspronkelijk referaat was voor een predikantenvergadering.

En dan is hiij in zijn oordeel over de theologen lang niet mialsch.

„Ik kan de' gedachte dikwijls niet van mij afzetten, dat. er door ons theologen, voorzoover wrj! practisch werkzaam zijn, in ons persooinlijk leven dikwijls veel te weinig aan de eischen van zulk een mannelijk, universeel, doortastend christendom; wordt voldaan. Ik kan hier natuurlijk maar heel kort zijh, maar het is somis of alle gespierdheid uit eigen leven, ook uit het leven onzer kerk, is geweken. Wijl worden op het eene of andere gebied als herder geroepen en hoe dÏKwijls g, egen wiji ons in menig opzicht als schapen!"

Wordt er door anderen weleens geklaagd over dominocratie, (ovjer doimineesregeering. Dr v. R'. schijnt dit kwaad niet-te hebben opgemerkt, maar wel het tegenovergestelde.

Sommige predikanten laten zich door de broeders ringelooren, anderen zitten op meer welwillende wijze onder de plak, de mieesten zwijgen als lammeren, zoo stelt hij het voor.

Hieruit blijkt, dat Dr v. R. niet de volle werkelijkheid kent.

Althans houdt hij slechts rekfening mtet een stuk ervan.

Stellig, onder de predikanten kbm'en, wat men weleens noemt, echt© „doetjes" voor.

Een eigen opinie honden ze er riiet op' na of ze leggen die bij het pas gestreken linnengoied. Leiding, initiatief, gaat er niet van hen uit.

De ouderlingen moeten maar zeggen, hoe ze het hebben willen. En ïwiaar deze nogal eens verdeeld zijn, zit de arme dominee vaak tusschen twee vuren.

Maar tegenover jhen staat ook' het type van den predikant-potentaat. „Paus" noiemt het volk hem bij voorkeur. Hij lijdt aan de ambtshoogheid, door „De iHjeraut" kortelings zoo terecht gegispt. Hij' laat er zich op-voorstaan: ik' heb gestudeerd en juUie niet. , 0f ook' redeneert Jiij zoolang, dat de terkeraadsleden overleggen: laten we hem zijn zin maar geven, , anders komen we vannacht niet op bed. Of doch de lezer vuile zelf In.

En daaxtusschen in vindt 'men een groote kategorie van predikanten, die deze uitersten weten te mijden, genoeg takt en eerlijkheid bezitten om niet tot - eiken prijs hun mieening door te drijven, genoeg rugigegraat pni voor' allerlei kleine intrigetjes en igevaartjes hun overtuiging niet prijs te geven, tti'aar den juisten weg aan te wijzen.

Zóó zie ik het in onze Gereform'eerde Kerken.

Zóó zal [hiet tO'Ch ook' wel in de Ned. Herv. Kerk zijn?

Maar als advoklaiat voor een Mannelijk christendom kon Dr v. R. eerst recht warm loopen, als hij het ooig gericht hield op eerstgenoemde zwakke figuren.

En dan spreekt hij' den wensdh uit:

„Ik zou biji voorbeeld wel willen, dat degenen, die een beroep naar een der cultuurcentra kriggen, eerst begonnen met op het gebied van preeken en wijkarbeid, catechisatie en ook van studie om Gods wil eischen te stellen, die de beroepend© gemeente met eerbied en ontzag vervullen. Ik , zou wel willen, dat degenen, die thans naar Amsterdam worden beroepen, weigerden in een gemeente met 2000 katechisanten toch eigenlijk zoa'n klein beetje spandiensten te verrichten, omdat het kerkelijke leven er anders verloopt. Ik zola iVVel willen, dat er, waar mogelijk, op het punt van salarieering en hoofdelijken omslag nu overal krachtdadig werd doorgetast. Voor een doodzieke moeder durft men alles, eischt men alles en geeft men alles, en de eisch van den tienden penning is een voortreffelijk middel om-uit te vinden, wie er nog liefde en energie - genoeg heeft, om den strijd voor zij'n kerk aan te binden. Ik zou wel willen, dat er onder ons, die onder open hemel leven, wat mteer frissche lucht werd gevonden; dat niet zoo dikwijls de wereld de these stelde en onze kerk de anthithese, maar omgekeerd, wat meer onze kerk de these en de wereld de antithese; dat er eindelijk eens een einde kwam aan het weerzinwekkende geknoei met historische kritiek en nieuwere theologie; dat er bijl velen wat meer van de academische opleiding beklijfde. Aan de Universiteit was het, blijkbaar pi'omemorie, even vrij onderzoek. Toen kwam de eerste gemeente. Voor sommigen het begin van een moeizame reis op-den Louteringsberg, voor anderen een weinig Diantesk afdalen naar het rijk der duisternis. Voor somimigen het eerste ontwaken, voor anderen het aanleggen van de narcosekap. Totdat • ïnen geen tien meer tellen kan. Ander haar, andere stem, andere ooren, andere oogen, andere gang, andere kleeren, andere woorden, andere begrippen. alles anders. Gefatsoeneerd naar het model. Werkende als een gramofoonplaat, overal gelijk, en als zoodanig hoog gefaseerd in den ruilhandel."

In dezen toonaard gaat hij nog wat voort. ' Met instemming lazen we, , de zinsnede, waarin hij het verlangen te kennen' geeft, dat de kerk wat meer de Öiese zal stellen en alzooi doen. uitkomen, dat de wereld uit antithese leeft.

Ook door onze mannen werd dit meermalen uitgesproken.

Het doet goed het nog eens van deze zijde te hooren.

Toch bedoelt Dr v. R. jh'et in anderen zin dan wij.

Dat blijkt wel uit wat hij er op volgen laat.

Van de akademisohe opleiding moiet wat meer beklijven, vindt liij. Bet vrije onderzoek, de historische 'kritiek, de nieuwere theologie moet ook bij den arbeid in de Igemeente volgens hem aan het woord ko'men. "

Maar daarm'e© vertelt hij niets nieuws.

Prof. Cramer, destijds nog predikant te 's-Gravenhage, wilde ook al de kerkramen voor de Schriftkritiek openstooten. Ook hij 'had behoefte aan frissche lucht.

Hoe stelt Dr v. R. ons hierin teleur!

Zijn - mannelijk christendom zal dus in de eerste plaats - moeten - dienen om - de Schrift van haar normeerend, gezaghebbend karakter te berooven.

Wetenschappelijk inziöht - stellen boven de Schrift,

daarin schuilt voor hem de durvende daad. Den tegenwoordigen toestand te-ekent hij - aldus: "

„De overigens vrij zelfbewuste kleinen mogen niet geërgerd worden en krijgen pap, maar wat op eigen voeten loopt, mag zoo'n beetje verhongeren. En dan kreunen over den afval, achter de koffie en op den preekstoel. Prof. De la Saussaye Jun. noemde zulke theologen „gewone kerkuilen". Deze qualificatie was niet bijzonder vriendelijk, maar is er geen kern van waarheid in?

Inzoover heeft Dr v. - R. gelijk, dat wanneer iemand zijn kritisch o-ordeel - over de Schrift verzwijgt om: de gem-eente niet te ergeren, dit als onmannelijk m-oet worden afgekeurd.

Doch het is ook lonvrouwelijk.

Het is oneerlijk.

Overigens is er vooï henl, die - met beide voeten staat op den bodem Van - onzen tijd en zich niet in een klein kringetje opsluit, maar zich ook zijn roeping tegenover de wereld bewust is, veel meer durf toe - noodig o-m' de Schrift te verdedigen, dan om haar aan menschelijke inzichten als prooi Voor te werpen.

Inzonderheid geldt dit voor den wetenschapp-elij'k gevormde.

•Wie - als wetenschappelijk mensch buigt voor de goddelijke autoriteit van het 'Woord, wordt in de wetenschappelijke wereld al dadelijk niet voor vol aangezien.

Men moet er maar eens op letten, hoe schamper er in wetenschappelijke bladen vaak gesproken wordt - over studies, waa-rin de Gereformeerde wereld-en levensbeschouwing uitkomt.

En tegenover zooveel laatdunkend'heid toch geen duimbreed van zijn standpunt te wijken en aan de Schrift o-ok bij - de beoefening der wetenschap zich onvoorwaardelijk te - onderwerpen, — dat vraa.gt een man.

Ook hieruit ziet mien weer: of een sympathieke figuur als Dr v. R. jaan ïiet woord is of ©ein ander van zijn geestverwanten, w-at de Ethischen van de Gereformieerden scheidt, blijft immer de Schrift.

En wij herhalen: de houding van den Gereformleerde in - deze is miannelijker dan die van den voortreffelijkste onder - de Ethischen.

Voorts stelt Dr v. R. op het program' van actie van zijn hiarmelijk christendom een principiëele verbetering, van het katechetisch onderwijs en een ingrijpende wijziging van - de aanneming.

Het laatste pirnt ontwikkelt hij niet. Daar volsta, at hij met te repeteeren: wij hebhen hier een mannelijk christendom no-odig.

Wat het eerste aangaat, geeft hij deze g-edaöhten ten beste:

„Het zou, dunkt mij, aanbeveling verdienen, wanneer het 'lïatechetisch onderwijs in onze cultuurcentra zoo spoedig mogelijk aan afzonderlijk daartoe geroepen, goed onderlegde theologen werd toevertrouwd. Die godsdienstige onkunde is onrustbarend en duizenden komen bij het tegenwoordig katechetisch onderwijs te kort. Zulke katecheten zouden misschien in eenige leerjaren bij een m-odern op'gezet leerprogramma honderden leerlingen aan zich kunnen verplichten, een stuk huisbezoek en in ieder geval het werk onder de jeugd van de piredikanten kunnen overnemen en voor een Volksuniversiteit of op andere wijze, cursussen kunlien geven over nieuwere richtingen, buitenkerkelijke neligie, het Roomsch-KathoJicisme, nieuwere Jezus-waardeering en dergelij'ke."

Hierin uit zich' een reformatorische wenscli, waarover ook ond.er ons valt te praten.

• 'Maar - is het niet een weinig overdreven, om daarin een wezenstreli van mannelijk christendom te zoeken?

Men zou da, armee blijk geven van doortasten.

Doch - do-orta; stendheid is volstrekt geen - eigenschap van mannen alleen.

Ook Z'óu bet onbillijk zijn om een kerkengroep of groep van personen, die de oplossing van het jeugdprobleem in andere richting zoekt dan Dr v. R. van onmannelijk christendom of van ^mannelij'fce on christelijkheid aan te klagen. "''> •., •'.'/

Stellig, er moet wat gebeuren.

Maar hoe is een tweede vraag.

En het is niet onmannelijk zich daarover nader te beraden.

De Voorgeschiedenis.

• Dreigend — als de waarschuwingsborden: „Verboden Terrein, art. 461 Wetboek van Strafrecht", wa-arvoor ge op vacantiewandelingen even halt houdt, juist als ge een schilderachtig bo-schpad woudt binnengaan — staat boven het laatste rapport in den Rapportenbundel, welke de komende Generale Synode wordt acuigeboden en dat wij klortbeidshalve voortaan het Liturgie-rapport zullen noemen, de woorden: „N-adruk' Verboden, volgens de Auteurswet 191.2. Tot het overnemen van gedeelten uit 'dit rapport lk!an in bepaalde gevallen verlof worden bekomten op schriftelijke aanvrage aan Prof. Dr G. Chl Aalders, Nassaulaan 17, Hilversum, ".

Nu is de be-do-eling Van - die bordjes in onze bosschen gewoonlijk niet zóó streng, als de bewoording zou do-en vermoeden. In de meeste gevallen wordt de •vreedzame wandelaar met rus! gelaten. Ook ïhag hij gerust wat bosohbessen of bramen pliikken. Alleen de eigenaar wil de tnacht aan zich' behouden omi o-ngewenschte elementen, die stroo-pen of vandalisme p-legen, te weren.

En zóó zal het ook _wel gemeend zijn met het Liturgie-rapport.

Wij waren voornemiens onze voorlichting over de rapporten hiermiee - aan te vangen. Enkele citaten daaraan te ontleenen is vanzelf zoo niet onvermijdelijk, dan toch gewenscht. Natuurlijk hopen •we dit te doen pp bescheiden scihaaJ'. Van copiëeren der muziek is er bij ons geen sprake. Van overname der berijmde liederen evenmin. Wij willen taaar een paar steekproeven neimen. Onze voorlichting af en toe do-eumcnteeren. Zelfs geloof ik', dat dit met de auteurswet op zichzelf niets te mak'en heeft.

Ma.ar opdat ook in - deze alle dingen eerlijk en met orde - geschiede heb ik' aan. Deptitaten toestemming voor citeeren aangevraagd.

Het gaat toch niet ; aan zich op het standpunt te stellen: ik neem' zooveel - over, dat de auteurswet geen vat op mij heeft.

Integendeel dient op volle bewilliging van Deputaten hooige prijs te wordeii gesteld.

E.n waar dan - de toesteimtaiing tot 'heden niet afk'w-am, o-efenen we nog even geduld, we stellen zoolang do bespreJdng van het liturgie-rapport zelf uit - en handelen over - de vóórgeschi-edenis van het Happort over de „Eenige Geza, ngen".

Deiftiia-lve hiet over de vóórgeschiedenis van de gez-angen-fcwestie z-elf.

Dan zouden wte mOeten teiniggaan tot de Reformatie, de invoering der „Evangelische Gezangen" aan kritiek m-oeten onderwerpen, de houding van de reformlato-rische bewegingen van '34 en '86 moeten toelichten.

D|at lalles laten vfe ^echter achterwege, om' alleen te vragen hoe dit japport is ontstaan.

De Synode vlah - den Haaig in 1914 wijst Merbij zich als uitganigspunt aan.

Op het agendum stond een voo-rstel van de classis Dordredht, van dezen inhoud:

•" „De Synode benoeme Deputaten om de eerstvolgende Synode van advies te dienen over de volgende vragen:

I. a^ Is het, op zichzelf beschouwd, wenschelijk, dat de Gereformeerde K-ei'k'en in haren Openbaren Eeredienst naast den Psalmbimdel een bundel andere kerkliederen gebruiken?

b. Zoo ja, bestaan er dan overwegende bezwaren van practischen aard tegen het doen van de eerste stappen tot samienstelling - en invoering van een dergelijken bundel kerkliederen? " enz.

Opzettelijk! - werd hier het 'woord gezangen gemie-den - en - daiarVoor „klerkliederen" in de plaats gesteld om' verwarring met 'de , , Evangelische Gezangen" te voorkomen.

Tevens k'wlami er een verzoek in van drie Particuliere Synodes om op deze zaak' niet in te gaan. De' Co-mmissie, door - de Synode benoemd, was in haar oordeel niet eenparig.

Een paar leden waren er voo-r om' b.v. gedeelten v; a.n het Nieuwe Testaimient te berijmen, en zouden gaarne zien, dat Deputaten benoemd werden oim over drie j-aren in deze van advies te dienen.

De meerderheid was echter van ©en ander gevoelen.

Zij voerde als argumienten aan:

lo. dat er te weinig uit de kerken zelf gegeven was, wijl slechts één classis er zich voor ©n drie Particulier© Synoden ©r zich beslist tegen hebben verklaard.

2o. dat 'deze zaak niet urgent y/as „en over drie j, a, ren even frisch' zal zijn als nu".

3o. dat jhet woord „gezangen" bij velen een gevo-el van vreeze - en onzekerheid wakker m!aakt en er groot verschil van gevoelen over deze zaak is.

4o. dat de tijdaomstaiidiglieden en dé verhouding, tot de broederen Ibuiten de Gereformeerde Kerken het niet wenschelijk maakten deze kwestie aanhangig te maken.

De Coonniissie gaf dan ook aan de Synode het advies: „De Synode oordeelt, thans op deze kwestie niet nader te anoeten ingaan".

Na lezing vai\ het rapport werd er nog dooi Ds S. Hiiismans een voorstel ingediend, mede onderteekend door Prof. Lindeboom, Prof. Dr Bavinck en Prof. Dr A. Kuypier, opdat de Synode een Commissie zou benoemen:

, a.. om te onderzoeken of het vermeerderen van Kerkliederen in de Grereformeerde Kerken geoorloofd en gewenscht is en

b. om, indien zij a, cht hiertoe te kunnen adviseeren, bij haar rapport, als proeve, eenige kerkliederen te voegen, die aan haar bedoeling zullen beantwoorden, en die zij acht conform de Gereformeerde Belijdenis te zijn.

W^arm werd pro en contra gepleit.

Het voorzichtig gestelde voorstel van Ds H. en de drie hoogleeraren k^wam echter niet in stemming, doordat (het voorstel van de Commissie met 36 tegen 12 stemmen werd aangenomen.

In 1917 volgde de Synode te Rotterdam.

Uit niets bleek' daar, dat de zaak , , nog even frisch" was als in 1914.

Droeg deze vergadering meer het karakter van feen Synode d'affaires, ook de kwestie der Gezangen of Kerkliederen kwam niet ter sprake. Toch' was zij blijkbaar niet gedoofd.

Een vereeniging, die zich ten doel stelde verrijking van het kerfcg'ezang te bewerken, werd opgericht.

In 1920, op de Synode te Leeuwarden, vormde deze kwestie weer een onderwerp van ampele bespreUdng.

De idee, door de minderheid van de "Commissie der Synode van 1914 gelanceerd n.l. om berijmde gedeelten van het Nieuwe Testainent aan de „Eenige Gezangen" toe te voegen, werd door de Particuliere Synode van Noord-Holland overgenomen, met dien verstande, dat zij niet sprak' van berijmde gedeelten van [bet Nieuwe Testament, maar van berijmde gedeelten der Heilige Schrift, waarbij zij hiaar wensch dus ook uitbreidde tot het Oude Tes­ tament.

De Particuliere Synode van Gelderland betuigde hieraan adhaesie.

De kerk van Amsterdam-Zuid was van oordeel, dat de Synode zich niet tot berijmde Schriftgedeelten moest beper'kien en drong aan op de invoering van kerkliederen.

Br van Beeck Calkoen c.s. richtte tot de Synode een soortgelijk verzoek en boden een proeve van N. T. kerkliederen aan.

Onder deze auspiciën kwam de Synode saam. En de discussies bewezen, dat de constellatie der geesten sinds 1914 zidh belangrijk had gewijzigd. Kon toen (het schoorvoetende voorstel om te onderzoeken of (het kerkelijk gebruik van kerkliederen geoorloofd en gewenscht was, de sympathie niet venverven, tlians bracht het geen moeite' met zidh tot een besluit te komen.

Over de principieel e zijde van het vraagstuk werd niet veel gehandeld.

De Commissie nam in h^ar rapport de woorden op': „Moge principieel geen bedenking te maken zijn tegen kerkliederen, die niet een berijming van Gods Woord doöh een vrije vertolking van wat het gemoed des christens beweegt moeten beeten, voorzoover deze met Gods Woord naar onze belijdenis overeenkomen''.

Daarm'ede w; as dit deel van de kwestie afgedaan.

De Synode gelastte aan de Deputaten voor de liturgie geen nader principieel onderzoek.

'Zich streng aan hun opdracht houdend, wijden de Deputaten in hun rapporten boek hieraan geen bladzijde.

Van hun kant vO'lVomen terecht.

Wel rijst 'de vraag op, of het met het oog op de toekomst taktisdh, laat mij het woord gebruiken: pedagogisch was van de Synode, om de principiëele kwestie ter zijde te schuiven.

Voorzoover ik zien kan, komt men met oen behandeling au fond op den duur het verst.

Zooals nu de zaak staat, krijgt men den indruk, dat onze kerken hiervan uitgaan: wat kunnen wa op het oogenblik' bereiken? En wat we bereiken kunnen, laten we dat binnenhalen.

„Realpolitik" ware hiervoor een slecht gekozen woord, vooral Waar we op kerkelijk gebied de gedachte aan politiek liefst weren.

Maar wel fean ttiet zóó ingekleed: laat nien zich niet te veel leiden door de kansen van het oogenblik?

Het is onze bedoeling niet om over het besluit der Synode te Leeuwiarden na te pleifen.

AVe nemen bij onze besproking het rapport, gelijk het hier ligt.

Anders te handelen ware onbillijk'.

We •wijzen er slechts O'p, omdat in het vervolg weleens zou kunnen blijken, dat men over de principiëele zijde der zaak, welke ten slotte de praktische beheerscht, te licht is heengestapt.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 april 1923

De Reformatie | 8 Pagina's

Mannelijk Christendom.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 april 1923

De Reformatie | 8 Pagina's