GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

In de scbool der wijsbegeerte.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

In de scbool der wijsbegeerte.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

XXIV.

De pluriformiteit der wijsbegeerte.

De wijsbegeerte is, evenals de religie, een geestesstrooming, die gestadig door de mensehlheid hééngolft en een 'heerschenden factor vormt in de wereldgeschiedenis. !

Het is daarom altijd gewenscht en leerzaam tusschen die beiden de parallellen te zoeken, en de overeenkomst en iwisselwerking vast te stellen.

Op die wijze krijgt mien het best en het vlotst een gewenscht inzicht in het karakter en de beteekenis van het zoo moeilijk grijpbaar verschijnsel der wijsbegeerte.

Natuurlijk Imioeten "wij nuchter oppassen voor overdrijving.

Het verschil tusschen godsdienst en wijsbegeerte is gedurig een tegenstelling als tusschen betrekkelijkheid en volstrektheid.

De religie hééft God en ontwikkelt zich uit haar oorsprong.

De wijsbegeerte zoekt God .en tast naar het schemerend doel.

In den godsdienst is iedere reformatie in beginsel een terugkeer tot de oude paden.

In de wijsbegeerte "is de hervorming een ontdekken van' Onbekende wegen.

Wanneer wij du.s ©en parallel vinden tusschen Luther en Descartes , als geestelijke hervormers, moet de betrekkelijkheid der wijsbegeerte hierbij terdege in rekening worden gebracht.

De daden der groote hervormers, Luther en Calvijn, hebben een absolute beteekenis voor het nageslacht. In zekeren zin is hetgeen zij uit den chaos van Rome aan het licht hebben gebracht onverbeterlijk, gezaghebbend voor alle eeuwen. Er zal nimmer in later tijden een man opstaan, die de hervorming der 16de eeuw door een nieuwe reformatorische da, ad zoodanig overtreft, dat deze als een fase van ontwikkeling, lals een voorbijgegane episode in de geschiedenis, jachter ons ligt. Maar in de wijsbiegeerie is het anders.

Hier verloopt de ontwikkeling in fasen en sprongen. De Grieksche wijsbegeerte vormt een afgesloten tijdperk, wlaaruit de menschh'eid zeker nog geestesvruchten oogst, raiaar wiaarheen zij niet meer terugkeert als tot een voor ha^r gezaghebbende eeuw.

Descartes ontstak een nieuw licht, waardoor de glans van Aristoteles verdofte.

Maar deze hervormer heerschte zelf slechts zoolang in het rijk der gedachten tot een andere en grooter geest dan hij zijn theorie omwierp.

De „Luther” der wijsgeerige reformatie is op zijn beurt slechts de voorlooper van Immanuel Kant geweest.

Wij komen later op dit punt terug, wanneer wij de beteekenis van dezen filosofischen Hercules, bij Wien Descartes slechts een schildknaap is, gullen schetsen, m|a.ax wij willen, dat onze lezers van meet af dit betrekkelijk karakter van de wijsbegeerte goed in het oog zullen vatten, opdat we bij de vergelijking tusschen wijsbegeerte en godsdienst niet worden misverstaan.

Welnu, zie dan ook, hoe de wijsbegeerte evenals ha, ar „volmaakte zuster", onderworpen is aan de geheimzinnige wet der pluriformiteit.

Hoe kan mIen het best het grondkarakter van "de nieuwe Caxtesiaansche leer, die een paar eeuwen dirigent wias, beschrijven?

Men kan zeggen: het Cartesianisïne is een zuiver rationalistische geestesrichting, en deze definitie is juist, miaar heeft nog oriëntatie noodig. Deseartes begon met den twijfel aan de vertrouwbaarheid van de zintuigen, maiar hij eindigde met vertrouwen te stellen in de menschelijke rede en de haar ingeboren principes.

Zijn rationalisme was dus dogmatisch.

Met zijn kritiek bleef hij staan aan den ingang der rede: voor den god der rede zelf knielde hij als voor de gezaghebbende majesteit. De rede zelf te kritiseeren was een taak, waartoe anderhalve eeuw later het m'oedig genie van Kant zich zou opmiaken.

Maar verder.

Tot voorwerp van zijn wijsgeerig onderzoek stelde Descartes de natuur der dingen en de vericlaring van hare verschijnselen uit het wezen en de wetten der natuur.

In dit opzicht was zijn filosofie dus zuiver na­ tural! stisch.

Het rationalisme van Descartes wordt dus nader gekenschetst door de toevoeging: dogmatisch-naturalistisch, gelijk omgekeerd de uitdrukking rationalistisch een verbijzondering is van het algeméene begrip: dogmatisch naturalisme.

Gelijktijdig toch imiet de opkomst van het Cartesianisme heeft de wijsbegeerte ook' in Engeland een wedergeboorte doorgemaakt.

Francis Ba co (gest. 1626) trad ook' op als een held der „nieuwe gedachte"^ een bestormer van de oude middeleeuwsche school.

Ook hij fondeerde zijn filosofie op het geloof in de vertrouwbaarheid der menschielijke rede en stelde tot ha.ar object de natuur der dingen, maar terwijl door Descartes bij dit onderzoek op den voorgrond gesteld werd als instrument het klare denken, legde Baco den nadruk op de waarneming en ervaring.

Daardoor ontsprongen in de nieuwe wijsbegeerte twee hoofdrichtingen, het empirisme (van empirie =; ervaring) en het rationalism'e, één zijnde in den wortel (de vertrouwbaarheid der rede), verschillend in 'waardeering en gebruik van het middel. Dat is dus reeds, een drddelijk'e pluriformiteit (veelvormigheid) van de filosofie', en • deze is scherpier en sterker dan de pluriformiteit van het Protestantisme.

Op den stam van het PTotestantisme zien we ook verschillende bloeisels, en fhet zijn ook, hier, merkwaardigerwijze, twee hoofdvertakkingen, waarin de Reformatie zich ontplooit: het Lutheranisme en het Calvinisme.

Mogen we de parallel ook tot de personen doortrekken, dan heeft Descartes de nnieeste overeenkom'st met Galvijn en Baco met Luther.

Calvijn is de groote stel& elbouwer van het Proitestantismie en, hoewiel in God den w i 1 ©erend als het princiep der souvereiniteit, heeft hij in het geloofsleven het primaat van de rede-gesteld.

Bij' Luther ontbreekt zeker niet de verstandelijke bezinning, miaar zijn geestesgesteldheid brengt hem er. toch toe zijn grootste kracht te ontwikkelen op het terrein der erviaring. Het Lutheranisme doet zich aan ons vóór, niet als systematisch, maax als ethisch en empirisch christendom.

Maar men accentueere deze pluriformiteit niet te krachtig.

Enkele dogmia's, aan den omtrek gelegen, daargelaten, verloopt de pluriformiteit niet in antithese. Het is echt, gelijk het woord uitdrukt, veelvuldigheid van vorm, bij gelijkheid van inhoud, en ZOO' is het ook nu nog op het gebied der christelijke religie.

Later komt het methodisme, nóg sterker en be-, wuster, het element van wilsactie en ervaring op den voorgrond dringen, maar, zoolang het Woord Gods als ken-en levensbrO'n geëerbiedigd blijft, is er gieen sprake van lelkander bestrijdende scholen.

De eigenlijke antithese schuilt niet in den boezem van het 'evangelie-getrouwe christendom, maar ligt tusschen dit christendom en het veelvoudig geschakeerde ongeloof.

Maar let 'nu 'op de plurifo'rmiteit der' moderne wijsbegeerte en zie, hoe deze een wezenlijk ander karakter vertoond.

In wezen 'en beginsel zijn de miet Descartes begonnen en uit hem ontsprongen wijsgeerige richtingen één.

Negatief door de ontkenning, althans miskenning, van de geopenbaarde waarheid; — positief door 'het streven naar de ontde'kking van de waarheid in 'den weg van verstandsactiviteit.

Maar in de verdere ontwikkeling is het vo'rmverschil zóó (groo't, jen wordt het steeds • zooveel groo'ter, dat het mbeilijk valt den éénheidswortel terug te vinden en somtijds de antithese overheerscht.

Neem de Engelsche filosofie.

Baco was de gro'ndlegger van het empirisme, een filosofie, die natuurlijk ontspïoot uit den praktischen, mieer tot Ihandelen dan tot bespiegelen geneigden, Engelschen Volksgeest.

Maar uit de school van Baco treedt straks J o-h n Locke (gest. 1704)'naar voren, en hij maakt de variatie, die er ten opzichte van het Cartesiaansche rationalisme bestond, tot een tegenstelling, door te ontkennen, dat de menschelijke rede uit zichzelf en in zichzelf iets van de wiaarheid zou kunnen vinden. Hij bestrijdt het bestaan van 'de aangeboren ideeën en leert, dat de mtenschelijke geest is 'een volstrekt leeg orgaan, een tabula rasa (onbeschreven boek), enkel instrumient, zoodat de mensch' de waarheid puur en uitsluitend door waarneming ontdekken moet.

Daar deze waarneming hoofdzakelijk geschieden moet in de, den mensch omringende, wereld en het contact mtet die wereld bemiddeld wordt door de zinnen, draagt zijn stelsel den naam' van s e n-sualisme (sensus = zinnen).

In dezen éénen sprekenden, klassieken, zin is zijn heele filosofie gekarakteriseerd: Nihil est in intellectu quod non fuerit in sensu (daar is niets in het verstand, wat niet eerst was in de zinnen).

Men zie't, het verstand wordt niet buitengesloten^ wlant de zintuigen zijn feitelijk niets anders dan werktuigen van het verstand, maar de taak en de functie, die aan het verstand wordt toebedeeld, is een andere dan bij het echte rationalism'e.

Uit dit sensualistae nu moest natuurlij'ker wijze straks lOok het miaterialisme O'Utspruiten.

Descartes werd, gelijk we gezien hebben, ; ; Onb|ffdoeld de wegbereider van het materialisme Hoor' zijn mechanische natuurbeschouwing en door de vastknooping van 'de ziel aan de materie van het lichaam.

Het sensualisme werd op zijn wijze odk de bakermat van het miaterialismie door de kennis geheel alhan'kelijk te stellen van de zinnelijke waarneming, en dus den geest te binden a, an de stof.

Zoo leidde de wet der plurifo^rmiteit bij dit deel der filosofie niet tot verrij'ldende ontwilcfceling, maar tot ontaarding en versterving.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 mei 1923

De Reformatie | 8 Pagina's

In de scbool der wijsbegeerte.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 mei 1923

De Reformatie | 8 Pagina's