GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Het formulier voor den Doop van volwassenen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het formulier voor den Doop van volwassenen.

19 minuten leestijd Arcering uitzetten

In dit formulier worden de voJgende veranderiïigen voorgesteld:

lo. inzoover het met dat van den Kinderdoop samenvalt, worden dezelfde wijzigingen daarin voorgedragen, ook hier aangebracht. Hiertoe behoort geen enkele wijziging, waarteiglen we bezwaar maakten.

2o. de zinsnede, welke tusschen haakjes staat: zooals blijkt uit de Handelingen der Apostelen Kap. 2:38 en VIII:36, 37 en X:47, 48 en XVI:14, 15, 31, 32, 33" worde vervangen door: Hand. 2:38; 8:36, 37; 10:47, 48; 16:14, 15, 31—33).

3o. uit de aanspraak' valle het wooid private-1 ij k als overbodig weg.

4o. in plaats van op elk der vijf vragen afzonderlij'k, worde slechts na 'het stellen van alle vijf vragen met „ja" geantwoord. 5o. in plaats van „persoon" leze mien „broeder (zuster)".

Indien alle voorgestelde veranderingen in de Liturgie zulk een karakter droegen, zou het Concept er met vlag en wimpel doorgaan.

Maar dan zou de herziening ook weinig te beteekenen hebben.

Eén bederiking wil ik nog even onder de oogen zien.

Men zou kunnen vragen: ihoest hier na het „ja" eigenlijk de zegenwensch niet vervallen.

Naar 'het antwoord behoeft m'en niet lang te zoeken.

Het ja is hier (vandaar, dat m'en het tot vijfmalen toe herhalen liet) van eenigszins anderen aard dan bij den Kinderdoop.

Het is tegelijk het „ja" der Openbare Belijdenis. Op grond daaivan wordt hij, die het uitspreekt, niet alleen gedoopt, tóaar ontvangt ook toegang" tot het Heilig Avondmaal.

En gelijk men bij de Belijdenis A^an het „ja" met een zegenwensch acte neemt, alzoo ook' hier.

Zelfs zou men de gedachte kunnen koesteren, dat bij de Openbare Belijdenis de zegenwensch van den' Doop voor volwassenen kön worden overgenomen.

Hiertegen zou niet veel zijn in te brengen. Overigens kon ook in dit form'ulier de taal wel wa.t meer gemoderniseerd worden.

Met name konden hier, gelijk in de andere formulieren, enkele lijken (standvastig-lijk, vromelijk, eeuwig-lijk) worden opgeruimd.

Het Avondraaalsformulier.

Bij het Avondraaalsformulier komt meer kijken. Dit geldt niet de veranderingen, w^elke in het bestaande forrrtuUer worden voorgedragen.

Dit blijft integendeel vrijwel ongewijzigd.

Vooreers't wenschen Deputaten de vragen, welke aan het eigenlijke formlulier voorafgaan en die dienst moesten doen bij de Openbare Belijdenis te laten vervallen.

Dit is rationeel, nu we een afzonderlijk formulier voor de Openbare Belijdenis krijgen.

Dan willen ze in het tweede deel van het formulier, waarin aanwijzing wordt gegeven hoe men gedachtenis moet oefenen omtrent het doel van het Avondmaal het woord „eerstelij'k" weglaten, omdat daarna nergens een ., ten andere" of , , ten derde" volgt

Hoewel dat „ten andere" en „ten derde" wel uit het zinsverband kan worden afgeleid en er desnoods Kan worden ingevoegd, lijkt het ook mij wel zoo geschikt, om eenvoudig „eerstelijk" te schrappen.

Vervolgens stellen zij VOOT in plaats van „het uiterlijke brood en wijn" te lezen: „het uiterlijke brood en den wijn", en later nog in plaats van „het heilige brood en drank" „het heilige brood en den drarik".

Dit betreft een correctie, die bij het voorlezen naar ik meen reeds algemeen werd toegepast.

Eindelijk moet naar hun oordeel het „Onze Vader" niet andermaal gebeden wiorden.

Men.de motiveering ben ik het niet eens.

Deputaten schrijven: ., Tweemlaal in één dienst, in één formmlier, dit gebed uitspreken strookt h.i. niet met de heiligheid van het gebed, dreig't het tot eene formule te maken en igeeft in liturgischen zin den indruk van overlading."

Hier doen onze eerbiedwaardige Deputaten toch wel even aan harddraverij.

Maar met hun conclusie kan ik wel accoord gaan.

Het „Onze Vaider" is hier niet strikt noodzakelijk.

En weglating er van bekort het toch r-eeds zooi lange formulier.

Met onze Avondmaalsviering zijn we in een impasse geraa!kt.

Het ideaal, waarvoor Calvijn het oipnam' en dat ook ons voor oogen staat, om lederen Zonda'g' in het midden der gemeente den Avóndmiaialsdiscli aan te richten, werd zelfs in den bloeitijd der reformatie niet .bereikt.

Wij hebben het thans zoover gebracht, dat er eens om de drie of hoogstens eens om de twee maanden een Avondmaals-Zondag is.

Een van de obstacles voor de verwerkelijking van het ideaal is wel de lengte van het Avondm'aalsformiulier.

Ik noem' dit niet het, zelfs niet het grootste obstacle.

De grootste hinderpaal blijft altijd het niet booigi genoege peil, waarop het geestelij'k' leven in de gemeente staat.

Wanneer de geestelijke behoeften dieper werden gevoeld, zou er meer vraag komen naar het jivondmaal.

Maar aan den anderen 'kant laat een Avondniaals-Zondag ook weer zooveel geestelijke behoeften onbevredigd.

Zoo'n Zondag rooft ons voor een voornaam' deel de bediening des Woords.

En de geloovige ervaart het, dat hij toch eigenlijk geen van beide kan missen.

Het Avondmaal is geen Woordbediening in een anderen vorm, zooals weleens gezegd wordt.

Dan zou ook de Woordbediening een Avondmaal moeten zijn in anderen vorm.

Zoo werd het alleen een voirm'-k'westie.

Om zich er uit te redden redeneert men bok' weleens, dat het lezen van het formulier op zichzelf met Woordbediening gelijk staat.

Ik! zal er maar geen tijd aan verspillen met aan te toonen, dat dit toch eigenlijk' een sofisme is.

Ieder zal bij eenig naden'kbn toegeven, dat hij hier met een verlegenJieidsargument te doen heeft.

Met dat al staat de Avondmaalsviering bij ons de Woordbediening op zulk een Zondag in den weg.

En wel door de lengte van het form'ulier. Dat schept ongezonde toestanden. Om eens een enkel voorbeeld te geven.

In een gemeente wordt 's mo^rgiens en 's avonds Avondmaal gevierd en beide malen het geheele formulier gelezen.

's Morgens is er van Woordbediening in het geheel geen sprake.

's Avonds — vooral als de liturg wat deftiglangza.am leest — ïs' de Avondmaalsviiering na anderhalf of zelfs iets mieer dan anderhalf uur afgeloopen. Dan komt er nog een dankzeggingspredi'fcatie van een 'k\viartier. Zoo duurt de dienst lang genoegi, maar de bediening Van het Woord m'ag op 'dien dag . geen naata, hebben.

Wat ziet m'en nu gebeuren?

Dat belijdende leden niet bij tienen, , maar bij honderden des morgens naar een naburige ferk gaan.

's Avonds nemen ze in eigten k'erk aan Avondm'aalsviering deel. Immers ze hooren den toch het geheele formulier lezen. De viering' is compleet.

Zij verzekeren, dat de Avondm'aals-Zondaig.hen dan niet zoo betrekkelijk ledig laat als ander's.

Nu neem' ik het noch in theorie noch in praktijk hiervoor op.

Beide keur ik af.

Maar wel kan ik er mijn bedoeling mee illustreeren

Een D'oopsbediening alleen — odk' al zou men met sommigen het form'ulier Voor ©en Woordbediening doen doorgaan — zou evenmin voldoening schen'ken.

Het Sacrament kan nu eenmaal niet zonder het Woord.

Van meer dan één zijde werd dan ook' aangedrongen op een verkorting van het te lange Avondmiaalsformuher. '

Tot de Leeuwarder Synode werd een desbetreffend verzoek gericht.

Er werd echter niet aan voldaan.

Zij was overtuigid, dat ons formulier „èn wat inhoud èn wat vorm betreft tot de schoonste en heerlijkste gedeelten van onze liturgische geschriften behoort".

Dit kan kwalijk tegengesproken worden.

Wanneer mien ons formulier neemt en onderzoekt, w: at er nu zou kunnen uitvallen, dan verkeert men in verlegenheid.

En'kele tusschenzinnen, die vanzelf spreken en meermalen herhaald worden, zouden gesch'ra^ 'kunnen worden.

Wanneer men als jong predikant de eerste malen dit formulier moet lezen, zucht men stilletjes bii sommige zinnen: de vaderen hadden toch lang'er adem' dan de zonen.

Van lieverlede gewent mten zich ook .hier aan

Maar enkele bijzinnen konden wel gemist.

Doch die draigen weinig tot verkorting bij, '

Overigens zegt mien: neen, dat niiag er niet uithef zou zonde zijn, wanneer dit wierd geschraptbet zou vandalismie wezen die gedeelten er uit tè verwijderen.

Dat ondervinden Deputaten .nu reeds.

Zij willen het Avondmaalsformulier zelf intakt laten.

Het verwijt van taalkonservatismie kunnen zij daarbij niet geheel ontgaan.

Zoo laten zij b.v. staan: „nochtans, desniettegenstaande, overmits ons" enz.

Maar naast dit complete AvondmaalsfOTmulier geven zij ook het ontwerp VOOT een verkoil form'ulier.

Dit is dan bestemd voor den namiddagdienst en mag in geen geval 's morgens' gebruikt worden. Dat mioet door de Synode nadrukkelijk worden uitgesproken.

De Synode had hun daarvoor geen opdracht gegeven.

Miaar Deputaten rechtvaardigien zich: '„Intusschen sprak de Synode zich niet uit vóór of tegen een verkort Formulier om het Heilig Avondmaal te houden voor de t w e e de b e d i e n i n g d a a r-van op den zei f den dag. Naar het oordeel van Deputaten was het gewenscht een Concept daarvoor te ontwerpen, omdat in vele k'èrken de moeilij'kheid gevoeld wordt, tweemaal op één dag' een vrij groot formulier te doen lezen en hooren, waarop dan de nabetrachtings-predik'atie nog moet volgen. Dit vraagt wel wat te groote geestelijke spanning." '

Totnogtoe beleven Deputaten van hun poging niet veel genoegen.

Sommige kerken en classes verklaarden zich tegen deze verkorting van het form'ulier.

Andere sprakten uit, idat zij er in elk dan nog de passage over het.plaatsbekleedend karakter van Christus' lijden in wilden opgenomien hebben.

Dit plaatsbe'kleedend karakter van Christus' lijden komt er wel in VOOT. ZOO o.a. in de woorden: „dat onze Hee're Jezus Christus van den Vader in deze wereld gezonden is, ons vleesch en bloed heeft a, angenomen, den toorn Gods (onder wel'k'en wij eeuwiglijk hadden nioeten verzinken) yan het begin Zijner menschwording tot het einde Zijns levens op aarde voor ons heeft gedragen, en alle gehoorzaamheid en gerechtigheid der Goddelij'k'e - wet voor ons heeft vervuld.."

Maar met minder dan met de breedere uitwerking uit het groote form'ulier is men niet tevreden.

Berekent men nu, dat de voorgestelde verkorting 7, bij een zeer langzamten liturg 10 minuten uitwint en dat bij eventueele inlasschingen de winst nog geringer wordt, dan verstaat mten, hoe dit 'geenerlei oplossing biedt.

Deputaten kunnen zich m. i. beter de verdediging van dit voorstel sparen.

Bovendien zit er in dit vertorten iets onlogisch.

Want dooT idie verkorting w'illen ze toch ook weer iets 'kompleets geven.

De voortzetting, van de Ayondmiaalsbediening in de namiddagigodsdienstoefening k'an juist om liet ihkomplete hun goedkeuring niet verwerven.

Zij schrijven: „Terwijl het toch oofc' geen aanbeveling verdient, als dan in de tweede godsdienstoefening het formiuUer niet te lezen, of wel in de eerste godsdienstoefeniüg de dankzegging na te laten en die in den tweeden dienst op de bediening van het Sacramlent te laten volgen. Bij de eerste methode hebben degenen, die des avonds aanzitten geenerlei voorbereiding tijdens den dieast, bij de tweede methode glaat men van de voorstelling uit, dat de godsdienstoefening voor eenige uren werd geschorst."

In hun voorstel 'worden die ontbre'k'ende elementen bewiaard, de Avondmaals'gangers worden tijdens den dienst voorbereid (en natuurlij'k.is die voorbereiding voldoende naar hun oordeel), zij nemen ook deel aan de dankzegging.

Maar Wiann-eer met dit verkorte formulier de Avondmaalsviering toch boimpleet is, waarom het dan ook niet in de vrijheid der kerken gelaten er zich ook 's morg'ens van te bedienen.

Waarom zulke strenge waarschuwing er aan verbonden, dat dit niet gebeuren fen?

De voortzetting van de Avondmiaalsbediening geschiedt dikwijls anders dan Deputaten hier beschrijven,

's Miorgeus besloten. wordt. vaak wel met dankzegging

's Namiddags wordt dikwijls ^ niet het formuliergebed begonnen.

Diat zóó de 'godsdienstoefening voor eenige uren wordt geschorst, geloof ik niet.

Trouwens, beide mialen wordt met den slotzegen geëindigd.

Op z'n hoogst zou m'en È'unnen zeggen, dat de jlTOndmia, alsbediening, maar in geen geval dat de godsdienstoefening woidt geschorst.

En het grobte voordeel is, dat 's namiddags de jlv'ondmiaalsvierixijg aanmierldelijk wordt bekort en er veel m'eer tijd voor de bediening des Woords overblijft.

Om tweeërlei reden.

Allereerst door de ihkorting van het formulier.

En vervolgens omdat in den regel ieder, die eenigszins fcan, 's morgens zal wenschen te komjnuniceeren, waardoor 's namiddags het aantal tafels verminderd wordt.

Ook hierteigen zijn bezwaren aan te voeren.

Hcelemaal in den haak is ook dit niet.

Maar wanneer men van drie kwaden één heeft te kiezen, geloof ik, dat de laatstbedoelde praktijk ver de voor'k'eur verdient.

Toch mogen we hiermee geen vrede nemen. . Hier micüg niet berust in het bestaande, maar moeten nieuwe wegen gezocht.

En dan zul'ke wegen, die het refoi'm'atorische ideaal meer nabij komen.

Evenwel, hierover thans uit te weiden, ligt buiten de bedoeling dezer artikelen.

Hier k'urmen we niet anders dan het tweede verkorte Avondmiaalsformulier ontraden.

Is het pleit hierover beslecht, dan hoop ik, in deze rubriek aan deze urgente aangelegenheid een artikelenreeks te wijden.

De spijker op flen kop.

Als emeriti-predikanten zichzelf nog geen volledige rust gunnen, laten anderen, naar het schijnt, heil ook' niet met rust.

Nog a, ltijd worden de ean'eriti, die zich in een kleine vakante .gemeente vestigen, met raadslagen tot vrijheidsbeper'Mng achtervolgd.

Ze moeten kiezen tusschen rusten of gedurig tusschen de wielen zitten.

Anders moet him hun geldje, dat zij' er bijverdiend hebben, worden ontnoimten.

Natuurlijk' bedoelen de voorstellers zoo boos niet, als zij het zeggen.

Zij zijn slechts wat eenzijdig, hebben misschien weleens gehoord van een geval, waarin misbruik' van de emeriteering werd gema.akt, voelen veel voor bezuiniging.

Maar miet dat al mak'en zij het den betrokken emeriti onaangenaam, worden onbillijk en overzien niet de portee van hun voorstel.

Inderdaad waarschuwden wij hiertegen reeds.

Gelukkig beginnen van meerdere zijden de oogen open te gaan.

Zoo vonden we voor een paar wéfc'en in een onzer kerkbladen een ingezonden stuk, waarin een lid eener Gerefonneerde Kerk den spijker op den kop sloeg.

Daarin las men o.m.:

Inplaats, dat het mtet blijdschap wordt begroet, dat vooiral ook in dezen tijd. van predikantenaood, oude emi. dienaren, die met eere o|nze Kerken meer dan 40 jaar hebben gediend en nu nog hun laatste krachten willen besteden tot zegen, van vacante gem'eenten, gaat bovengenoemde Classis de finantieele zijde naar voren brengen, wat mijns inziens niet mag, daarvoor staan onze Dl. d. W'. hetzij emi. of in actieven dienst, toich te hoog.

Gaarne zouden wij dan oio'k willen vragen: Mag een em. D. d. W. niet gaan wonen waar hij wil en prediken waar hij' verkiest? Wat voor onderscheid maakt het of zulk een em. dienaar , b.v. 50 keer in de plaats zijher vestiging of öO keer nu eens hier en dan daar optreedt.

En wat verschil is er dan waar hij toch in beide gevallen recht heeft opi een vergoeding voor zijn arbeid.

Moet de classis Deventer de vergoeding dan niet in beide gevallen in aantaerking nemen. Ja, sterker, zouden dan zelfs vacature-penn. enz'., die onze vaste D. d. W. ontvangen hiervoor ook niet in aarimierking moeten koöi'Sn. Wij vragen: waar nioeten wij dan eindigen?

Wij moeten mijns inziens ons verbUjÖen, dat onze-D. d. W: nog lust gevoelen den Heere miet hun overige krachten te dienen in Zijnen wijngaard.

Inderdaad zou het een ongerijmdheid zijn emeriti wij alle Zondagen op' verschillende plaatsen te laten preeken en eineriti, die op één plaats bÜj-V'6n, te trefien.

Eenige jaxen geleden was er een emteritus, die om de 14 dage'U een bepaalde gem'eente, waar hij niet woonachtig was, ging dienen. Dat zou geoorloofd, zijn! Maar zoodra hij er ging wonen en elk-en rustdag de gem-eente voorging, niet. Men voelt de tegenstrijdigheid.

Zeer juist wordt door den inzender opg'em'erlct, dat, waimeer mten' predikjanten, 'die tijdelijk een kleine vakante 'gemeente dienen, op hun emeritaatsgeld wil gaan k'orten, mten dit billijkerwijs ook' 'lea anderen emeriti moet doen.

Dan ni, oet m-en dezen een soort belastinlgfoT-•ttiilier thuis zenden met vragen als: hoeveel bedroegen in het afgeloopen jaar de honoraria, welke gij boven het emieritaatsgeld hebt ontvangen:

a. voor hulpi in den pïedikdienst; b. voor het houden van catechisaties; c. voor het leiden van begrafenissen; { a. voor andersoortige diensten.

Ja, het valt niet in te zien, waarom' de kerkeraden hun dienstdoenden predikanten niet zulk een papiertje zouden thuis zenden.

In den beroepsbrief staat wel, dat de predik!a, nten zooveel vakantie-Zondagen zullen genieten, miaar niet, dat zij daarop uit preeken mogen gaan. Pireeken is ook 'eigenlijk geen vakantie. Dit zou goed als rechtsgrond kunnen dienen om den predikanten idem zooveel , af te trekken.

Het gelukkigst zijn dan zij er aan toe, die emeritus zijn zonder pensiO'cn te genieten: geestelijke verzorgers, hoogleeraren in de theologie, legerpredik'ant en den predikant, die volgens art. 1, 4 voor eén tijd zijn dienst m'oest onderlaten.

Uit hun beurs zijn de honoraria niet meer te tooveren.

Geen kerk beeft daarover eenige zeggenschap. Beati possidentes!

Deze 'konsekwenties za, l wel nierhand aandurven.

Maar dan moet men ook het b'egin niet aandurven.

Laat men eerst zorgen, dat er b'ij de emeriteering geen misbruikten voorkom'en.

Of gebeurde bet nooit, dat een 'kerk, die haar dienaar moe was, het oogenblik toejuiehte, dat het eerste W'Oord van emeritaat over zijn lippen 'kwalm e'U in geen jaren zooveel toeschietelijkheid j'Sgens hem betoonde als toen?

Laten de kterken, laten de klasses toezien, dat in zulke gevalten geen emeritaat worde verleend. Laten zij zorgvuldig onderzoeken of er werkelijk oorzaa.k voor emeriteering aanwezig is.

Maar is eenmaal een dienaar geëmeriteerd, dan zij het hem' volkom'cn vrij gelaten, hoe hij zijn laatste krachten besteden wil.

Natuurlij'fc mlag hij bij gleen andere kerk in vasten dienst treden als haar herder en leeraar.

Ook hieromtre'nt zijn regelingen te treffen.

Dat 'de Synode hieromtrent zou niet onraadzaam' zijn. bepaling''en maakt,

Nimtaier mag , zulk een dienaar voor levenslang aan zoo'n kterk to-ezegging doen.

Zelfs niet voor een langeii termijn.

In de stipulation dient te worden vastgelegd, dat er slechts sprake kan zijn, van een lossen hand.'

Een kleine vakante kerk kan b, v. een emeritusdienaar uitnoodigen om, gedurende twee jaar-er den dienst des Woords waar te nemep, fc'atechisaties te houden en huisbezoek te doen (indien vo'or bei'de laatste toestemming van den k'onsulent is verkregen) te.gen vergO'eding van vrije woning en •een zeker honorarium.

Langier dan twee jaar zou ik dien termijn niet willen stellen. • — ,

Na dien tijd blijven kerk en vrij wiat te doen. emeritus-dienaiar

De k'erkc'raad kan hem dan opnieuw voor ten hoogste tw'ee jaar uitnoodigen of niet.

Dit zijn slechts ruwe omtrekken van een voorstel, W'Olke aanvulling behoeven.

Zij laten 'echter verband denlden. zien, hoe wij ons zulk' een

Er moet o.a. ook ernstig tegen gewaakt, 'dat zulk' een tijdelijk eimeritus-predifcant de beroeping van een eigen 'dienaar in den weg zou staan.

Zelfs zouden we er iets voor voelen den emeritus in dit geval geen ouderling te Matten, ; inaar hem uit te nootdigen als adviseur de 'kerkeraadsvei^ gaderingen bij te wonen.

Hoewel hef ouderling-schap, als de gemeente hem daartoe verkiest, hem rilet rechtens kan worden ontzegd.

Dat 'deze zaaJc' geregeld worde, uitnemend.

Maar men wachte 'or zich Voor onbillijke en voor 'de kerken onprofijtelijke miaatregelen te nemen.

Staande zinnen.

Onlangs maakten wij de opmerking, dat hij het staande bidden eigtenlijk' ook het staande zingen behoort. Tevens lieten wij doorschemteren, dat dit in onze kterken, gezien het Nederlandsch karakter, wel nooit zoiu wo-rden ingevoerd.

Hieromtrent ontvingien we een schrijven, dat echter veel te lang is om op te nemen.

Het komt hiero'P' neer.

Onze kbrrespondent kerkt •nog al eens b'ij een predikant, die af en toe de gemeente verzoekt een psalmvexs staande te zin'gen. Nog nooit, zoo zegt hij, heeft hij het verheffende hiervan kbnnen voelen. Hij sta, at dan ook alleen op om geen aanstoot te 'geven.

Dit laatste achten we zeer verstandig;

Onze-Heiland betaalde belasting, „oimi geen aanstoot te geven".

Als wij ons dikwijls door hetzelfde rn'otief laten leiden, miag dat niet afgekeurd.

Dat echter onze lezer het verheffende van het staande zingen nimtoer gevoelde, laat zich begrijpen.

Nu hangt bij hem het staande zingen af van zekere stemimingj wlaarin de predikant verkeert.

Een em'Otioneel prediker meent sOm's wel, dat hij eigen emoties in .anderen Idan overgieten.

Maar 'dat lulit vaak niet.

Dan ontstaat er kónflikt tusschen de opwinding van den prediker en de nuchterheid van het gehoor.

In zoo'n geval wordt natuurlijk het-verheffende ' gemist.

Wa-imeer een gemeente niet uit overtuiginig staande zingt, omdat zij 'er nog niet diep^ van doordrongen is, dat zingen is bidden, is het beter, dat men haar nooit staande laat zingen, uitgezonderd dan bij kerkelijke plechtigheden, wanneer b.v. Psalm' 134:3 als het ware spontaan uit het hart van heel de gemeente gegrepen is.

Niet 'door empties, maar door overtuiging hebben we ons tC' laten leiden.

De rapporten op tie meerdere veraaderingen (Gelderland).

De m'öerdere vergaderingen hebben zich bijna overal met het rapportenboek bezig gehouden.

Meestal hebben zij de vrucht van de gevoerde besprc'ldngen in een voorstel geformuleerd en doorgezonden.

Het is niet wel doenlijk al wat de klassikale verslagten hierover rapporteere'n, in onze kblomtnen een plaats te geven.

We willen ons, waar dit kan, beperken tot de particuliere Synodes, die deze ma-alid gehouden werden of worden.

Bij. onze oriënteering beginnen we met Gelderland.

a. do Synode besluit in zake het rapport echtscheiding aan de Grenerale Synode te berichten, dat zij instemit met het betoog van Prof. Riddeirbos betreffende den groind van echtscheiding;

b. wat het evangelisatie^rapp'ort aanbelangt, dat zij oordeelt, dat na de noodzakelijkheid, ook de methode diende aangetoond, en of het doel niet Inoet zijn de opbouw van onze Geref. Kerk als zuiverste openbaring van het lichaam: van Christus.

Ook worden noode aan het einde de conclusies gemist. »

c. De Synode vereenigt zich al verder met de conclusies van het rapprart over de legerpredikanten, met dien verstande, dat de aandacht der Generale Synode ook zal gevestigd worden op' de geestelijke verzorging van het marinepersoneel;

d. Betreffende het rapport-Art. 13: Ook de conclusies worden aanvaard met weglating van de woorden terwijl enz. — verhoogd worden op bl. 88 sub 3 b.

Toegevoegd zou daar worden op 88 aan 1: Dit zal niet minder zijn dan i/^^ van het diens'ttractement, vermenigvuldigd met het aantal dienst-. jaren en wordt als het bedrag beneden f 1200 is, aanvankelijk niet minder dan die som. Besloten wordt, dat de D. D'. voor Art. 13 al de bepalingen, overzichtelijk, zullen samenvatten en te hoek stellen;

e. In zake het leerboek oordeelt de Synode, dat de Catechismus dient gehandhaafd; maar dat naast den Catechismus een leerboek kan dienen, maar naar hetzelfde schema;

f. Bij de behandeling mtet name van de orde der liturgie, doet zich in verband mtet ingekomen stukken, een praealabele quaestie voor. De Synode besluit met het oog op' den vrede en d§ eenheid der 'kerken voor te stellen geen verandering in de liturgie aan te brengen en zich verder uit te spreken vooi' eenige wij'zigingen in de bestaande formulieren, met name in 't Iluwelijfcsformulier;

g. Ten slotte is de Synode van gevoelen, dat het toevoegen van eenige gezangen aan den bestaanden bundel, omi practische redenen, dient ontraden.

Corrigendum. In ons vorig nummer gelieve men op blz. 292, 3de kolom', 10de alinea „tegen het „voor u neemt" " te verbeteren in: „vóór het „voor u neemt" " en in dezelfde kolom, 20ste alinea „u voorneemt" in „voor u neemt”.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 juni 1923

De Reformatie | 8 Pagina's

Het formulier voor den Doop van volwassenen.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 juni 1923

De Reformatie | 8 Pagina's