GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De werkwijze der Generale Synode.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De werkwijze der Generale Synode.

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

II.

Op mijn-verzoek om, zoo er in onze • pers noig iets geschreven werd omtrent de wei'kwijze der Generale Synode dan wa, t ik overnam, miji dit toe te sturen, ontving ik-geen; enkele toezending.

Hieraan mag ik zeker wel een bewijs zien, dat niets a, an mijn aandacht is ontglip't en dat ik, wat dienaangaande werd voorgesteld, vrij volledig weergaf.

Vierderlei verandering werd aangeprezen: lo. na de opening' der Synode meer gelegenheid te geven aan de. commissies om rustig dooi te werken en dus de openbare zittingen later , te beginnen dan tot heden gebruikelijk was.

2o. op de vergaderingen de onderwerpen volgens het agendum te bespreken.

3o. den praeses te machtigen om moer in ie grijpien in de discussies.

4o. aan de commissies een uitgebreider opdracht te geven.

We willen deze punten in volgorde van naderbijbezien.

De eerste verandering om bij den aanvang der Synode de commissies langer gelegenheid te geven om te werken, werd weer in drieërlei vorm voorgedragen :

lo. om den stillen tijd der Synodes met één dag te verlengen, dus in plaats van Donderdag op Vrijdag de openbare zittingen te hervatten.

2o. om voor dien stillen tijd de geheele week na de opening te reserveeren.

3o. om de commissies zoolang te laten doorwer'fcen tot ze geheel klaar zijn.

Natuurlijk berusten deze voorstellen op drieërlei opvatting van de Synodale werkzaamheden.

Het eerste bedoelt. slechts te voorkomen, dat de eerste dag der 'Generale Synode geen behoorlijk menu zou (hebben.

Het tweede wil, dat het groote werk in dö commissies ten einde zal zijn gebracht, zoodai men de gewichtige zaken niet op het eind ^al behoeven te behandelen.

Het derde hangt ten nauwste samen met he« afwerken van het agendum in de orde, welko tevoren werd aangegeven.

Nu komt het mij voor, dat de eerste mjaait regel (verlenging van den commissie-arbeid meJ één-dag) wel ©enige, maar toch geen afdoende baat geeft.

Hij waarborgt, dat de eerste dagen der openbare zittingen niet zulk een slalkkegang te zien geven. •

Men behoeft niet zoo opvallend te stoppen.

Maar voor den verderen loop' der Synode ist de winst gering.

Uitteraard ktinnen met verlenging van één dag slechts de kleinere stukken gereedkomen. De grootere stulifcén móeten dan tijdens do Synode toch weèr'èjSk'el-i'in avondvergaderingen worden afgedaan. En nu-vergete men niet, daS het werii van een heelen dag commissie-arbeid meer bedraiagt dan dat van drie avondvergaderingen.

Men is dus, indien deze regel gevolgd wordt, voor de eerste dagen^ inderdaad uit den brand, maar de overige blijft het gesukkel aanhouden.

De tweede maatregel brengt m.i. veel verder. Men zou daarbij na de opening heel de - eerste week' niet meer in pleno vergaderen. In dien tijd k'unnen werkelijk de commissies ook met belangrijker zaken gereed komen.

Vertrekt men 's Vrijdagsavonds, dan kan men, als het moet, 's Maandagsmiddags weer een vergadering houden.

En ik maak mij sterk, dat óf 's Maandagsa'v'onds óf 's Dinsdagsmorgens menig groot gerecht opdampende schalen de Synode kan worden binnengedragen.

Het is althi'ans mijn indruk', dat ©en der .Voornaamste (om niet te spreken van het voornaamste) punten van het agendum in dien tijd ^kant en klaar voor de Synodeleden • had kunnen liggen.

Doorwerken heeft zooveel op' werken met onderbreking door.

Men ' blijft in het 'onderwerp, terwijl men er anders telkens weer wat uit is.

Den commissie-leden biedt het dit voordeel, dat zij rustiger de discussies k'unnen volgen en niet het eene oor moeten opsteken om te hooren wat er op het podium voorvalt en het andere slaipi laten hangen om tijdens de^ Synodale vergadering hun gedachten op het Ea, pjDort, dat zij onderhanden hebben, te con centreeren.

Met één week' hard werken zijn ze er-dan af.

Doch dit is nog niet van het grootste gewicht. Het op het laatst komen van de belangrijkste onderwerpen wordt er door voorkomen.

Dat naar hét eind verschuiven van zulke stukken is het blok geweest, waarover de Utredhtsche Synod© is gestruikeld.

Men stoote zich d; an niet tweemaal aan éénzelfden blok.

Als bezwaar tegen dezen voorslag heeft men ingebracht, dat hij tijd-en geldverlies brengt. Indien dat recht gezien ware, zou men er zich in dagen, waarin bezuiniging hard noodig is, - nog weleens over mogen ' bezinnen.

Toch meen ik, dat men zich' hierin vergist.

Wanneer het zóó stond, da.t een Synode precies in twee weken kon afloopen, zou er vaji tijden geldverlies sprake zijn. Daji zou men tweemaial reiskosten kunnen uitspiaxen.

Maar dat de tegenwoordige Synodes in twee weken, tot het verleden kunnen behooren, zal voorshands wel tot de illusies gerekend moeten worden.

De Synode te Assen moet er zich tenminste maar niet mee vleien.

En al zou het eenig tijd-en geldverlies brengen, men zou aan den anderen kant weer tijd en geld voor sommige deputaatsch'appen. uitsparen. En welke kosten het zwaarst zijn, hangt geheel van omstandigheden af.

Het kosten-argument kan op dezen grond dan oo'k. wel geëlimineerd worden.

Bovendien: dat de Synodes wat sneller doorwerken en niet altijd op, komend© Synodes behoeven te speculeeren, is ook wat waard.

Natuurlijk, indien een agendum erg mager is en het met eenige zekerheid te voorzien is, dat de Sjmode zonder overhaasten en zonder noodeloos uitstellen in twee weken klaar kan komen, dan 'kan op den stillen tijd van het - commissoriaal werk toch worden ingekort.

Maar men zij hiermee voorzichtig.

Zoodra blijkt, dat er meer aan vastzit dan men eerst, heeft gedacht, worde alarm geblazen.

En dan moet het wac'htwoo-rd worden: de openbare zittingen vangen eerst d© ni©uwe week aan.

Om ten slotte nog een profijt te noemen: ooH de modëramenleden zouden l)ij dezen voorslag bij verschillend© commissies kunnen worden ingedeeld, wat allereerst om hun gaven gewaardeerd zou worden, maar waardoor zij ook voorts beter van alles op de hoogte zijn. Dit kan de leiding niet dan ten goede 'komen.

-= Modernistische Catecliismusveriaarino-

Onlangs wees ik er op, dat het modernisme het streven van Scholten hernieuwt om in orthodoxe termen zijn gevoelens uit te druk'ken.

Men vindt den naam Calvinistisch.en Gereformeerd nog zoo-verwerpelijk niet.

Natuurlij'k rust op ons de plicht een oog in het zeil te [houden en op-de doorwerking yvan dit beginsel te letten.

Men zou niet verwach!ten, dat van modernistische zijde ooit een pleidooi zou worden gevoerd voor de woorden van den catechismus: van nature onbekwaam tot eenig goed en geneigd tot alle kwaad.

En toch gebeurde dit ongelooflijke in het „Weekblad voor Vrijzinnige Hervormden".

Advokaat was Dr J. J. Bleeker te Dronrijpi. Na er eerst op gewezen te hebben, dat er zooveel taaie vooroordeelen ondpr de modernen heerschen, vervolgt hij: '

Zoo leeft ia mo-derne k'riugen het wanbegrip vocft-t, als zo-u de Heidelbergsche Catechismus, en feitelijk de geheele orthadoxie, , ; dea mensch onbekwaam achten tot eenig gqed en geneigd tot alle Ikwaad".

Weerspireek dit zoo krachtig mogelijk, wijs de onjuistheid van dit gezegde aan. 't Geeft niet, morigen is er Weer een moderne, die, met oinverstoorbaar gelaat, alsof er niets gebeurd is, datzelfde beweert.

Orthodoxe menschen zijn immers achteilingen, en welke dwaze beweringen meu hen ook toedicht, er zijn altijld heel wat moidernen, die deze als vrinzelfsp'rekend aannemen.

't Is verwonderlijk, hoe overigens ernstige menschen over andersdenkenden kunnen .oiordeelen. Ik herinner mij nog altijü, hoe onze professor in de Bijijelscbe theologie ons placht te grieven, door iwannesr hij 'tover dezen af dien auteur had, met kenbare geringschatting te zeggen: , , Modern, doch eerlijk". En - o-ok, hoe ik na het overlijden van pirof. Valeton in een onzer stichtelij'ke bladen het volgende vonnis las otver dezen uitnemenden man: , „'Orthodox, doch vroom".

En zoioi zegt onder modernen de een den ander na, dat de Catechismus „den mensch onbekwaam lot eenig goed en geneigd tot alle kwaad" zou ' achten. Zelfs doet dat in „Die Blijde Wereld" van 26 Oct. iemand als van der Hoeve, van Iwien men toch zou denken, dat hij wel beter weet.

Want men vergeet altijd weer, dat er bij staat „van nature". Deze uitspraak geldt dus niet den mensch, zoaals wij hem in het dagelijksch leven tegenkomen, en wel allerminst den vromen Christen, in wien geestelijk leven is o-ntwaalct, doch alleen „den natuurlijken mensch in ons".

Die Catechismus toch doet erg duidelij'k uitkomen de spanning, die er in ons binnenste - is tusschen! den ons aangeboren zondigen aard en het hoogere, geestelijke leven, dat in ons hart is ontwaakt. Dezelfde spanning, waarover Paulus spreekt in Ram. 7. En wie niet geheel vreemdeling is in zijn eigen hart, weet wel iets van den strij'd tusschen de twee beginselen in ons, waardoor we 't goede willen - en het toch niet doen, het kwade haten en er ons t-och aan bezo-ndige-n, zoodat we ons zielf een raadsel zijn.

Diie ons aangeboren aard maald, dat wij geneigd zijn tot alle kwaad. En dit wil al weer niéll zeggen, - dat wij ons aan alle kwaad schuldig' maken. Dat wordt doior de werkelijkheid trouwens genoeg weersproken. Maar alleen, dat de neiging er toe, de verborgen kiemen ervan, leven in alle harten. En wanneer niet allerlei hoogere en lagere ' overweging-en er ons van terughouden, schrijdt de neiging voort tot daad, vooral ais de omstandig-: hede-n ongunstig zijn en de verleiding groot is.

Van dien , , natuurlijken mensch" in oQs wordt dan o.oik gezegd, dat hij is „o-nbekwaam tot eeiag goed". M.a.w. uit den lons aangeboren zondigen aard , kunnen wel daden V0i0|rtk'0-men, dis' nuttig zijn

voor anderen, of die ons een voorkomen van netheid en fatsoenlijkheid geven, doch niet daden, die innerlijk goed zijb, omdat ze uit een hoog en zuiver beginsel voortkomen.

Wanneer we dus maar ernstig nagaan, wat de Heidelbergsche Catechismus precies zegt, zullen we onzen tegenstanders niet allerlei absurditeiten toedichten. We zullen niet langer, in onnaodige verontwaardiging, van deze uitspraken spreken als van een , , lugubie leer'', een , ^somber pessimisme, moedbenemend en krachtverlanamend".

Aan ieder, die dus nog niet al te vast zit in oude vcoroordeelen, zou ik willen aanraden, den Catechismus ééns ter hand te nemen. Er is daaruit, wat kennis van 't menschenhart betreft, nog heel wat te leeren, oiolk voor het kind van dezen tijd, dat met beide voeten staat in de tegenwoordige wereld.

Natuurlijk is het gemakkelijker, van de uitspraken der tegenstanders een caricatuur te maken en daartegen dan, onder luid lawaai, te velde te trekken, zeker van een spoedig bevochten overwinning.

Maar zulk een' bestrijding van de orthodoxie geeft niets. Dje felle slagen gjaan langs haar heen, zonder haar ook maar in 't minst te raken. En vO'Or een ernstig, vooral voor een godsdienstig mensch, acht ik zoo'n manier van doen allerminst geoorloofd. •

Bijna hebben. kon een . iQ-ereformeerde' dit gesahreven

Zóó gelijlken de woorden van Dr Bleeker op| , die van ons.

Nu kunnen wij er ons eensdeels over verheugen, dat er minder gesmaald wordt op onze belijdenis. •

Mfliar anderzijds maant het tot hooger waaik'zaïarhheid'.

Er zit ill deze voorstelling iets verleidelijk's. Synthese-menschen raken er licht door van de

wijs en zien hier gaarne toenadering in.

Maar zij bedriegen zich.

De modernist blijft modernist, a, l leent hij vian u een winterjas.

Het komt er hier op. aan, wat men onder „nar. tuurlijk" en „geestelijk" mensch verstaat.

En 'dan hebben die woorden voor den Gereformeerde een beteekenis, die principieel van dien van den modernist verschilt.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 december 1923

De Reformatie | 8 Pagina's

De werkwijze der Generale Synode.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 december 1923

De Reformatie | 8 Pagina's