GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Rapport Diaconale Steunregeling.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Rapport Diaconale Steunregeling.

15 minuten leestijd Arcering uitzetten

Bijna vloeide oais reeds een paar maal de vraag in de pen, waar toch het bovengenoemde rapport zich schuil hield. '«•••; "-; ••'

Een tijd geleden vernamen we. rèëi'3%'-dait het gereed was.

Later lazen we een beschouwing daarover jn een van onze kerkelijke .blatlen.

Maar nog altoios hadden wij het niet ontvangen.

Wij hebben er geen beho(; fte aan nader te ondeczoeken, welke lotgevallen dit rapport onderging.

Het is er.

En dat is voor ons genoeg.

Wel mag echter nogmaals de wenschelijkheid' uitgesproken, dat een rapport, zoodra het klaar is, ook wordt gedistribueeid, opdat de kerken er tijdig kennis van kunnen nemen ear ook de ge^• meenteleden door middel van de pers ervan op de hoogte worden gesteld.

Men loopt gevaar, dat, gelijk bij een i-apport, dat-veel vroeger inkwam, , 'het voorstel wordt gedaan om het op de e.k. Synod'e niet in behandeling te nemen, wijl de kerkeraden (het niet grondig genoeg hebben kunnen bestudeeren.

Ten opzichte van dit rapport zou men er zich nog op kunnen beroiepen, dat het midden in de vacantie op dC' kerkeraadstafel werd gelegd en de kerkeraadsvergaderingen vooral in dtei grootere steden dan niet voltallig plegen te zijn, soms ook met meer tusschenruimte dan in den geiwonen tijd des jaars worden gehouden en sommige kerkeraden zelfs den regel volgen om dan geen gewichtige zakeai aan de orde te stellen.

Wij hopen niet, dat het oaiderhaivige rapport dit lof wedenraren zal.

Want als men zich ditmaal streng zou houden aan den gebrxiikelijken terraijh, dan zou er al heel weinig op den Synodaleu disch komen.

weinig op den Synodaleu disch komen. Uitstel zou het wachtwoord worden. •

En dat is allesbehalve wenschelijk.

Wat den termijn van het rondzenden der rapporten aangaat, zal men wat door de vingers moeten

zien. De kracht van hef • yjioi it^now" worde ook door de kerken gevoeld.t|j, i.; > : 't jijft-'

Trouwens, het rapport, ' dat We thans bespreken,

is alleszins geschikt voor spoedige afhandeling. Niet, dat het van belang ontblooit is.

Jntegendeel. Het betreft hier een van de teederste zaken in ons kerkelijk leven, de verzorging der armen.

Onze kerken — het mag tot haar eer worden getuigd — doen hierin blijken, d'at iets van da ontfermingen van Christus ook in haar woont.

Een onlangs gepubliceerde statistiek, welke cijfers bevattte' nopens de diaconale ondersteuning in enkele groote gemeenten, toonde aan dat onze Gereformeerde Kerken daarin verreweg aan "cfe spits staan.

Ear het getuigde van trouwe zorg, dat de vraag oprees, of er geen onderlinge tsteunregeling ten opzichte hiervan in onze kerken noodig is.

Die Synode droeg aan drie Deputafen n.l. Mr A. J. L.' van Beecfc Calkoen, Prof. .Dt F. W. GroiSheide en' Ds J. P. Klaarhamer opi „te onderzoeken of een onderlinge steunregeling der kerken ten opzichte van hare diaconale armenzorg noodig is en zooi ja, op v«elke wijze die het best kan getroffen worden".

In dit rapport, da, t volledig heet: , ^Rapp, ort, ' inzake onderlinge steunregeling der kerken ten O: p z i c h t e Van hare d i a ei o-nal 6 ar m ver z or ging", bieden genoemde Deputa, ten het resultaat van hun onderzoek aan.

Het rapport is een voorbeeld van kortheid. Het beslaat weinig meer • dan 5-bladzijden.

Het is bijzonder helder geschreven.

Zoodoende vraagt het geen ingespannen bestudeering.

Met het oog daarop zeiden we d'an ook, dat het zich voor spoedige afdoening zeer wel leent.

Of bedoelde steunregeling noodig is?

Deputaten hebben dit punt zeer terecht slechts van den praktischen kant bezien.

Zij trachtten er zich van te vergewissen „of de praktijk van de diaconale armverzorging in onze kerken een genoegzaaiin aantal gevallen heeft opgeleverd, waaruit zou blijken, dat er kerken zijh^ die voor de verzorging van hare armen den steun van alle andere kerken behoeven".

Zulke gevallen nu zijn hun, ondanks hun nasporingeii, niet bekend, geworden.

Alleen uit de Drentsche venen kwamen circulaires, welke tot alle kerken werden gericht.

Overigens kwam het eirclulaire-euvel nief voor.

Hier en daar bestaat een classioale regeling.

Gelderland stuurt aan op. een „provinciale" regen ling.

Maai' het bleek niet, dat eenige kerk buiten het. ressort van de classis hulp behoefde te zoeken.

'Dit is stellig een-gunstig teeken.

Nu hadden Deputafen kunnen yolstaan met te rapporteeren: een onderlinge steunregeling voor. alle kerkeai heeft ha^r noodzakelijkheid in de praktijk nog niet bewezen.

Derhalve vervalt de tweede vraag, door de Synode van Utrecht gesteld.

Wij onthouden ons van nader adyies.

Zij schrokken evenwel voor „overtollige goede werken" niet terug.

Dit kan niet anders dan geprezen worden.

Klaarblijkelijk is het hun bedoeling, dat de onderling© steunregeling officieel in kerkelijke banen zal worden geleid.

Zij wenschen, dat de Synodi'e dit zal' vaststellen.

Dit dunkt ons zeer juist gezien.

Zij stippelden de lijnen uit, waairla, ngs de onderlinge steun het best kan worden geregeld.

Wij kunnen dit niet beter weergeven dan met hun eigen woorden:

lo. dat elke kerk zich heeft te houden aan de lastgeving van Chrirstus en Zijne Apiostelen, zooals die ook door onze Gereforineierd© Kerken is verstaan, (o.a. bhjkens het bevestigingsformulier): dat hare Diakenen allereerst hebben toe te zien om de gaven, die voor do .armen gegeven worden, niet te besteden d.'aai waar die noo> dig zijn, maar dat zij dan ook haar armen met genoegzame hulp hebben bij te staan.

2o. dat de kerken ten d©ze op. elfcaitider hebben toe te zien, met nam© door opi haiar Classical© vergaderingen met ernst de vraag aan te binden, di© naar art. 41 K. O. aan elk© kerk in het bijzonder moet worden gedaain: „of de armen bezorgd worden", en ten andere door bij de kerlcvisitatie instaaitelijk te doen informeoren n-aar de bezorging der armen. Dit is niet alleen gewe n s c h t om de kerken haar roeping in t'a scberp-en, maar in dit verband bovendien hierom zoo noodig omdat elke hulpiverleiening, di© het besef van eigen roeping zou verzwakken, tegen Gods ordening ingaaf en dius onvermijdelijk uitloopt op. schade voor da armenverzorging zelve, waarvan tenslotte de^ armen — om wie het juist gaaf ~ het slachtoffer worden.

'3o. is • daarom van te voren veroordeeld elke wijze van hulpverleening, die er toe zou leiden de voor .alle armen benoodigd© gelden op een of andere manier — hoe dan ook — om te slaan over alle kerken. Tegen zoodanig communisme hebben onze kerken op haar hoed© t© zijn. En al zou een kerk meer aan har© armen hebben uit te keeren dan andere kerken, dta moet zij dit niet als een last beschouwen, maar veeleer als een voorrecht, dat zij niet heeft los te laten, ook al komt het op buitengewone offers te' staan. Hier geldt nog te meer het beginsel, dat onze Korkenordening in art. 83 uitspreekt met betrek-

king tot vertrekkende armen: „Die kerkeraad en de Diakenen zullen echter toezien, da: t zij niet te zeer genegen zijn om hunne kerken van de armen te ontlasten, met welke zij andere kerken zonder eenigen nood zouden bezwaren".

4o. dient in verband hiermede ook dtiidehjk .te worden uitgesproken, dat steunverleening door andere kerken niet is een uitstrekken van hare armenverzorging tot de armen van andere kerken, maar steun aan die kerken zelve, welke tot het vervullen van haar diaconale roeping niet in staa.t zijn. Het plaatselijk karakter van het ambt dient te worden gehandhaafd. Trouwens, •wie zijn den armen nader dan de Diakenen der eigen kerk ?

5o. indien eene kerk niet in staat is hare armen genoegzame hulp te verleenen en zij daardoor hulpbehoevend wordt — hetgeen aan den kerkeraad als vertegenwoordigende de gemeente te beslissen staat —, dan wende zij zich tot de Classis om hulp. De Classis benoeme een (niet te groote) commissie, waarin ook Duakenen zitting hebben, ter fine van onderzoet en advies aan de eerstvolgende vergadering, die dain een collecte kan uitschrijven in de kerken de-r Classis. Doet zich de behoefte aan hulp van meer blijvenden aard voor, dan kan de Classis telkens voor een jaar Dieputaten aanwijzen, bij wie aanvragen door eventueele diaconaal hulpbehoevende kerken worden ingezonden en die deze aanvragen onderzoeken om daarover advies uit te brengen aan de Classis. Doch vastgebonden moet worden aan .den regel, dat niet D'eputaten, unaar de Classis zelve over het uitschrijven van een .collecte beslist.

60. indien ook de kerken van de Classis te zamen niet in staat zouden zijn zulk een hulpbehoevende zusterkerk te helpen — dan wende de Classis zich tot de Particuliere Synode, die op gelijke wijze handelt als hiervoor sub 5o. met betrekking tot de Classis is aangegeven. Ook de Particuliere Synoide zou reeds bij voorbaat Deputaten kunnen .aanwijzen tot onderzoek en advies in zake eventueele aanvragen. Mits ook hier de beslissing over het uitschrijven van oen collecte aan de Synode zelve blijve.

Men ziet, dit is konsekwent doorgedacht. Deze regelen bevelen zich aan door hun eenvoud.

Uitnemend is bet o.a., da.t. zij er den nadruk op leggen, dat niet aan Deputaten het uitschrijven van een collecte moet worden overgela.ten, m.aar dat de Classis zelf daarover moet beslissen.

Zij onderstellen, dat de steunaanvrage zich wel niet verder dan de Particuliere Synode zal behoievcn uit te strekken.

Daarom achten zij het beter, dat voor de hulp van de Generale Synode geen regeling zal worden getroffen.

Doch nog over een ander punt spreken Deputaten zich uit.

N.l. „of een aantal kerken ook zouden kunnen overeenkomen elkaar te steunen voor de verzorging van lia.ar armen, die in Christelijke gestichten moeten verpleegd worden". Zij oordeelen, dat zulk een overeenkomst uitnemend kan werken.

Maar volgens hen dient in acht te worden genomen : ­

lo. dat zulk een overeenkcmst geheel vrijwillig is. Green kerk kan of mag ook maar zijdelings gedwongen worden zich aaiu te sluiten. De meer-.dere vergaderingen kunnen aansluiting aanbevelen zoowel op grond van het belang van de eigen armen va.n iedere kerk, voor wie verpleging noodig kan worden, als in het belang van de kerk of de kerken, die reeds metter'diaadi 'den steun van andere kerken behoeven. Die meerdere vergaderingen kunnen Deputaten benoemen voor het beheer van zulk een kas, deze Deputaten instrueeren, rapport vragen van nunne hande^ lingen en die beoordeelen. ÏMaar elke kerk moet tenslotte zelve uitmaken of zij zich wil aansluiten. Wil zij dit niet, dan kan het gevolg zijn, dat zij zelve plotseling voor hooge uitga.ven komt te staan of — erger "nog — dat zij zulke ellendigen niet zou kunnen helpen. Maar de meerdere vergaderingen kunnen hiertegen geen dwingende macht oefenen.

2o. a.a.n den anderen kant moet zulke overeenkomst niet buiten het bestaande kerkverband omgaan. Reeds om deze reden, dat anders in beginsel na, a.st het wettige kerkverband een ander wordt ingesteld. Maar ook om^dat de behandeling dezer aangelegenheden op de meerdere vergaderingen een daadwerkelijke aandrang is voor alle kerken om zich tot dezen wederzijdschen steun aaneen te sluiten. Er is hier dan wel een kleine tegenstrijdigheid: vrije deelneming en toch behandeling op de vergadering van lall© kerken. Maar deze weg is toch de meest verkieslijke.

3o. zulk een overeenkomst zou kunnen worden ^aangegaan door de kerken van elke Classis onderling. Maar er is véél voor, den kring der samenwerkende kerken iets ruimer te nemen, ; en einde de risico over een grooter aantal ker­ ken te verdeelen. Vooral wanneer onze kerkeai elkaar willen steunen om voor allerlei arme patiënten, — als krankzinnigen, idioten, epileptici, doofstommen, blinden, tuberculose-lijders niet te vergeten — de noodige verpleging in Christelijke gestichten mogelijk te maken.

Toch is het wenschelijk niet meer te centraliseeren dan strikt noodig is. Voor deze gevallen zal het wel voldoende zijn, dajt in elk synodaal ressort de kerken in staat gesteld worden zulk een overeenkomst met elkaar aan te gaan. Vooreerst bestaat er reeds in drie synodale ressorten een dergelijke overeenkomst en schijnt hier geen behoefte te bestaan aan hulp, van buiten. Maar ten andere heeft a.ansluiting binnen dezen kring het voordeel, dat de kerken zelve, in Particuliere Synode vergaderd, elk jaar over de zaken hun oordeel kunnen laten gaan.

4o moet ook zulk een overeenkomst ten slotte uit de kerken zelve opkomen. Diaa.rvoor is niets anders noodig dan dat een kerk het voorstel daartoe aanhangig make bij hare Classis met verzoek, dat deze harerzijds het voorstel indiene bij de Particuliere Synode.

Het lijkt ons daarom prematuur, dat de Generale Synode reeds nu een schema; voor een dergelijke overeenkomst zou ontwerpen, waarvan niet eens bekend is of er deelnemers voor zouden zijn te vinden. , NO'g afgezien hiervan, dat elke Particuliere Syiiode zelve zal hebben uit te maken, hoe zij deze aaaigelegenheid in haar eigen ressort wil 'regelen. Bovendien zal de praktijk vanzelf allerlei aan de hand doen, waarmede rekening dient te worden gehouden maar dat nu niet is te voorzien.

Deputaten hebben dus het vraagstuk wel van alle kanten bekeken.

Wij verwachten, dat hun advies weinig bezwaar zal ontmoeten.

Wel lijkt het oais gewenscht, dat al deze regelen in een konklusie kort worden saamgevat.

Dan kunnen zij in een nieuwe uitga.ve van de Kerkenordening onder de aanteekeningen worden opgenomen.

Natuurlijk willen Dei> utaten niet, dat dit alles den Kerken zal worden opgelegd'.

Dat zou strijiden met het vrdjiwilligheids-systeem, door hen voorgestaan.

^laar een krachtige aanbeveling der Synode zal zeker haar uitwerking niet missen.

Vertrouwd mag, dat zulk een regeling er bij onze kerken zal ingaan.

Inlichtingen uit de classis Drachten.

Van particuliere zijde ontvingen wij inlichtingen u.it de classis Drachten, waan^oor wij den schrijver zeer vriendelijk danken.

Maar juist omdat het particuliere inlichtingen zijn en geen officieele, gaat het kwalijk aan daarvan publieke mededeeling te doen.

Wij willen slechts het volgende opmerken.

Vooreerst, dat het kort verslag van de jongste vergadering der classis Drachten vragen deed opkomen, welke, indien het op; dit punt wat meer uitvoerig ware geweest, niet zoudeai zijn gerezen.

Vervoilgens, dat de inlichtingen van onzen korrespondent inderdaad inlichtingen zijn en licht verspreiden over de handelingen der classis, wa.ardoor deze begrijpelijker worden.

Eindelijk, dat het ons nog steeds duister blijft, waarom ide classis op belofte van stilzwijgen over zijn afwijkend gevoielen de schorsing van Dr Van Leeuwen heeft opgeheven en zich niet tot de Synode van Groningen heeft gewend om nader adVies.

Dwangvoorstelling.

hl Duitschland heeft de bekende Dr Kolfliaus loffelijk werk verricht do'or de denkbeelden van Dr Kuyper te propageeren.

Hij smaakte het genoegen vrucht op. zijin jarenlangen larbeid te zien.

Maar ziet. Prof. Haitjema werd uitgenoodigd om op de vergadering vaji den Reformierten Bund te spreken.

Zijn onderwerp luidde „Persoonhjk Geloof en Kerk".

Men zou zeggen: kieschheid eischte, dat hij niet rechtstreeks inging tegen den man, die in den Rcfonnierten Bund zulk een grooten invloed heeft en die.zooveel voor de ontwaking van het Gereformeerd bewustzijn in Daitschland heeft gedaan.

Ook taktisch was het geraden geen verschilpunten t.usschen de Gereformeerden in Nederland op, te rakelen in een omgeving, waar de Gereformeerde beweging in zekeren 'zin nog in haar opkomst is.

Hoe gemakkelijk ware 'dat geweest.

Prof. Haitjema had positief zijn gedachten kunnen ontwikkelen en over Kuyper kunnen zwijgen.

Dat had bijna ieder ander gekund, maar prof. Haitjema blijkens zijn eigen bekentenis niet.

Hij schrijft toch in „Die Gereformeerde Kerk": „Ik kon niet nalaten, ter inleiding van mijn eigenlijk referaat den wensch uit te spreken, dat de Reformierte Bund in Duitschland in de toekomst meer dan te voren contact mocht weten te krijgen met die geestverwanten in Holland, die zich tot de beginselen der confessioneele Veree'Uiging aangetrokke'U gevoelen, en de evolutie van het Kuyperiaansche Nieuw-Calvinisme niet vermogen mee te maken."

Merkwaardig die woorden: ik kon niet nalaten.

Het anti-Kuyperianisme is prof. Haitjema tot ee'U obsessie geworden, welke hem tot in den vreemde achtervolgt.

Hij is wel te beklagen!

Zou het in het hoofd van een predikant of hoogleeraar, die lid is van de Gereformeerde Kerken, opkomen, om, wanneer hij in D'uitschland of elders buiten O'uze grenzen sprak, te w.aarsGhuW', en teg'en. Hoedemaker of Haitjema? ^3^01^^^^'

Natuurlijk niet.

Maar als men slachtoffer is van een obsessies; I handelt men niet als een normaal menseh.

Lusten en lasten der anonymlteit.

In een noot onder een stuk van zijn , , & erefO'rmeer^.'-: den" medewerker schrijft de Redaktie van 'de N. R. Cl., dat het artikel, (dat O'Uze woorden inzake de afvaardiging naar de Synode van 'Groningen averechts weergaf) niet van dien medewerker, maar van een .anderen (niet-Gereformeeikien) afkomstig was.

Hoe wij tot 'dit misverstand kwamen, kunnen"; wij in ons vakantie-verblijf, waar we de noodige gegevens niet ter beschikking hebbe-n, niet kontro'leeren.

In elk geval herstellen wij bij deze oaize vergissing.

Dit gaat althaiis van het schul'dregister van zijn „'Gereformeerden" medewerker af.-

Overigens mag wel opgemerkt, dat anonymite'i|verwarrend werkt.

De N. R. Ct. bezit ook een niet-Gereformeerden medewerker, welke O'ver interne aangelegenheden der 'Gereformeerde Kerken zijn oordeel ten beste (? ) geeft.

Wonderlijk doet het daarbij aan, dat de Redaktie voor onze klacht, 'dat die m^an onze woorden verdraaide, geen O'oren geeft.

Zij acht het blijkbaar niet noodig er een onderzoek naar in te stellen of een barer medewerkers ook valscbe voorstellingen debiteert.

Nog minder om er verontschuldigingen voor aaji. te bieden. - ' |; ',

Het stuk van den „Gereform-eerden" medewer-: • ker laten we voor wat het is.

Als 'die persoon' zijn masker publiek aflegt, hopen we, wat wij aan zij'n adres richtten, met bewijzen te staven.

Maar een anonymus kan geen aanspraak makea.^l op hetzelfde respect als een ridder zonder vrees % of blaam.

Bij 'de lusten der .anonymiteit behooren ook de lasten.

HEPP.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 juli 1927

De Reformatie | 4 Pagina's

Rapport Diaconale Steunregeling.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 juli 1927

De Reformatie | 4 Pagina's