GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

W. Schippers, „Klavervler".

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

W. Schippers, „Klavervler".

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het tweede boek, dat we bij onze bespreking van eenige nieuw-verschenen christelijke romans noemen, is „Klavervier" van W. Schipip, ers, een auteur, die alweer niet onbekend is in onzon 75 kring. Met „Vreewalds Molen", „De Vondeling" e.d. verhalen heeft hij zich sinds lang vrienden verworven in onze christelijke gezinnen.

„Klavervier" is een heel ander boek dan „Gouden Teugels", dat we in 't vorige artikel behandelden, heel anders van opzet en ook heel anders van doel. 't Is niet door de moderne romanliteratuur geïnspireerd en het heeft ook niet de bedoeling, tegen verkeerde verhoudingen het pleit te voeren; 'tis eigenlijk niet anders dan een eenvoudig christelijk verhaal, dat een heel gewoon gegeven verwerkt, zonder eenigen tendenz.

in enkele hoofdlijnen is de geschiedenis deze:

Een rijke boerendochter (ergens'in Zuid-Holland), Marie Groskamp, ontvangt. een aanzoek van Bart Brakkers, den zoon van d'ek eveneens rijken huurman van Klavervier, de hoieve van baas Groskamp. M'arie wil echter van. den jongen niet weten. H^ is een woesteling en een vechter, al van kind af. Toen hij nog een schoolgaande jongen was heeft hij het zoontje van de weduwe Rijnberg, Wulfert, zóó met een steen tegen 't hoofd gegooid, dat de jongen onnoozel is geworden en voorgoed in zijn vejstandelijke vermogens gekrenkt. Hij wil Marie heliben en bedreigt haar, dat hij eiken jongen, man, met wien hij haar samenziet, afranselen zal.

Om al deze redenen kan zij niet van hem houden en ze ontwijkt hem. Maar haar vader zou een verbintenis tusschen Marie en Bart gi'aag zien, omdat die de scheiding zou doen-wegvallen tusschen de beide uitgebreide bezittingen der vaders. Zoo is er wrijving op „Klavervier" waar tevoren altijd vrede was.

Het dorp zal aangetrokken worden bij een nieuwe spoorverbinding. ZoiO verschijnt ten tooneele Albert van Limmen, opzichter bij het werk. En aanstonds rs er het conflict. Want, als hij Marie tegenkom.t en haar den weg vraagt, ziet Bart hem met haar praten en bedreigt hem. "Maar van Dimmen, een flinke jonge Fries, telt dat gep-raat niet.

Hij ervaart echter spoedig, dat 't Bart ernst is met zijn woorden: eenigen tijd later, als hij een eind buiten het dorp loopt en door Marie en haar vriendin, die hem per rijtuig passeeren, uitgenoodigd wordt mee te rijden, is Bart toevallig weer in de buurt en gaat den opzichter te lijf. Deze is evenwel sterker en Bart belandt in de sloot.

Voortaan is er van diens zijde een groote vijandschap tegen van Limmen en een zucht tot bloedige wraak.

Weldra is van Limmen met Maria op vertrouwden voet gekomen en haar vader, die eerst niets van hem weten wilde, is hem ook beter gezind geworden sinds hij weet, dat van Limmen een boerenzoon is en boer in zijn hart, maar alleen tot een ander bedrijf overgegaan, omdat op de boerderij van zijn vader geen plaats meer voor hem was naast zijn oudere broers. Van Limmen mag nu ook op „Klavervier" komen en is daar spoedig een gaarne geziene gast. Hij en Marie worden het samen eens en vader Groskamp: besluit een boerderij te koopen, om straks daar de jongelui te installeeren.

Bart ziet met groeiende wraak' het gebeuren op „Klavervier" aan. En, als op-een avond Marie en Van Limmen naar huis gaan van 't schaatsenrijden, komt zijn moment. Hij wacht ze op, en, als ze zijn schuilhoek voorbijgaan, doet hij een geweldige slag met een zwaren knuppel. Hij treft echter Marie en niet van Limmen. Maar op' hetzelfde oiogeublik schiet Wulfert, de onnooizele, die zich-aan van Limmen (kostganger bij zijn moeder) gehecht heefi, toe en zou zeker Bart vermoord hebben, als niet van Limmen had ingegrepen. Bart blijft bewusteloos liggen en Marie, ook buiten bewustzijn, wordt weggedragen. Dagenlang is Marie in doodsgevaar, maar eindelijk knapt ze op.

Bart, in de gevangenis terecht gekomen, is zoo door het optreden van Van Limmen getro'fen, dat hij' geheel verandert. Als hij straks thuis komt, vraagt hij allen vergeving en wordt zelfs van Limmens vriend. In tusschen is Marie geheel hersteld.

En nu wordt spoedig de boerderij gekocht en 'de trouwdag bepaald.

Een heel eenvoudig verhaal djs, z-oo-g: woon van type, dat men uit enkele aanwijzingen oantrent personen en omstandigheden het zelf zou kunnen reconstrneeren. En dan spelen ook' weer de gelukkige en ongelukkige toevalligheden hun onmisbare rol. Toevallig kbmt_van Limmen Marie tegen; toevallig ziet Bart hen met elkaar praten; toevallig is Bart in de buurt als de vriendinnen Van Limmen uitnoodigen mee te rijden; toisyallig is Wulfert vlak bij als Bart zijn' onverhoedschen aanval doet — en zoo kunnen we met het opsommen voortgaan. Dat van Limmen een boerenzoon is, is een toevallige, maar heel gelukkige omstandigheid, gezien den boerentrots' van Vader Groskamp en dat hij ])ij zijn verandering van werkkring, tóch boer in zijn hart gebleven is en niets liever wil dan wat hoer Groskamp ook wil, n.l. dat hij weer tot 't boerenbedrijf terugkeeren zal, 't past alweer precies in 't kader van het verhaal.

't Loopt ook alles heel mooi af; er blijft eigenlijk niets te wenschen over. 'Van Limmen en Marie „krijgen elkaar"; Bart wordt van vijand tot viiend niet alleen, maar is ook innerlijk geheel veranderd;

•\Vulfert legt zijn'haat, die hem van jongs ar door zijn verstoorde hersens spookte, volkomen af; Gro, ? kamp verliest zijn hoogheid en zelfbewustheid —

'l is natuurlijk alles mogelijk, maar 'tis toch al te mooi om werkelijkheid te zijn. En de kracht van het verhaal wordt er niet sterker door. 't Leven, 't echte leven, doet de dingen gemeenlijk gansch anders zien.

Literair-critisch gezien zijn dit compositie-zwakheden, die niet door den beugel kunnen. Want niet slechts bederven, ze de constructie van het verhaal als geheel, maar ook' zetten ze aan het christelijk element het stempel oipi, dat we in ons inleidend artikel als voor christelijke romankunst öadeelig hehhen aangewezen. Een christelijk-literaire roman is dan ook dit boek niet, want ook de taai is niet die van den literairen roman.

Maar een christelijk verhaal is het wél en als zoodanig heeft het vaj^, dat te waardeeren valt.

Allereerst is de gee, st positief christelijk', van 't begin tot het eind. Verder zijn de trotscheid van boer Groskamp, het door levensverdriet gelovilerd inzicht van de weduwe Rijnberg (wier historie een verhaal is in het verhaal) het rustig-vertrouwende van van Limmen goede elementen en als bestanddeelen van e? n christelijk' boek in het juiste licht gesteld. Eindelijk komen de kracht van geloof en gebed, ook de vernieuwing der bekeering en liet getuigenis, dat uitgaat van een christelijken levenswandel, duidelijk uit. Zulke, niet te onderschatten verdiensten, geven het boek' alle recht op de erkenning dat het is een goed christelijk verhaal, waarvan zeker invloed ten goede uitgaan kan.

Moeten we dus eigenlijk nieL tevreden zijn? Zoo vraagt men misschien. Een goed christehjk verhaal verdient toch als goede lectuur alle aan-Ijeveling?

Wij antwoorden: ja en neen.

Ja, als men aan het christelijk' boek geen hoogere eischen stelt, dan dat het is goede lectuur. IDan is zelfs dit verhaal zeer verdienstelijk, want het is waarschijnlijk niet anders bedoeld, 't Maakt deel uit van de bibliotheek „Christelijke Spoorweglectiiur", die de Firma Voorhoeve te Den Haag in den handel brengt, in 't bijzonder als Evangelisatiemiddel. En als ovangeliseerend verhaal is het stellig geslaagd. Juist dè verdiensten, die we zoo even vermeldden, maken het voor dat doel geschikt, en het boeiende der vertelling dcet het leoluur zijn, die den lezer Vasthoudt, zoodat hij allidht niet halverwege het boek terzijde leggen zal. Zoo beschouwd, kunnen we met „Klavervier" zeker tevreden zijn en is het ook aanbeveling waard.

M'aar we zeggen op de boivengestelde .vraag „neen", als we verder. zien dan de verdiensten van goede „lectuur" alleen. En op' dat , , neen" leggen we den nadruk, omdat we in dezen tijd aan christelijke lectuur niet meer genoeg hebben. De literaire roman maakt allerwege zijn groote veroveringen, ook in onzen christelijfeen kring, oiok in onze christelijke gezinnen o-nder de jonge menschen. En daartegenover geeft christelijke lectuur, die alleen de eigenschappen heeft van goede Icictuur maar niet oó'k' die van literaire kunst, geen tegenwicht genoeg. We hebben allereerst en allermeest behoefte aan christelijke romans, die én goede lectuur bieden én literaire waarde hebben,

't Eerste stellen we Voorop' (daarom spreken we \oor het onderhavige boek ook onze waardeering uit) want, we hebben het al herhaaldelijk gezegd: christelijke literatuurbeoordeeling stelt het ©Ihisclireligieuze, 'dat is dus: het goede, boven het aesthetische, dat is dan het sclioone, primair. Maar het tweede mag niet, om het eerste, voorbij gezien worden. Oók literaire waarde, ook een voldoen aan de eischen van christelijke k u n s t, moeten we verlangen in onze christelijke lecituur. De tweeheid: christelijke lectuur — christelijke kunst, ook al bestaat die practisch, mogen we uit idëele over-^vegingen niet aanvaarden en althans mogen we bij dat practisch bestaan ons niet critiekloos neerleggen. Want we moeten vooruit. Christelijke kunst is mogelijk, is noodzakelijk en we moeten niet aflaten, haar vermeerdering als ideaal ons voor oogen te stellen. Schrijvers als de heer W. Schippers, die de kracht kennen van het christelijk ])elijden en het talent bezitten, om daarvan in een literairen vorm te getuigen, zijn de aangewezen menschen om ons christelijk literaire romans, christelijke romankunst te schenken. En daarom zijn we met een boek als „Klavervier", al heeft het veel goeds, jiiet tevreden, tevreden dan in den zin van voldaan.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 december 1927

De Reformatie | 8 Pagina's

W. Schippers, „Klavervler

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 december 1927

De Reformatie | 8 Pagina's