GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De cultureele beteekenis van bet boek.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De cultureele beteekenis van bet boek.

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Evenals het vorige jaar wordt ook nu door de Verpciiiging ter bevordering van de belangen des Boekhandels een „Boekenweek" georganiseerd, die ten doel heeft met alle daartoe ten dienste staande middelen propaganda te voeren voor het goed© boek.

Een van de gronden, waarop die propaganda steunt, is, naar terecht werd gezegd, het feit, dat het boek is een element van groote cultureele beteekenis. Nu kent men in 't algemeen dezen term „cultureele beteekenis" wel, maar het kan toch zijn nut hebben, dat we eens precies trachten te omlijnen, wat daaronder is te verstaan, met name ten aanzien van een boek. Daarom wil ik, nu ons blad ter gelegenheid van deze „boekenweek" het hoofdartikel wijdt aan het boek, pogen zoo eenvoudig mogelijk te antwoorden op de vragen: wat is cultureele beteekenis? ©n waarin bestaat de cultureele beteekenis van een boek?

, Cultuur is beschaving, veredeling van den geest, vorming van het hart. En dus is cultureele beteekenis de invloed van deze waarde-factoren gezamenlijk: ze strekt zich uit over denken en doen, over kennen en gevoelen, over genieten en misprijzen — over al de functies van geest en 'hart. Cultureele beteekenis is derhalve een zeer samengesteld begrip. Maar we kunnen het toch wel kort en scherp omlijnen, met te zeggen, dat het is geestelijke en zedelijke verrijking.

Aan zulke geestelijke en zedelijke verrijking hebben we als menschen allen behoefte. We leven ieder binnen zekeren kring. Die kring is voor den een ruimer dan voor den ander, veel ruimer vaak, maar een omgrenzing is er voor allen. Ons dagelijksch werk, de omgeving, waarin we leven, de menschen, met wie we in aanraking komen, de verhoudingen, waarmee we te doen hebben, bepalen die omgrenzing. Die levenskring is onze werkelijkheid. Maar buiten dien kring, buiten die eigen werkelijkheid, is er een veel grootere, veel wijdere wereld: die van anderen. Wat anderen denken, zien, gevoelen, weten is óók werkelijkheid, georiënteerd naar him toestanden en hun verhoudingen. En wat in vroeger jaren, in vroeger eeuwen de menschen hebben gedacht, gezien, gevoeld, geweten was óók werkelijkheid, betrokken op toen-^ nialige toestanden en toenmalige verhoudingen. In dat alles van heden en verleden leeft en leefde de menschenziel even intens als in onze eigen werkelijkheid.

Daarmee nu in aanraking te komen, in die werkelijkheid van anderen in te zien, beteekecit ©en yerrijking, een verruiming van onzen horizont. Het IS terecht gezegd door Dr C. J. Wijnaendts Francfcen („Drie Aesthetische Studiën", p. 26): „Door een hoog opgevoerde maatschappelijke arbeidsverdeehj^g is ons leven zeer eenzijdig geworden, hij de meesten opgaande in eentonige, dagelijks ^ederkeerende beroepsbezigheden, die geen voldoenden uitweg bieden aan tal van opduikelde gemoedsaandoeningen en moreele gevoelens als •woed, opoffering, vaderlandsliefde, enz. Door zijn gespecialiseerd beroepswerk worden bij den modernen mensch lang niet alle vermogens van den geest in beslag genomen en komen tal van gievoelens, die in aanleg aanwezig zijn, niet tot hun recht " Onze eigen werkelijkheid is, hoe gespannen misschien ook op zichzelf, altijd eenzijdig. Maar dan maakt de kennis van anderer realiteit onzen levenskring breeder. En niet alleen dat. Door die kennis wordt ook het inzicht in onze eigen verhoudingen dieper. Want door toepassing en vergelijking zien we, wat ons ontbreekt of wat bij ons verkeerd is.

Natuurlijk doel ik hier op zulk een werkelijkheid van anderen, die geestelijk-zedelijk goed is en waar en schoon. Er is óók in verleden en heden een andere realiteit, die donker is door zonde en schuld, waarin opborrelt het slechte, het lage, dat als een schimmel over alle menschengeslaohten voortwoekert. Maar die realiteit is hier nu buiten geding, 't Gaat in dit verband over wat verrijkt en dat wordt verkregen uit een in-relatie-komen met do geestelijke en zedelijke waarden, die dank zij •Gods algemeene en bijzondere genade in alle tijden en onder alle generaties zijn gekend.

Die verrijking dan is cultureele beteekenis. En nu zijn er onderscheidene levenswaarden, die zulk een cultureele beteekenis inhouden, maar in 't bijzonder is daarvan drager: het boek. Want — het is een woord van Carlyle — „alles wat de menschbeid heeft gedaan, gedacht, gewonnen, alles wat zij is geweest, het blijft als op wonderdadige wijze voor ondergang bewaard in de bladen van een boek. Zij zijn het uitverkoren bezit der menschen." Tot staving van zijn beweren wijst hij er op, hoe van de oude Grieksche wereld zelf niets meer over is dan de stomme bouwval en het geschonden beeld, maar hoe in de Grieksche boeken die wereld leeft in zijn historie, in zijn denken, zijn kunstzin, zijn structuur, in al zijn vel© fijnzinnige openbaringen. Het zijn die boeken, die over de verleden geslachten heen deze cultuurschatten hebben bewaard en ze aan iedere generatie opnieuw hebben getoond. Wat de groote geesten van alle eeuw hebben gedaan en gedacht, het staat in de boeken van en over hen tot in bijzonderheden beschreven. Wat aan inzicht werd gewonnen, aan kennis werd verzameld, uit ervaring geleerd, door lijden begrepen, door vreugde gmo^ten, gister en voor een jaar en voor een eeuw, het is in de boeken vastgelegd. Wat de menschenziel heeft beroerd en het menschenleven heeft bewogen, wat er aan menschelijks zich heeft geopenbaard onder wisselende verhoudingen ©n veranderde omstandigheden, in den diepgang, zoowel als op de zonnehoogten van het leven, de geestelijke rijkdom, die werd verworven, het zedelijk bezit, dat werd verkregen — dat alles en nog veel meer, het is in de boeken bewaard. En — wat nog meer zegt — het is door de boeken voor ieder die lezen kan en wil toegankelijk. We kunnen er ons in verdiepen, zooveel we begeeren, we kunnen het van alle kanten belicht zien en tot in bijzonderheden onderzoeken — we kunnen het maken tot onze eigen kennis, tot onzen eigen rijkdom, tot ons persoonlijk bezit.

Daarin ligt de cultureele beteekenis van het boek, ten aanzien van de realiteit in het verleden.

En niet minder groot is die cultureele beteekenis ten opzicht© van het heden. Wat we lezen in het boek van vandaag, over de menschen en de verhoudingen rondom ons, maar uit een anderen kring ©n ©en verschillend milieu, het vult de bebeperktheid en onvolledigheid van onze werkelijkheid aan. Het geeft vleugelen aan onze verbeeldingskracht en heft ons uit onze eigen beslotenheid op, om ons reëel te doen leven in de wereld van anderen. En dat niet alleen. Het doet ons die werkelijkheid buiten ons veel beter, veel dieper, veel intenser kennen, dan ooit bij eigen aanschouwen mogelijk zou zijn. Wanneer we in het gewon© leven een mensch ontmoeten, kunnen we zijn uiterlijk kennen; we kunnen van dat uiterlijk misschien iets aflezen van wat er omgaat binnen in hem en, bij nauwer contact, zullen woorden en gedragingen van dat innerlijke een zeker deel ons openbaren. Maar wanneer we een mensch ontmoeten in ons boek, — en dan denk ik in 't bijzon­ der aan den modernen roman, wiens groote kracht ligt in zijn zielkundige ontleding — dan zien we, dat innerlijk volkomen, het wordt tot .ia z^n fijnste vezels voor ons blootgelegd. Van de gedragingen zien w© den oorsprong, van de woorden de eigenlijke bedoeling, van de begeerten d© diepste grond. En in die kemiis van den ander, die de verboTgenste roerselen van zijn zieleleven openbaart, wordt een toets aangelegd aan ons eigen intiemste denken en willen. Precies zoo staat het, als we een omgeving beschreven of ©en situatie gepeild vinden. Veel directer dan door zelf aanschouwen komen we bij de eigenlijkheid daarvan, omdat we zien wat achter de uiterlijkheden staat, wat de leidend© gedachte is, ook en vooral, wat in dat alles recht is en goed en wat onoprechtheid en schijn. En weer brengt zulk een kennen van eens anders realiteit ons dichter bij de onze. Zoo opent het boek voor ons wijde perspectieven over het leven en de levensverhoudingen, die we kunnen binnendringen en, al naar hun aard, kunnen genieten of misprijzen, maar ook trekt het onze aandacht terug op onszelf en onz© ©igen werkelijkheid en leert het ons 't moeilijkst© van alles: zelfkennis en zelfcritiek.

Dat is de cultureele beteekenis van het boek met betrekking tot het heden.

Eenmaal zoover, verstaan we ook onmiddellijk, hoe die cultureele beteekenis, hoe die aangedragen kennis van verleden en heden, direct verband houdt met geestelijk-zedelijk© beteekenis. Want d© verrijking, die aan cultureel© beteekenis inhaerent is, moet leideai tot verbooging van het geestelijkzedelijk bewustzijn. Dat kan geschieden direct, maar ook indirect; langs positieven, maar ook langs negatieven weg; doch gebeuren moet het, juist omdat er cultureel© beteekenis is. Maar daaruit volgt dan ook aanstonds het omgekeerde: dat als een boek niet leidt tot verbooging van het geestelijk-zedelijk bewustzijn en het dus niet verrijkt, het dan ook niet van cultureele beteekenis kan zijn. Dat wil niet zeggen, dat zulke cultureele beteekenis beperkt zou zijn tot die boeken, welk© we ten volle kunnen waardeeren: cultureele beteekenis, resultante van verschillende samenwerkende krachten, is een ruimer begrip dan waardeerin^, die berust op ©en bepaald©"l©v©nsovertuiging. Maar het bindt de cultureele beteekenis aan haar bestaansvoorwaarden: veredeling van den geest en vorming van het hart.

Verband dus met h©t geestelijk-zedelijke. En daarnaast verband ook met het aesthetische, direct en nauw verband. Want de verrijking, die in cultureele beteekenis ligt besloten, moet zich ook uitstrekk©n tot ons jevoel voor het schoone. De boeken uit het verleden, die door cultureele beteekenis waarde hebben gehouden voor bet heden, droegen het stempel van het schoone, hetzij dan het schoone der gedachten en der voorstellingen, hetzij het schoone van taal en stijl, van oompositie en bewerking. En zoo moeten ook de boeken van dezen tijd, die cultureele beteekenis hebben en houden zullen, door den adeldom van bet schoon© g©kenmerkt zijn. Want dat schoon© is het, dat, naai het woord van Prof. Bavinck („Verzameld© Opstellen", p. 279) ons „ontdekt aan ons z©lf en ons tevens ©en anderen, nieuwen blik (gunt) in natuur en menschbeid, (dat) verdiept, verbreedt, verrijkt ons innerlijk leven, ons voor een oogenblik op(beft) boven de gelijkvloersche, zondige, droeve werkelijkheid en aJzoo reinigend, bevrijdend, verlossend op onze neergebogen en mistroostige harten inwerkt."

Zoo is dan de cultur©ele beteekenis van htet boek geesteMjk-zedelijke verrijking, die in bet reinigend, bevrijdend, verlossend inwerken op de menschenziel van alle tijden en aUe geslachten haar ideaal en hoogtepunt vindt.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 mei 1932

De Reformatie | 8 Pagina's

De cultureele beteekenis van bet boek.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 mei 1932

De Reformatie | 8 Pagina's