GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Om bet Woord.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Om bet Woord.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

En een van de knechten des konings van Syrië zeide: Mijn heer Koning! Elisa, de profeet, die in Israël is, geeft den koning van Israël te kennen de woorden, die gij in uw binnenste slaapkamer spreekt. En zie, hij is te Dothan". Toen zond hij daarhenen paarden, en wagenen, en een zwaar heir! 2 Koningen 6:12—14.

De strijd tegen Israël gaat om den profeet, en om het Woord, dat hij spreekt.

De koning van Syrië heeft dat wel goed ingezien. Het is zijn doel het volk Israël te onderwerpen, en daartoe organiseert hij telkens zijne krijgstochten. Doch een zijner knechten heeft hem onderricht, dat al zijne plannen vruchteloos zullen zjjn en zijne bedoeling immer zal mislukken, zoo hij den profeet, die in Israël is, niet onschadelijk weet te maken; déze is het, die 's konings pogingen verijdelt; van hém is alle wijsheid en kracht in Israël; hij onderricht hen van de plannen hunner vijanden, zoodat ze op hun hoede zijn. Israels macht hgt niet in zijn krijgstuig, maar in den man met den profetemnantel.

En tegen dien profeet gaat dan ook de strijd. Als den koning van Syrië bericht is waar Elisa zich ophoudt, dan zendt hij daarheen paarden en wagenen en een zwaar heir, om hem te vatten.

Doch dan begint zich hier de geestelijke achtergrond dezer dingen te ontdekken. De strijd van het lieidendom tegen Israël moge zijn uiterlijke aanleidingen gehad hebben, — het karakter daarvan is evenwel altijd de worsteling van Satan en wereld tegen het volk en het Koninkrijk Gods. En in die worsteling gaat het om het Woord des Heeren. Van dat Woord is Elisa de drager. Hij is de Openbaring Gods voor die dagen, waardoor de Heere Zijn volk leidt en waarschuwt en wijsheid geeft tegen alle hstige omleiding des boozen. En het was volkomen juist gezien van Syrië's koning, dat h.ij het op dien man, en op zijne plaats in Israël toelogde. Het Woord en de Wijsheid Gods moet gevangen genomen en uit Israël weggerukt worden. Dan is het koninkrijk Gods machteloos.

Aldus de geestelijke worsteling van alle tijden, op welk gebied deze ook gevoerd wordt. Het gaat daarin altijd om het Woord Gods weg te rukken en te verdonkeren.

Wij denken aan de groote historie van het Godsrijk, en aan de geschiedenis van dat Rijk ook op eigen erve.

Ging en gaat het niet op staatkundig en maatschappelijk gebied, bij school en kerk, om het Woord des Heeren, het profetische Woord, het licht en de wijsheid onzes Gods, waar zonder wij geen kracht en geen zout meei hebben, en aan de wereld vervallen, en verloren gaan?

Dat wij dan vóór alles op elk levensgebied strijden voor het behoud van het zuivere Woord Gods. Wij zijn gewaarschuwd, dat daartegen de aanval van Satan en wereld gaat; daartegen zenden zij altijd hun paarden en wagenen en een zwaaj heir. Het gaat om den profeet. Laat ons liever als kerL als partij, als organisatie, als persoon alléén staan, dan dat we allerlei voordeel en vooruitgang verkrijgen zouden, maar die ons te staan kwam op verzwakking van ons beginsel en vérdonkering van het Woord. We zouden de eenig© kracht inboeten, die we bezitten.

En de Christen, in zijn strijd tegen zorg en zonde, in de worsteling om zalig te worden, en om^ naar de hefde van zijn hart, den Heere in zijn leven te dienen, — hij boude toch om zijns levens wil het Woord Gods vast. Het is alles voor hem. Het is de profeet in Israël

Hoe vinnig en pijnlijk kan het Woord des Heeren in eigen hart worden aangevochten; hoe zwaar kan de vijand zijne strijdkrachten daartegen richten. En hoe mat en machteloos zijn we, als we geen vasten greep meer hebben aan dat Woord. Dan hebben we niets te zeggen aan de aanklacht van onze consciëntie, en niets te zeggen aan de moeilijkheden van het leven. Zonder vat aan het Woord hebben we zelfs niets te zeggen aan onzein God in 't gebed.

Maar wat kan het onze kracht worden, als we de hand mogen leggen op het profetische Woord dat zeer vast is. Wat kan het licht voor ons worden, zoo in donkerheid dat Woord tot de ziel gaat spreken. En hoe kan het, zoo wij er teeder bij leven, ons ook waarschuwen voor de aanvallen en listen des boozen.

Het is de profeet in Israël; en het is daarom Satan altijd te doen, om Gods getuigenis in onze ziel gevangen te nemen en weg te voeren.

Oefenen wij ons dan biddend en beilig, om in de geloofshand vast te houden het zwaard des Geestes, hetwelk is Gods Woord.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 augustus 1933

De Reformatie | 4 Pagina's

Om bet Woord.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 augustus 1933

De Reformatie | 4 Pagina's