GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

LITERATUUR EN KUNST

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

LITERATUUR EN KUNST

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Oe tien geboden in literatuur en l)eeld.

De tien geboden, door Jan H. Eekhout e. a. — 's-Gravenhage, D. A. Daamen's U. M.

Het is reeds herhaaldelijk voorgekomen, dat een uitgever aan een of meer schrijvers verzocht, bij door hem verzamelde en uit te geven prenten, gedichten of toepasselijk proza te schrijven. Hoofdzaak was de plaat in dat geval; de tekst diende als illustratie daarvan, dus juist de omgekeerde verhouding van gewoonlijk, n.l. dat de prent de tekst verheldert. Dat zulk een schrijven naar opgegeven onderwerp wel kunst kan opleveren, heeft o.a. Da Costa getoond met zijn „Hagar", een gedicht naar aanleiding van een plaat, maar met zulk een dichterlijk perspectief, dat de prent geen hulp meer kan geven om tot beter verstaan te komen. De beeldende kunst diende Mer alleen als prikkel voor de fantasie, die een granidioos overzicht gaf van de wereldgeschiedenis, gebaseerd op het schijnbaar simpele feit der uitgebeelde historie.

Deze methode van uitgeven, waarbij de literaire kunst slechts hulpdienst verleent, zal meestal geen grote kunst .opleveren, daar in de regel de auteur zich zal bepalen tot min of meer dichterlijke toelichting.

Plet bovengenoemde boek, dat Daamen uitgaf, gaat anders te werk. Hierin staan beeldende- en literaire kunst naast elkaar, met gelijke rechten. Tekenaar en schrijver geven onafhankelijk van elkaar hun opvatting over elk der tien geboden. Vrijheid, in gebondenheid aan bet gegeven. De kunstenaar geeft namelijk, zoals de uitgever zegt, „uitdrukking aan den geest der geboden, zooals hij dien als kunstenaar heeft aangevoeld". De verdeling van het werk is evenwel niet naar evenredigheid geschied. Tegenover één tekenaar, die alle geboden plastiscli uitbeeldt, en daardoor de geest van de gehele wet in zijn afzonderlijke tekeningen mee tot uiting kan brengen, staan tien auteurs, die elk gebonden zijn aan één gebod. Daardoor ontstaat een eenJieid, naast verscheidenheid van opvatting.

De symbolische tekeningen van Roeland Koning zijn over het algemeen fijn van afwerking. De betekenis van het uitgebeelde wordt verduidelijkt door aanhaling van toepasselijke teksten of een korte verldaring van den kunstenaar zelf. De ene tekening spreekt duidelijker en directer dan een andere, bij sommige zal men ogenbUkkelijk de opvatting kunnen begrijpen en navoelen, bij andere bUjft er twijfel of onzekerheid of verwondering. Deze uiterst subjectieve opvattingen zullen ondanks het goede technische werk, niet ieder bevredigen — wat ook niet de bedoeling is.

Eekhout opent de rij der prozaïsten en geeft met zijn novelle: „De verborgenheid Gods" een felle, rake en directe kijk op het eerste jebod. Zijn scherpe, flitsende stijl stelt ons direct voor ogen den professor in de theologie, die boeken kan schrijven over het wezen Gods, maar die dadeüjk in opstand komt als God hem zijn kind ontneemt. Dan kan geen studie hem helpen om het oude beeld van God te behouden, hij vervormt het, tot het demonische toe. Tot God zelf Zijn verborgenheid hem openbaart en hij Gods Liefde ziet tegenover het beeld van haat dat hij zich had gemaakt, en hij in overgave aan Gods wil, liefde en vrede hervindt.

De vertelling „Het Beeldeke" van W. G. van de Hulst is gehtüd in de devote taal der oude legenden. De kunstenaar, die het kind Jezus uitbeeldt in de gedaante van zijn eigen kind, en vol ti-ots God ziet aanbidden in de gestalte van zijn zoontje, verminkt dit beeld en steelt het weg, omdat de zoon zich vergreep tegen de wetten Gods. De hoogmoed van den vader wordt gestraft in den zoon, en voor den bekeerden vader kan dit beeld van zijn kind niet dienen om God daarin te aanbidden, maar voor den protestant is het geworden het symbool van den verloren zoon, die zijn Vader heeft hervonden.

In zijn eigenaardige bijbel-taal, die zo goed past bij de sfeer van het ziekelijke dorp, maar waarbij de schrijver het gevaar niet steeds ontloopt, ook bij uiting van eigen gevoelens deze te gebruiken, behandelt Hogenbirk het derde gebod. Scherp als steeds is zijn tekening van de mensen die leven Ijij de wet, maar het gebod der liefde niet kennen. Hij raakt de kern van het gebod wanneer hij de vrome dorpelingen hun twijfel doet uitspreken over de bekering van den biddenden vloeker, over wien zij liever onder ij dellij k gebruik van Gods naam, de beloofde straf zien voltrekken, dan dat ze geloven aan de genade voor ieder die de Naam aanroept.

In schrille tegenstelling met het muffe dorpsleven staat de schets over het drukke alledagsleven van de stad, dat dreigt het geestelijke te verstikken. Heel goed beschrijft De Bruin hoe de ontheiliging van de Sabbath niet ligt in de branieachtige reis op Zondag naar huis, maai- in de geestelijke houding gedm-ende de gehele week. Alleen lijkt de aanloop in dit verhaal wat groot voor de beschreven sprong.

Keurig verzorgd is 't verhaal van Mevr. Kuypervan Oordt over het vijfde gebod. Liditelijk ironisch zijn de hoofdpersonen uitgebeeld, met fijn ingehouden spot de toestanden belicht. Met tere zorg is de stijl behandeld, waardoor minutieus fijn beschreven is hoe in het beschaafde milieu van het kleine stadje de ouders hun kinderen leren braaf het vijfde gebod te beleven, en hoe dat soms heel moeilijk is voor de ouders. Als de Icinderen eindeüjk in opstand komeUj overtreden zij niet het gebod; ze vragen slechts de liefde der ouders die het gebod moet schragen — de andere kant van de eis. De rustige toon harmonieert prachtig met het kalm beschreven leven in het doodse stadje.

Een stuk ti-agisch leven wordt beschreven door Rie van Rossura. Meedogenloos komt de eis tot de stoere, eenzame werkster, die al haar idealen ziet verdwijnen door de geboorte van een nichtje, om niet te doden, niet in haat te leven, maar liefde te geven. Hier geen overtreding van het gebod, maar bukken ervoor, na zware strijd. Dit verhaal is geheel in overeenstemming met de symbohsche betekenis van de plaat.

Minder geslaagd is Hejmes met zijn „Aan de Zelfkant". Het is een enigszins geforceerd verhaal, met snelle goede afloop, van een man die de zonde niet aandurft. Er is geen strijd en dus ook geen overwinning op het kwade. Het gehele geval is wat nonchalant behandeld, geschreven in een korte conclusiestijl, die weinig treft.

Heel modern is de gescliiedenis van den geboren dief, die Van Eerdbeek beschrijft. Hiet is een zuiver psychologisch getekend verhaal van den misdadiger, die een fijne bescha\ing • weet te siniuleren, die geen morele ondergrond heeft, omdat elk ethisch gevoel bij hem ontbreekt. Een goed mens die den dief wil bekeren van zijn kwade weg, moet leren, dat alleen God dat kan. Door de sobere eenvoud van zijn stijl weet hij diep in te dringen in het zieleleven van den overtreder van het achtste gebod.

. Voor het negende gebod heeft Mevr. Sevensma- Themmen een schets ontworpen, die scherp doet zien de onherstelbai-e gevolgen van de laster. Drie sterke karakters worden er beschreven, waarop de achterklap zijn vernielende invloed richt. De oplossing kan evenwel niet bevredigen. Wel wordt hier een offer gebracht, maar niet het offer, het breken met de zonde en het zoeken naar herstel van aangerichte schade. Wel moet de moeder haar dochter verliezen, maar zij en het valse getuigenis winnen nog bij het verlies.

Muziek en literatuur worden door Rijnsdorp weer verbonden in zijn novelle: Noch iets— De argeloze kunstenaar, die zich ineens bedreigd weet door zijn berekenenden, genialen leerling, die hem van zijn orgel wil dringen, staat scherp voor ons. Het plechtig-gelukkige slot geeft bevrediging voor ons medegevoel, maar is niet in staat het geheel harmonisch op te lossen. De heftigheid van het conflict is niet evenredig aan het verdere verloop.

Een zo omvangrijk en inhoud-vol boek kort te typeren, is haast onmogelijk. De ene schrijver stelt den lezer dadelijk tegenover de volle eis van het gebod, een ander belicht de achtergrond er van. Ontegenzeggelijk is het een zeer interessante poging, om de tien geboden niet theologisch te verklaren, maai--literair te laten zien. Het lezen van dit boek is ieder aan te raden.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 november 1935

De Reformatie | 8 Pagina's

LITERATUUR EN KUNST

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 november 1935

De Reformatie | 8 Pagina's