GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

UIT DE SCHRIFT

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

UIT DE SCHRIFT

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

En de Engel zeide Lucas 2:10 a.

De eerste Eerstprediking.

't Behoorde tol de vernedering van den Messias, dat Hij onder het Oude Verbond werd voor-afgeschaduwd door profeten en priesters en koningen, die in hun zonden en beperktheid slechts zeer aebrekkige typen waren van Hem, den Volheerfiikc. 'tWias Zijn liefde, dat Hij Zichzelf wilde afbeelden in zulke — in vergelijking met Zijn schoonheid — armelijke typen.

't Was de armoede van het Oud Verbond — en tegelijk de heerlijkheid van den Messias — dat er opder het Oude Testament nimmer een type is (teweest, die Hem alzijdig, in al Zijn drie ambten, mocht voorbeelden. Zooals de gekomen Christus te rijk is, om in één Evangelie beschreven te worden, zoo is de komende Christus te rijk om in één type te worden afgebeeld; daarom is onder het Oud Verbond steeds de scheiding tusschen het profetisch, priesterlijk en koninklijk ambt, is het ook voor den oud-testamentischen geloovige zoo moeilijk geweest, den vollen Messias te aanschouwen.

In den Kerstnacht zijn alle typen in vervulling gegaan, is in plaats van de vele schaduwen de ééne werkelijkheid gekomen — de Profeet-Priester-Koning. Xu geen scheiding meer, zoodat de één, priesterlijk, verzoening doende, den weg tot God opent, de ander, profetisch, den weg tot God wijst, een derde, koninklijk, dien weg doet betreden. Nu de ééne Antitype.

Maar, waar is nu Zijn heerlijkheid? De heerlijkheid in die eenheid?

De Priester is er. Nu het Woord vleesch is geworden, heeft Het het menschenleven aangegrepen in den allereersten wortel van zijn bestaan; daardoor kan er geen mensclienleven zijn, zoo diep weggezonken, of Hij gaat er nog onder staan. Hij vangt het nog op, reddend, verzoenend. En de Profeet is er. Zijn enkele bestaan is al een prediking. Maar... de Profeet zwijgt, buigt Zich zóó neer, dat Hij nog niet spreken kan. Een ander moet het Evangelie verkondigen, een engel! Doch de heerlijkheid van de vervulling is toch, dat de Zelfde, Die den heilsweg baant, ook den heilsweg wijst! Gelijk Gods Zoon Zich met Goddelijke energie ernaar uitstrekte om vleesch te worden en zoo verlossing aan te brengen voor de Zijnen, zoo heeft het Woord toch ook met Goddelijke kracht Zich erop gericht de verlossing te prediken aan de Zijnen.

Maar zóó ontledigt Hij Zich, zóó vernedert Hij Zich, zóó grijpt Hij het menschenleven aan in zijn allereerste aanvangen, dat Hij niet spreken kan van het heil, doch, pas geboren, slechts schreien , kan. Zoo zwak wordt Hij, dat een ander, een engel, Hem bij moet staan. Want deze engel neemt hier een andere plaats in, dan de engelen op den Paaschmorgen. Die zijn gekomen, omdat de Verrezene in Zijn Koningsheerlijkheid hun gebiedt te komen en te prediken in Zijn Naam; Die zijn bewijs ervan, dat Hij alle macht nu heeft in hemel en op aarde. Maar de engel hier, in den Kerstnacht, is, evenals in den lijdensnacht, in Gethsemané, Hem in Zijn zwakheid te hulp gekomen; deze predikt, omdat Hij Zelf niet kan. Zoo ontledigt Zich de Logos; zoo vernedert Zich de Profeet.

Opdat er geen hart is, zoO' gesloten, geen ongeloof, zoo donker, of Hij vernedert Zich nog dieper, Hij gaat er nog onder staan, reddend, verzoenend. O Goddelijke Profeet in Uw niet-kunnenprediken!

Thans predikt geen engel meer. Menschen zijn nu verkondigers van Zijn genade. En daarin is de dag van heden heerlijker dan de Kerstnacht en de Paaschmorgen samen. Want als menschen nu prediken Zijn heil, dan oefent Christus Zelf Zijn profetisch ambt uit, dan roept de Bruidegom Zelf Zijn kind tot Zich. En dat is meer dan in den Kerstnacht geschiedde. — En geen engelen gebruikt Hij nu voor de prediking, die, hoe ook begeerig om in deze dingen in te zien, de diepten der rijkdommen van Gods genade niet kunnen verstaan; doch menschen, zelf verlosten, die zich daarin verheugen met een onuitsprekelijke en heerlijke vrengde, zoodat hun prediking meer tot Gods lof is, dieper toon heeft dan van de engelen eenmaal. En dat is meer dan op den Paaschmorgen geschiedde.

Nu willen wij niet terug naar de eerste Kerstprediking. Grooter werken mogen wij doen, ook profetisch. Nu blijft slechts één verlangen, om, nog heerlijker dan de prediking van vandaag, te zingen het nieuwe lied^ met alle schepsel — engelen en menschen — te zeggen: Hem, Die op den troon zit en het Lam, zij de dankzegging en de eer en de heerlijkheid en de kracht in alle eeuwigheid.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 december 1935

De Reformatie | 8 Pagina's

UIT DE SCHRIFT

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 december 1935

De Reformatie | 8 Pagina's