GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

POPULAIR-WETENSCHAPPELIJKE SCHETSEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

POPULAIR-WETENSCHAPPELIJKE SCHETSEN

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Dragen en wegnemen.

Er zijn van die bepaalde Schriftplaatsen, die geregeld onnauwkeurig worden geciteerd. Het moet eigenlijk een beetje voorzichtiger gezegd worden. Hun weergave in het citaat wijkt af van de Statenvertaling. Soms ligt de reden van deze afwijking in den van de Statenoverzetting verschillenden vorm, waarin zulk een plaats vertaald was in een oudere bijbelvertaling dan die, welke op last van de hoogmogende heeren Staten-Generaal tot stand kwam. Uit de laatste omstandigheid zou te verklaren zijn de weergave van Psalm 124 vs 8 met de woorden: Onze liulpe staat in den naam des HEEREN, die hemel en aarde gemaakt heeft. Soms is er ook invloed van buitenlandsche vertalingen, die tot ons overkwamen in den vorm van een vertaald Christelijk lied. Of een andere Schriftuurplaats, die een verwante gedachte uitdrukt, beïnvloedt het niet-letterlijk-naar-de-Statenvertalingciteeren.

De beide laatste feiten zullen er wel debet aan zijn, dat men zoo vaak' een van de Statenvertaling afwijkende weergave hoort of leest van het laatste woord van Johannes 1 vs 29. In de college-dictaten Dogmatiek van Kuyper, locus de Christo, III, 128 wordt gesproken van het lam Gods, „dat de zonde der wereld draagt". Zoo vertaalde Lulher. En menig Duitsch passielied zelde het hem na. Kuyper of de student, die zijn woorden weergaf, stond onder invloed van deze vertaling. Of misschien ook, en meer nog, onder dien van Jesaja 53:11: want hij zal hun ongerechtigheden dragen. En van vs 12: en hij veler zonden gedragen heeft.

De Statenvertaling heeft hier het woord: wegneemt. Sommigen worden door hun geheugen, waarin de herinnering is aan dragen en wegnemen, verleid om te zeggen: w e g-d raagt.

Zoowel de vertaling met: draagt, als die met: wegneemt is juist. Er is nog een andere, die ook juist is; ze staat het dichtst hij die door: draagt. Men kan haar vinden in de proeve van nieuwe vertaling, uitgegeven door het Nederlandsch Bijbelgenootschap. „Zie het lam Gods, dat de zonde der wereld op zich neemt." Dien zin gaven reeds de Kantteekeningen op de Statenvertaling te kennen: „of op zich neemt; n.l. om de straf daarvoor te dragen, en ons van deze Ie verlossen." In onzen uitgebreiden gezangenbundel lezen we Gezang 18 vs 1: Halleluja! Lof zij het Lam! Die onze zonden op zich nam!

We hebben dus in Joh. 1 vs 29 een plaats met een dubbelen, zij het niet tegenstrijdigen, zin. Het is de moeite waard, de kwestie wat nader te bekijken.

In het O. T. vinden we zoowel de uitdrukking: de zonde dragen, als die: de zonde wegnemen, als mogelijke weergave van dezelfde Hebreeuwsche woorden. Doch daar beslist dan het verband duidelijk voor één van beide vertalingen.

Zoo staat het met het 12e vers van Jesaja 53. Op zichzelf zou men daar kunnen vertalen: en hij. veler zonden weggenomen heeft. Doch het heele hoofdstuk spreekt van plaatsvervangend lijden, van overnemen van de schuld; nog in vs U heette het, in een woordkeus, die géén anderen zin heeft: want hij zal hun ongerechtigheden dragen. Vgl. vs 4: hij heeft onze krankheden op zich genomen. En vs 6: de Heere heeft op hem doen aanloopen, hem doen treffen, ons aller ongerechtigheid. Dus kiezen we voor die twee Hebreeuwsche woorden, die ook beteekenen kunnen; de zonde wegnemen, in Jesaja 53 toch zonder aarzeling: de zonden dragen.

Bekend is deze woordverbinding ons ook uit d* beschrijving van den ritus met den zondebok. Lev, 16 VS 21, 22: „En Aaron zal beide handen op het hoofd van den levenden bok leggen, en zal daarop al de ongerechtigheden der kinderen Israels, en al hun overtredingen, naar al hun zonden belijden; en hij zal die op het hoofd des boks leggen, en bij zal hem door de hand eens mans, die voorhanden is, naar de woestijn uitlaten. Alzoo zal die boï op zich al hun ongerechtigheden in een afgezonderd land wegdragen; en liij zal dien bo« de woestijn uitlaten." De zonde wordt daarbij i^ zoo weggedaan, dat de bok haar op zich uit o* gemeente Israels wegdraagt naar de woestijHi waaruit voor haar en voor deze zonde geen terugkeer mogelijk is. , ,

Maar we vinden die beide woorden, die in Jes-" en Lev. 16 met: de zonde dragen werden vertaal, ook in de beteekenis van: de zonde weg nemen. Zoo moet een gouden plaat op liet voorhoofd van Aaron zijn gebonden, met «e opschrift: 'De Heiligheid des Heereii, op^J Aaron wegneme de ongerechtigheid, die in • trekking tot de heilige dingen gepleegd is- j

Statenvertaling heeft dan Exod. 28 vs 38 wel het woord dragen, doch haar kantteekening, dat is: dragende wegneme, verdient ver de voorkeur. De Woeling van den tekst is toch niet, dat Aaron die ongerechtigheid, die in den cultus licht voorvalt, op zich neemt; in de plaats van de bedrijvers ervan zich stelt; en dan op een of andere lanier er verwijdering van bewerkt, maar dat de hoogepriester de voorhoofdsplaat dragen zal, om de, de zonden bedekkende (vgl. Heidelb. Cat. JT'36: en met Zijn onschuld en volkomen heiligheid mijn zonde.... voor Gods aangezicht bedekt) werking, die van deze plaat uitgaat. Zoo neemt hij door haar te dragen, de zonde weg.

De kantteekenaars der Statenvertaling hebben verwantschap tusschen deze plaats en Lev. 10 v^s 17 ontdekt. Ze verwijzen daar bij hun vertaling: ^ageu naar Exodus 28 vs 38. Mozes^ vraagt, volgens dezen tekst, aan Eleazar en Ithamar, die een zondoffer in zijn geheel hebben verbrand, zonder ^•^an te eten: „Waarom hebt ge dat zondoffer niet Segeten in de heilige plaats? Want het is zeer ^™g, en God heeft het u, gegeven, om de zonde er gemeente weg te nemen, om over die verenmg te doen voor het aangezicht van den va*H' ^^ merken daar, dat de ambtelijke functie d^ H P^^^ters van het eten van het offervleesch. do p ^^^ waarneembaar teeken, dat het offer aa^ •'^ aangenomen is. De offeraar moest daaren dT'^' ^^^ ^^ priester zijn taak volbracht had, j^flat de zonde door zijn offer was weggenomen. Dl ^j ^11 we nog even terug aan de vier besproken sche H' '^^ ontdekken we, dat het verschil tusgroo? ^^8®^ ^n wegnemen daar niet zoo heel Het ^^' ^^ kantteekeningen wisten het ook al. verschil wordt ons eerst bewust, indien wij vragen naar het middel, dat wordt te baat genomen om de zonde en schuld weg te krijgen. Bij het dragen der zonde is dit dragen zelf, het plaatsvervangend boeten van anderer zonde, het dragen van de straf, het middel der verzoening. Het wegnemen geschiedt niet door plaatsbekleedend boeten, maar vindt plaats door het bedekken der ongerechtigheid achter de heilige voorhoofdsplaat van Aaron, of door het offer, dat als compleet gebracht, gesteld wordt voor de aandacht van den offeraar die de priesters van het vleesch ziet eten.

Met deze uit het O. T. opgedane kennis keeren we nu terug naar Joh. 1 vs 29. En vragen daar ook naar het middel, waardoor de zonde weggedaan wordt.

We hooren dan Johannes spreken van het lam Gods. Daarbij herinneren we ons Jesaja 53. Daar draagt de Knecht des Heeren zijn lijden als een lam, dat ter slachting wordt geleid zonder zich te verzetten. Heel Jesaja 53 komt ons voor den geest. Met de herinnering aan die profetie bindt de Dooper de harten van zijn discipelen aan Jezus van Nazareth. Het wordt hun openbaar, dat van Gods woorden geen op' de aarde valt. Zie, daar is Hij, die komen zou. Die veler zonden DRAGEN zal.

Daarmee begint Johannes zijn prediking der bekeering en zijn doop tot vergeving der zonden een ondergrond te geven. Nu hij het geloof in de vergeving der zonden heeft gewekt, moet hij ook spreken van het lijden voor de zonde.

Doch hij zegt meer nog, dan in een herinnering aan den lijdenden Knecht des Heeren ligt, als hij Christus aanwijst als het lam Gods. Ook het lam van Paschen roept hij ons in den zin. Hij spreekt dus niet enkel van dragen der zonde en sdiuld. Niet slechts van lijden van den Messias. Als hij aan het Pascha herinnert, en als de Schrift ons dan later in de positieve keuze door Christus van zijn sterfdag (Matth. 26 vs 1—5) en op andere plaatsen zoo zeker als wat, in ons denken over het sterven van Christus naar dat lam van Exod. 12 wijst, dan hooren we hem ook spreken van het sterven van den Christus. Het sterven, waardoor Hjj de zonde heeft WEGGE­ NOMEN.

Het Paaschlam draagt de zonde niet. Dat doet geen enkel dier in het oude Testament, behalve dan de zondebok, die niet geofferd wordt. Het offer in het O. T. brengt geen verzoening aan, doordat het offerdier in plaats des zondaars de schuld draagt, en dragend boet, maar doordat het. vooral in zijn bloed, zijn leven geeft. Doordat de offeraar dat leven en dat bloed aan God geeft, als dekking voor den zondigen mensch. De verzoening heeft haar hoogtepunt niet, als het dier ten offer wordt geleid; zelfs niet als het gedood wordt; maar als het bloed gesprengd wordt op het altaar (vgl. Lev. 17 vs 11).

Als Christus, dragende de zonde der wereld. Zijn bloed gaat geven, dan werkt Hij een volkomen verlossing.

Johannes heeft nog van meer gesproken, dan van de via dolorosa, en van Golgotha. Hij heeft gesproken van den Hoogepriester onzer belijdenis, die inging in een heiligdom, niet met handen gemaakt, opdat Hij met Zijn eigen bloed God verzoenen zou, en staan voor den troon in den hemel, als het Lam, dat geslacht is.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 maart 1936

De Reformatie | 8 Pagina's

POPULAIR-WETENSCHAPPELIJKE SCHETSEN

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 maart 1936

De Reformatie | 8 Pagina's