GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

UIT DE SCHRIFT

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

UIT DE SCHRIFT

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

„En met hem een groote schare met zwaarden en stokken, (gezonden) van de Overpriesters en Ouderhngen des volks". Matth. 26:47 b.

Tocli op liet Feest

Zal die tegenstander des Heeren slagen? Zal hel woord van het Sanhedrin bestaan, of dat van den Hoogsten Profeet en Leeraar? We hebben hier het antwoord op die vraag.

Wat vijand tegen Hem zich kant'j Mijn Hand, Mijn onweerstaanbre Hand Zal hem bekleen met schaamte en schand. i)

Zoo sprak reeds de dichter profetisch van Davids grooten Zoon, en dat wordt ook nu weer bevestigd. Zijn woord bestaat en vindt zijn vervulling, terwijl de instrumenten van den vorst der

duisternis hun woorden zien verijdeld, voorzoover ze van Zijn woorden afweken.

Het Sanhedrin heeft dat niet zoo gewild.

Maar het is zijns ondanks daar toch gekoimen.

Dat gebeurde, doordat ze zich ingelaten hadden met Judas. Die was bij hen gekomen om hun aan te bieden den Heere in hun handen te spelen, en ze waren daarop ingegaan.

Het was hem om geld begonnen.

Toen Judas zag, dat hij met zijn plannen bdj den Heere niet terecht kon, bij gelegenlieid van de zalving in het huis van Simon, was bij hem de beslissing gevallen.

Hij zocht geld.

En Jezus zou zijn zucht naar geld niet bevredigen. Dat werd hem hoe langer hoe duidelijker, en daarvan was hij bij die gelegenheid ten volle overtuigd geworden, en zoo neemt hij het ontstellende besliüt, om bij de vijanden des Heeren zijn begeerte bevredigd te krijgen door verraad.

Ze gaven hem ook geld.

Zoo heel veel was het niet, maar voor die dagen toch nog een aanmerkelijke som. Naar muntwaarde berekend niet geheel vijftig gulden.

Zoo had Judas zijn geld, en nu was hij ook gebonden om zijn belofte te volbrengen. Hij heeft van dat oogenblik af dan ook een gelegenheid gezocht om zijn woord jegens hen gestand te doen.

In stilte ging hij daarbij zijn weg.

Van het besluit van het Sanhedrin, een paar dagen na zijn verschijnen bij enkelen van den Raad door hen genomen, heeft hij blijkbaar geen kennis gehad.

Hij zal het te gevaarlijk hebben gevonden, om te laten merken, dat hij met de Overpriesters iti contact stond, en elke verdere aanraking met hen hebben gemeden, tot hij gelegenheid kreeg voor den beslissenden stap.

Hij heeft ook betrekkelijk spoedig een gelegenheid gevonden. Moge hij misschien ook nog geaarzeld hebben om door te zetten, er is een voorval gekoïnen, dat hem daartoe den moed heeft gegeven. Dat was, toen de Heere hem als Zijn verrader aanwees en ontmaskerde.

Toen is hij weggegaan, en de resultaten daarvan zien we in hetgeen ons wordt beschreven in den text, dien we hier boven hebben afgedrukt.

Het is de avond van het Feest.

In de meeste gezinnen is de viering reeds ten eüide, en heeft men zich ter ruste begeven, of zit misschien nog wat gezellig zich met elkaar te onderhouden.

Maar overal is toch rust in Jeruzalem. Doch er is een uitzondering. Er zijn er ook, die aan geen rust denken.

Dat is de bende met zwaarden en stokken, die zich in de buurt van den hof Gethsémané bevindt met Judas als leidsman, en die komen om den Heere gevangen te nemen.

Het is wel opmerkelijk.

Twee dagen geleden heeft Christus gezegd: Op het Feest! Op het Feest, dan wordt de Zoon deis menschen gevangen genomen en gedood. En de Joodsche Raad heeft toen het besluit genomen: Niet op het Feest! Dan niet!

Maar de zeven Feestdagen zijn nog maar nauwelijks begonnen, of men is al op weg om den Heere te arresteeren!

En dat niet alleen.

Wiant die bende, die daar naar Gethsémané op weg is, is er niet maar op eigene gelegenheid op uitgegaan om den Heere te vangen, zoodat ze eigenlijk de plannen van den Joodschen Raad verijdelen, en tegen hun wil en dank zich van den Heere meester maken. Neen, maar het zijn m: annen, die door dien zelfden Raad der Joden in alle haast bij elkaar zijn getrommeld om Hem tooh maar gauw gevangen te nemen!

Zoo deed die Raad, die voor twee dagen zei: Niet op het Feest!

Nu is het Feest er, en ze doen het tóch!

Toch op het Feest!

En ze wilden het niet.

Maar Christus zei: Op het Feest!, en nu heit( Feest is aangebroken, heeft Hij ze allen bezig, en maakt (zonder een woord te zeggen), dat ze doen, wat Hij als Profeet heeft geprofeteerd.

Zoo gaat het.

Het begin van de vei-vulling van Zijne woorden is er, en nu zal het verdere ook wel komen, tzooials Hij heeft gesproken.

Laat ons ons daarbij wachten voor één ding:

Dat we in ons hart overleggen: Maar dat wasi goed! Zoo moet het gaan! en dat er zooiets ais leedvermaak bij ons opkome.

"Want daarvoor is het hier de plaats niet.

Er is hier iets anders, waarop we moeten letten. Wat dan?

Dit, hoe die Hoogste Profeet en Leeraar Zijn Woord, dat Hij heeft gesproken, bevestigt, en door Zijn koninklijke macht beschikt, wat Hij van te voren beeft gesproken en zoo Zijn priesterlijk werk gaat verrichten.

We moeten er eens met aandacht op letten, wie hier gelijk heeft gekregen: Hij, die zei: Op het Feest!, of hij die zijne dienaren liet zeggen: Niet op het Feest!

Wie kreeg gelijk?

Christus profeteerde.

En de geest uit den afgrond liet ook „profeteeren".

Christus profeteert nóg in Zijn Woord, en laat prediken nog heden ten dage, dat Hij het Lam Gods is, dat de zonde der wereld wegneemt.

En de geest uit den afgrond tracht daartegenover te inspireeren, dat Christus het niet is, en er geen heil bij Hem is te vinden; of zoo; het er al zijn mocht, dat het dan niet is voor hen, die dat heilbegeerig zoeken. Hij inspireert twijfel.

Wie heeft gelijk?

Ziet het heden maar eens, op den allereeinsjten avond van het Feest in Gethsémané en in Jeruzalem!

Chi-istus' Woord komt toch.

En het is het Woord van Hem, Die gisteren en heden Dezelfde is, en tot in eeuwigheid!

Niet op het Feest?

Tóch op hel Feest! Tóch het Lam Gods!

Wacht op dien Heer', Godvruclite schaar, houd moed!

Hij is getrouw....

VAN RAALTE.


1) Ps. 132:12ber.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 februari 1937

De Reformatie | 10 Pagina's

UIT DE SCHRIFT

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 februari 1937

De Reformatie | 10 Pagina's