EVEN PARKEEREN.

Klaar voor onderwater!

Heden gaan wij niet rijden, maar varen.

Wij willen als onder-zeelieden een tochtje maken met een duikbo.ot.

Precies een sigaar met een licht dekblad!

Eerst happen wij een luchtje op het balcon, dat men hier toren noemt, wij zullen ons platje van nu aan ook maar toren heeteii!

Daarna nemen wij een kijkje in het binnenhuis. Daar is onze étage-woning nog een paleis van ruimte bij! Ik spreek wel eens van bovenhuiszenuwen of neurasthenica etagia! Maar ik ril nu bij de gedachte aan duikboot-zenuwen! Toch moet dat erg meevallen! De bemanning van het kleine wereldje is er zich zoo van bewust, dat men ten volle op elkander aangewezen is, dat men de onderlinge harmonie bewaart en bewaakt als éa grootste schat! Misschien een üp voor Prof. Dijk om onder de practische vakken ook duikbootoefeningen in het IJselmeer op te nemen? Wiant, zulke adelborsten kunnen wij goed gebruiken op de binnen- en de buitenvaart!

"Weldra klinkt het commando: Klaar maken voor onderwater! Ja, hoe gaat dat? Onze kennis strekt zich niet verder uit dan tot de wetenschap, dat oen duikboot een boot is die duiken kan en dat een onderzeeër ónder den zeespiegel kan varen. Maar daar komt wat voor kijken! Er moet een reeks van handelingen worden verricht, waar ons hoofd van duizelt! Ik bepaal mij nu maar tot het moeilijkste en allergewichügste. De boot moet zinken! Daartoe moet haar een zinkgewicht gegeven worden door allerlei tanks met water te vullen. Maar het gaat niet naar den regel: zink maar raak! De boot moet op een bepaalde diepte gebracht worden, laat ons zeggen: dertig meteionder den zeespiegel! Dat is maar niet klaar met, als de diepte-meter min-dertig aanwijst, door de spreekbuis te commandeeren: Stop! Niet diepeaM Neen, men moet door vernuftige berekeningen het juiste zinkgewicht vaststellen en dan door het vidlen van allerlei tanks tot diverse maxima de boot dat afgepaste zinkge-wicht geven. Deze moeilijke bezigheid noemt men met een techrnschen term a f t r i m m e n. Aftrimmen bestaat dus in het berekenen en aanbrengen van het juiste evenwiaht tusschen de verschillende tanks.

Zie, nu ben ik waar ik wezen wil. Want evenwicht is ook op de levenszee het allermeest noodig. Wij dobberen allen op de levenszee, of - wij schout bij nacht zijn of lichtmatroos. En die zee is grillig, de vaart vol gevaren! Wij ervaren dat in ons persoonlijk leven en in den arbeid voor het koninkrijk Gods. Hoeveel menschen waren niet aïgetrimd, toen de crisis kwam, hoeveel zaken zonken als baksteenenl Wij hadden een schoonen arbeid in het koninkrijk Gods, gedragen door de liefde van de gemeente. Plotseling, onberekenbaar, verandert alles. De dominee kan geen goed meer doen, de preeken, die vroeger gewaardeerd werden, kunnen niemand meer behagen. Kerken loopen leeg en vergaderlokalen veranderen in woestijnen van leege stoelen! Een tijdelijke sittdo-wn-staking schijnt uitgebroken. Zijn wij daarop afgetrimd en klaar voor onderwater? Of waren wij slechts salondek-mariniers en gouden Mesofficieren, die bij den eersten tegenwind afmonsteren willen? Toen het torenluik ons balcon afsloot, hebben wij toen gemuit en de roode lap geheschen aan onzen periscoop?

Een ander voorbeeld. Er kwam een quaestie, een probleem. Dat moest behandeld worden, natuurlijk. De commandant gaf het gevel: Klaar maken voor onderwater! Maar helaas, de officier, die met het aftrimmen belast werd, bleek niet sterk op dit punt. Hij wilde grondig zakken en hij deed de boot zinken tientallen meters beneden den bepaalden diepgang. Een gevaarlijk ding! Het zaj 'heel wat navigatie eischen om weer boven te komen. De machines voor de luchtzuivering moeten dan in werking worden gesteld. Slecht afgetrimd, meester! Een volgende maal betere navigatie, alstublieft, wij hebben vrouw en kinderen aan den wal!

O, dat aftrimmen, dat aftrimmen! Het is het fijne puntje van heel de navigatie!

Paulus had dat geleerd. Ik weet vernederd te worden, ik weet overvloed te hebben! Ik weet verzadigd te zijn, ik weet honger te lijden. Wij zouden zeggen: hij was afgetrimd!

Bedrieg ik mij niet zeer, dan zullen wij in de komende dagen in ons kerkelijk leven en in onze cal-vinistische beweging aan niets zoozeer behoefte hebben als aan evenwicht. Laat ons dat niet zoeken in onze karaktervastheid, niet in onze beproefde levenservaring, maar laat ons dat even- •wicht begeeren van Hem, Die mildelijk geeft en niet verwijt.

Dan zijn wij: klaar voor onderwater I

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen