GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

UIT DE SCHRIFT

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

UIT DE SCHRIFT

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

daar gij onder den vijgeboom waart, zag Ik u. Joh. 1:49.

Natbanaël's vijgeboom.

Nalhanaèl was zeei- gesteld op zijn vijgeboom. 'Om fle vruchten. Zeker. Maar meer nog om de gelegenheid tot vrome afzondering, die deze boom hem bood.

De huizen in het Oosten waren klein en onvrij; meest woningen van één vertrek, dat voor de tnenschen en vaak voor beesten plaats moest bieden. Wie zich wilde overgeven aan stil gepeins, aan rustige meditatie., of wie God wilde aanroepen in het gebed, die nam, als dat kon, zijn toevlucht onder den vijgeboom, welks takken omlaag hingen; de dikke bladeren weerden het felle zonlicht; oogen van nieuwsgierige menschen konden er niet doordringen; onder den vijgeboom was een koel prieel; daar viel een zachtgroen lichtschijnsel in; er stond een bank; men kon er lezen.

Voor Nathanaël was daar, onder zijn vijgeboom, zijn studeerkamer en zijn bidvertrek; zijn Pniël en zijn Bethel; hij overdacht er Gods weg en werk, onderzocht er de Schriften, die van den Messias getuigden; hij was daar met zijn Bondsgod geimeenzaam; hij heeft er mogelijk uren beleefd van schoone verrukking en zaligen vrede, bij het zich veilig verlaten op de onwankelbare beloften Gods.

Als een goed Israëliet leefde hij sterk in de nationale tradities van het volk des Heeren; de geschiedenis van de stamvaders boeide altijd weer zijn belangstelling; vooral aan Jacob dacht hij vaak, den man met het gespleten bewustzijn, die zoo bedriegelijk kon zijn, en toch weer zoo innig vroom, en die eerst heel langzaam-aan Israël geworden is. Hij echter, Nathanaël, haatte die tweeslachtigheid, hij had een open en eerlijk karakter, en hij begeerde in oprechtheid voor zijn God, zonder eenig bedrog, te wandelen, getrouw naar de wet Gods. En als hij dan eenzaam, maar met God gemeenzaam, onder zijn vijgeboom zat, dan had hij het zoo goed, dan was hij zoo tevreden, iook wel over zichzelf, en dan zei hij van zijn veilig toevluchtsoord: waarlijk, de Heere is aan deze plaats; het is hier een huis Gods, en een poort des hemels.

Zoo had Nathanaël onder zijn vijgeboom zijn éénmanskerkje, waarin hij veel genoot, in zijn vroom isolement! Zulke vijgeboomen worden nog wel gezocht, zelfs geplant, hier en daar, in ons eigen land.

Daai-, onder dien vijgeboom, heeft Christus Nathanaël gezien, zooals H ij alleen zien kan, met alwetendheid, peilende het innerlijk en het l> egeeren, schouwende met ontferming en verkiezing. Dat wist Natlianaël niet. Hij dacht dat hij daar taiaar zoo alleen zat, en voorzichzelf de bron van Gods gemeenschap aanboorde. Maar Christus is niet bij Nathanaël onder den vijgeboom gegaan. Integendeel, hij heeft hem uit zijn vijgeboomkerk uitgeroepen, onder zijn boom vandaan. Daar was Filippus het instrument voor, die, met propagandistischen ijver bezield, nadat hijzelf volgeling van den Heiland geworden was, zijn vriend opzocht en hem enthousiast zeide, dat zij den , il\iessias gevonden hadden. Nathanaël had wel bezwaren, maar hij is ten slotte toch meegegaan. Toen is ook hij gewonnen voor Christus, nadat deze hem Zijn alwetendheid getoond had, door tiem te spreken van zijn vijgeboom, en hoe hij daaronder had gezeten en er zoo rustig en zoo oprecht met den Heere had verkeerd. Bij die gelegenheid had Nathanaël geleerd, dat het toch een vergissing was, dat de Jacobsladder naar den hemel opgericht stond onder zijn vijgeboom; neen, die was alleen waar de Zoon des menschen was. Nu had hij dien Messias gevonden, den Koning Israels, den Zoon van God in theocratischen zin, en hij beleed Hem, en ging Hem volgen, en werd Zijn discipel. Zoo werd hij uit zijn éénmanskerk onder den vijgeboom uitgeroepen tot de ooUeclieve gemeenschap van Christus' gemeente, het volk der verkiezing en des Verbonds.

Uit de genietende, eigen groep naar de strijdende en getuigende Kerk. Uit het lustoord naar het front en de vuurlinie.

Toch behoefde hij nu zijn vijgeboom niet te ontvluchten. Hij mocht daaronder in spaarzamelijke oogenblikken onderzoeken en bidden, maar nooit in een geïsoleerde, aparte vroomheidssfeer, doch om opnieuw bereid te worden tot den heiligen oorlog. Want niet wat wij voor onszelf zoeken in ongeestelijk egoïsme, maar wat de Heere ons geeft, als Hij ons roept in de gemeenschap van Zijn gekochte kerk, geeft vrede en zaligheid. Daar begint het discipelschap en het apostolaat, zelfs de weg naar hot martelaarsschap. Het schijnt daar niet zoo genotvol en rustig, als onder onzen groenen en koelen vijgeboom. Maar daarheen roepl Christus, daar is onze taak; daar bindt het verband van het Verbond; daar, en niet onder onzen vijgc boom, is het Huis Gods en de poort des hemels.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 januari 1940

De Reformatie | 8 Pagina's

UIT DE SCHRIFT

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 januari 1940

De Reformatie | 8 Pagina's