GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

de critieke handbeweging.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

de critieke handbeweging.

17 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een goed chauffeur moet voor een artist wel 'n prachtgezicht wezen. Zie hem daar gemakkelijk achterover leunen, en let op het spel van zijn handen. Losjes aait de rechter het stuurrad en onderwijl laat hij de linker rnanipuleeren met zijn sigaar of, wat overigens zijn geest verstrooit, soms brengt hij die linker even achteloos uit het raam, om, verveeld als 't ware, een of andere aanwijzing te doen aan den collega-soezer achter hem, en dan laat hij de rechter even 'n klein kleinigheidje dwang oefenen op 't stuurrad, dat even gehoorzaamt, maar dan ook dadelijk weer losgelaten wordt en in zijn ouden stand terugspringt. En zie, zóó heeft de man een bocht genomen, die beslissend is voor den weg. dien gij zult gaan.

Een artist ben ik niet; maar toch voelde ik even iets van het gewicht van het achtelooze gebaar, waarmee in den achternamiddag van Zaterdag 4 October de schoonzoon van Rev. Hoeksema, n.l. ds Doezema van Bellflower (Californië), voor de laatste maal de auto, waarin we samen zaten, afvoerde van den weg, die langs de kust van den Stillen Oceaan loopt. Toen die bocht genomen was, de tweede maal, toen wist ik: mi gaat K. S. weer terug, terug, terug. Hij heeft wel een paar dagen zich vastgezogen aan die kust van den PaSific, het uiterste Westelijke puntje van zijn trip, maar nadiebochtis't onherroepelijk: het Oosten in. 't Noord^oosten? Goed. Dat is óók Oosten.

Dat was Zaterdagmiddag 4 Oct.: Het is nu Maandag 13 Oct. Voor 't eerst na mijn vorig briefje, geschreven in den trein naar Californië, is er weer wat tijd voor De Reformatie: weer zit ik in den trein van Bozeman

(in Montana) naar Chicago. En dè zetter moge, als ik nu wéér hem openlijk excuus vraag voor mijn slechte schrift in den schuddenden wagen van den Northern Pacific Railway, niet zóó geprikkeld zijn, dat hem de sneer ontglipt: als je thuis bent, is 't ook zoo fraai niet. Ik wil den zetter graag te vriend houden, want de nederlandsche zijn tot nu toe schappelijker dan de amerikaansche. In Amerika speelt de zetter den baas, niet de redacteur. Als ik eopie hier lever aan amerikaansche organen, dan heeft de redacteur zoo'n ontzag voor den zetter, dat hij 't heele gedoente netjes* overtikt. Anders zou d? zetter zeggen: Dank u. Zoo'n officium nam b.v. Os Vos op zich, zelfs nadat ift per schrijfmachine ditmaal zéér nette copie had geleverd, maar met eenige aanvullingen, die overigens weinige waren en geschreven naar de wijze van een normaal schoolleerling, die „opgegaan" is. „Opgaan" beteekent bij één groep Nederlanders: examen doen; dit voor de rest. Diezelfde Da Vos heeft ook al de copie moeten overtikken voor mijn radiopreek op den laatsten Zondagmorgen in September. Natuurlijk was de copie, die gedrukt zou moeten worden, weer te lang voor de radio-opname, er moest dus geschrapt worden. En weer nam Ds Vos op zich het, verkorte gekrabbel voor den zetter presentabel te maken. Wat zal die man blij zijn met die critieke handbeweging van Ds Boezema. Maar dat is niet eerlijk: ik geloof hem, als hij bij lezing van deze passage neen schudt met z'n grijzen jongen kop.

En waar moet ik nu na dezen lofzEing op den Reformatie-zetter beginnen of eindigen? Ik maak mijn excuses tegenover dhr K. C. v. Spronsen. Toen deze in één van zijn brieven uit Amerika in ons blad van een dominee schreef, ^at die het hart stal, heb ik tegenover liet nog steeds blozende slachtoffer gezegd, dat die Uitlating ongetwijfeld goed bedoeld was, maar het gevaar meebracht, dat anderen, die minstens evenzeer hartedieven, waren en ook gebleken waren, zich zouden gaan afvragen: is van mij soms „het tegendeel gebleken"? Maar de critiek is makkelijk: ik ben zelf in 't euvel gevallen. In den aanvang heb ik namen genoemd van menschen, menschen die me ontmoetten en hielpen en verkwikten. Dat ging vanzelf in die eerste dagen, toen 't nog alles zoetjes-aan liep. Toen kon ik wel af en toe schrijven en de belevenissen bijhouden. Maar sedert is dat laatste onmogelijk gebleven. Er zit geen systeem in deze 'briefjes; zelfs vele aanteekeningen, die ik er voor maakte, blijven onverwerkt in een of anderen koffer liggen. Het schrijven gebeurt alleen als er „toevallig" tijd overschiet. En dan moet somsi nog zakelijke copie vóórgaan, zooals die over de opvattingen van Prof. Heyns. Ik hoop, dat de véle amerikaansche vrienden, aan wie ik zooveel te danken heb en die toch van de gemeenschappelijk doorgebrachte periode geen melding of slechts een zeer vluchtige aanduiding in ons blad aantreffen, bedenken zullen, dat er geen enkel systeem in eenig briefje zit. En op een dagboek lijkende heelemaal niet.

Zoo heb ik in mijn vorigen brief, onder den verschen indruk van Heyns' scripturen, nie zóó zeer gehaast daarvan nog iets te schrijven, dat .voor het verblijf in Pella en voorts in lowa en Minnesota geen reportagetijd meer overbleef. Toch zou een verkeerd beeld van den stand van zaken zich vormen, virie uit de quantiteit der geleverde copie tot de qualiteit der interesse van den schrijver zou willen concludeeren. Het verblijf in deze omgeving was in zichzelf een' ^oote vreugde. Niet alleen, omdat ik nu pas ontdekte, hoe mooi ook deze gebieden zijn (den vorigen keer zag ik ze in sneeuw en ijs, nu pronkten ze), maar ook omdat er zoo groote belangstelling was en zoo prachtige uitwisseling van gedachten. Hbe sterk is hier de nederlandsche in^loe(^ nog merkbaar. Maar misschien vertel ik er later nog wel eens iets van. De» lezers weten nu: het roer is gewend: we zijn weer gaande naar het Oosten.

Examenvragen.

In Grand^Rapids had ik het genoegen een classicaal examen van twee candidaten bij te wonen. Van de vragen heb ik een gedeelte genoteerd, dat ik , (na bekomen verlof) hier publiceer. Vermoedelijk zullen vele lezers zich int^rgsseeren voor de problemen, die hier leven. Men kan ze ongeveer herkennen uit de vragen, die bij zoo'n examen gesteld worden. Men begrijpt dat beide candidaten werden geëxamineerd voor den dienst in de Protestant Reformed Churches.

Cand. H. J. K n o 11 was de eerste, die een preekvoorstel gaf. Zijn tekst was hem opgegeven: om. 1 : 16, 17. Het trof me, dat — anders dan bij ons — niet aanstonds de preek werd voorgelezen, doch eerst het hoofdstuk, waaruit het tekstverband kon blijken. Én wat me nog meer trof, .was, dat de candidaat niet optrad als „leze r", doch als „spreke r". Ik geloof dat deze opvatting van zijn taak juist is, en dat wij hier kunnen 1 e e r e n van de amerikanen. Thema was: et evangelie een kracht Gods t ó t z'a 1 i g h e i d.

De spreker had een half uur, en — werd niet afgeklopt door den voorzitter, zooals bij ons zou gebeurd zijn. Toen 't half uur voorbij was, stapte hij rustig van het poditmi af. Weer een fijn examen-trekje: , 'n aanstaande dominee moet toonen zelf de klok in de gaten te kunnen houden: de geest Van den profeet moet den profeet onderworpen zijn.

De tweede preek werd voorgedragen door can cl. J. v. d. Berg, die 1 Petr. 1 voorlas. Tekst was vs. 13. Dezelfde opvatting van zijn taak als zijn voorganger bleek te hebben, werd ook door hem aan den dag gelegd. Thema was: onze volkomen hoop: Ie haar object, 2e haar basis, 3e haar praktijk.

Daarna volgde dadelijk het onderzoek in de dogmatiek. Beide candidaten tegelijk. We geven hier een aantal vragen, zooals ze gesteld werden.

(I) Wat is te verstaan onder dogmatiek? Wat is „theo-logie" ? Wat is „theo-logie" als eerste locus der dogmatiek? Is God kenbaar? Kunt u God omschrijven? Definieeren? Kunnen we God „begrijpen"? Wat is 't onderscheid tusschen God „kennen" en God „begrijpen"? In welken weg kennen wij God en kunnen wij Hem kennen? Is er daartoe iets meer noodig dan openbaring? Kan een ander sehepsel dan de mensch God kennen? Kennen alle menschen God? Is er „aan-, geboren" Godskennis? Wat verstaat men daaronder? Kan een mensch atheist worden ? Kunt u bewijzen dat God bestaat? Zijn er wel pogingen gedaan om het bestaan Gods te bewijzen? Welke? Zijn dat rationeele bewijzen? Kunnen we met dezelfde redeneering ook , , bewijzen" dat er geen God is? Wat ia het teleologisch" bewijs? Als het bestaan van doelmatigheid buiten God een b e w ij s zou zijn' dat er een Gfod is, kan men dan ook niet zeggen dat er dan wel iemand of iets zal kunnen zijn, dat God doelmatig heeft „ingericht"?

Wat is het moreele bewijs? Wat is Gods „wezen"? Is God een persoonlijk wezen? Wat is de beteekenis van Gods naam? Zijn alle openbaringen Gods openbaringen van Zijn haam? Noem eenige „eigen namen" van God? Is , , Blohim" , , meervoud"? Wat voor een „meervoud"? Zoöiets als de Heer der Heeren? „de Koning der Koningen" ? Wat beteekent „Jehova" ? Waar is die naam geopenbaard? Heeft God te voren zich niet als Jehova geopenbaard? Hoe z^udt u de triniteit kunnen omschrijven?

(II) Wat is Gods eerste werk in den tijd? Wat is scheppen? Wat beteekent: dat God alles zag wat Hij gemaakt had en zie het was zeer goed? Beteekent dat ook, dat alles aan zijn doel beantwoordde ? Wat beteekent „in den beginne" ? Is er 'n vervulling in Gods raad? Was (üe raad er ook „in den beginne"? Wat is de inhoud der ïvolutie-theorie? Is er in de werkelijkheid eenige basis voor die theorie? Is er geen relatie tusschen de' schepselen, die op descensie wijst? Was de schepping in zes dagen of „tijdperken"? Bewijs? Wat zijn de „wateren boven"? Wat weet u van de schepping van den mensch? Is het „beeld Gods" iets dat is toegevoegd aan 's menschen natuur ? Zal de mensch al" tijd een beeld Gods blijven? Waarin bestaat het beeld Gods? Wat wsÉs Adam's relatie tot God? Hoe werd Adam 'n vriend en dienaar Gods? Behoorde dat tot zijn schepping? Is de mensch altijd in de verbondsrelatie zoolang hij mensch is? Is het feit, dat de mensch in ellende en dooa gevallen is, de oorzaak dat die verbondsrelatie ophield? Wat is dood? Wat was Adam's relatie tot de menschheid? Had Adam een vrijen wil? Wat is Gods voorzienigheid? Wat zijn wonderen?

Navraag: Hoe is , , evolutie" door u omschreven? Wat is het verschil tusschen evolutie en ont-* wikkeling? Heeft de mensch nog het beeld Gods? Wat is , , göed", in betrekking tot de begrippen , .compleet" en „geadopteerd"? Nadere omschrijving gevraagd van de relatie tusschen „in den beginne" en „Gods raad". Kan de schepping God op eenigerlei wijze „verrijken"? Wat was dan het doel der schepping?

(III) Waarover gaat het 3e deel der dogmatiek (christologie)? Valt het genadeverbond er onder? Waarin kennen we den Middelaar? Welke zijn de namen? Wat beteekent „Christus"? Wat beteekent „zalving" bij Hem? Onder welk gezichtspunt kan men het genadeverbond rekenen tot dit of een ander deel der dogmatiek? Wat is de inhoud van den naam „Jezus" (afleiding van dfen naam) ? Wat is de belijdenis omtrent Christus' naturen? . Schriftbewijs? Voor de menschelijke natuur? Voor 'de goddelijke? Voor de'vereeniging der twee naturen in één persoon? Wat is incarnatie? Schriftbewijs? Hoe is de incarnatie gerealiseerd? Wat denkt u van de „maagdelijke geboorte"? Waarom was er noodzaak van incarnatie? Waarom moest de Middelaar mensch zijn? Waarom God? Wat is een „officium"? Hoeveel „officia" heeft Christus (blijkbaar zijn hier „ambten" bedoeld) ? Waarom heeft Christus zijn 3 ambten? Wat is het karakter van Christus' lijden? Wat beteekent „plaatsbekleedend" ? Kunt u in 't kort zeggen, hoe aan GJods rechtvaardigheid voldaan werd en worden kon door Christus dood? Was Christus zelf daartoe gewillig? Wat is Christus' opstanding en haar beteekenis? Welke relatie is er tusschen • Christus' opstanding en ons „leven"^? Wat is Christus' positie vandaag in den hemel? Hoe drukt de confessie dat uit? Wat beteekent „zitten aan Gods rechterhand"? Verband tusscheti Christus' verhooging en het wereldbestuur? Welk?

Navragen: Als Mozes gewillig geweest was tot betaling voor anderen, ware dat voldoende geweest? ^ Is Christus' gewilligheid de , eenige red^n voor zijn kunnen betalen? Twee naturen in één persoon werden bewezen door „Chalcedon"; 'is een concilie-besluit wel een bewijs? Hebt u een S o h.r i f t bewijs? Is een „officium" alleen een kwestie van autorisatie of ook van verplichting? Werd de noodzakelijkheid dat de Middelaar God moest zijn, juist omschreven en gefundeerd?

(IV) Wat is soteriologie? Nadere omschrijving gevraagd. Wat is „leer der verlossing" ? Wat zijn de verschillende weldaden der soteria? Is de chronologische orde bedoeld in het antwoord? Wat moet de juiste procedure zijn in den opbouw der soteriologie? Wat is regeneratie? Is dat Go(te eerste werk in de verlossing? Is de wedergeboorte middellijk of onmiddellijk? (1 Petr. 1 : 23). Kan men dien tekst ook exegetiseeren met conclusie van middellijke wedergeboorte? Wat bedoelt de term „(on)niiddellijk"? Is er geen gevaar in de theorie der onmiddellijke wedergeboorte? Hoe bedoelen zij dit? Bedoelen ze, dat Gods werk zich aansluit bij 's menschen werk? Gelooven zij in de a 1 g e h e e 1 e verdorvenheid? Wat is de roeping? Djistincties in de „roeping"? Wat is de inhoud van „uitwendige roeping" ? Is die algemeen van karakter? Tot wien komt ze? Tot iedereen? Hoe bedoelt u het, als u daarop „ja" zegt? Wat maken sommigen van die „uitwendige" roeping? Waarom maken ze daar een „aanbod" („invitatie") van? Wat is „geloof"? Hoe te onderscheiden? Welke elementen erin?

Navragen: elooven alle Arminianen in middellijke wedergeboorte? Zijn allen die daarin gelooven Arminianen? Gelooft een Arminiaan wel in wedergeboorte? Is God aan middelen gebonden? Is die meening niet gevaarlijk? Christus vergadert de kerk door Zijn Woord en Geest; — wat beteekent dat? (Verèchil tnsschen Gods gebruiken van middelen en zijn „gebonden" zijn daaraan? ) Kani God wel gelimiteerd worden? Is er noodzakelijkheid van principieele wedergeboorte, ook bij kleine kinderen? Komt de eisch van bekeeriag tot allen? Wat is de bedoeling van de prediking van dien eisch? Welke bezwaren heeft de candidaat tegen „middellijke" wedergeboorte? Is diens bezwaar wel werkelijk geldend tegen „middellijke wedergeboorte"? Is het aanwijzen van gevaren van een term wel fundeering van een dogma? Gelooft u aan onmiddellijke bekeering? Indien neen, bindt u dan God? Indien neen, is dan uw bezwaar tegen onmiddellijke wedergeboorte wel van kracht ? Wat beteekent, dat de d o o-d e n zullen hooren de stem van den Zodn Gods en zullen leven? Hoe legt u dat uit? Gebruikt de B ij b e 1 het woord , , wedergeboorte"? Zoo ja, is dat dan in den zin waarin de examinandus het woord gebruikte? Wat zegt Titus 3:5? Hoe denkt de examinandus over Joh. 3? En hoe over „wedergeboren" zijn en overgeplaatst In het rijk van Gods licht? Kunt u de prediking binden aan een dogmatische onderscheiding inzake de wedergeboorte ? Bindt God zich steeds aan Zyn middelen in het heilswerk? Hoe dan inzake Christus als , , middel"? Nogmaals: xegese van 1 Petr. 1 : 23. Hoe te denken, over de onderscheiding van „wedergeboorte in engeren en ruimeren zin"? Waar legt de confessie den nadruk op? Spreekt ze wel in anderen zin van wedergeboorte? Indien in „breederen" zin wedeigeboorte genomen wordt, is ze dan middellijk, ja of neen? Is de orde der soteriologie door Gods Geest bepaald of door menschelijke logica? Als de „uitwendige roeping" eisch van bekeering heet, hoe is dan de kwestie van „aanbod"? Is hier „leiding", „smeeking"? Als de apostel de menschen' „bezweert", , ^s dat ook externe vocatie?

(V) ................. (door afwezigheid de eerste vragen niet aangehoord). Bewijzen dat de kerk Christus' lichaam is? Verschil tusschen kerk en vereeniging? Wat beteekent de kerk als „vervulling" en als „eenheid"? Heeft God de kerk uitverkoren? Wat beteekent dat? Is u supra-of infralapsarist? Wat is s u p r a-lapsarisme ? Wat is infralapsarisme? Wie vergadert dé kerk? Waardoor? Is de kerk geboren op 't Pinksterfeest? Is er verschil in de , , bedeelingen" A^an de kerk? Wat is de bedoeling van de termen „onzichtbare" en „zichtbare kerk"? Kan er een zichtjjare kerk zijn, ook als er geen instituut is? Wat is „zuivere" kerk? Wat zijn de kenteekenen der ware kerk? Wat is in Gr. R. de ware kerk ? Hoe is de consequentie - van uw antwoord ten aanzien van leden van andere kerken? Gelooft u aan de pluriformiteit der kerk? Wat is de „heiligheid", wat de „eenigheid" der kerk? Wat is karakter en grond van de heiligheid der kerk? En van de katholiciteit? Moet de kerk streven naar oecumeniciteit? Hoe de eenheid na te streven? Gelooft u in de eenheid eener denominatie van de kerk? Wat " verstaat u onder kerkinstituut? Gelooft u in de vrijheid der plaatselijke kerk? Wat zijn de ambtsdragers der kerk? Taak van de ouderlingen? Sehriftbewijs? Taak der diakenen? Wat is noodig voor de bediening van een kerkelijk ambt? Hoe krijgt men een wettige roeping? Wie is het Hoofd der kerk? Wat zijn genademiddelen? Sehriftbewijs? Van het Woord als genademiddel? Is de roeping door het Woord „ernstig"?

Navragen: Kan er een onzichtbare kerk zijn zonder instituut? Een zichtbare? Wat beteekent 't verzegelen de sacramenten? Verzegelen ze ooit den individu?

(VI) Wat beteekent „eschatologie"? 'Gelooven de pantheïsten daaraan ? Wat is , het getuigenis der Schrift omtrent, het einde? Is een 'distinctief Sehriftbewijs hiervoor? Is de historie een intermezzo? Na den val of onder het aspect van den val? In Ef. 1 : 10, wat wordt daar gezegd? Hoe bedoeld? Wat is de roomsche opvatting van den tusschentoestand? Is de leer van het vagevuur vleeschelijk? Bewijzen daartegen? Wat zijn de teekenen van Christus' wederkomst? Kunnen we onderscheiden in de „komst van Christus"? Wat leeren de premillennianisten? Critiek daarop? Hoe gefundeerd? Hoe leggen ze Openbaring 20 uit? Hoe staat het met de chronologische orde? Wat is de „binding van Satan"? Wat beteekent „duizend"? Wat is „de eerste opstanding"? Hoe de exegese daarvan? Wat denkt u van den antirchrist? Waar wordt hij geteekend? Wat is het „beest" in Openb. 13? Exegese van „de zee" (Openb. 13). Kunt u bewijzen dathet Beest door den duivel wordt „geïnspireerd"? Hoe te oordeelen over het andere beest? Exegese van „de aarde" (Openb. A3). Exegese van „666". Eschatologische prediking noodig? Wat is de apostasie? En wat , apokatastasis"? Bewijs voor opstanding uit de dboden. Allen? Relatie tusschen de momenten in het laatste gebeuren. Wie is Rechter? Eeuwige straf, exegese daarvan?

(Zes deelen van de dogmatiek, elk 15 minuten afgezien van de navragen).

Voorts: Het vak „Controvers". Wat wordt daaronder verstaan? Hoe te denken over pseudoreligie? Bijbel Gods Woord? Is de Schrift zonder'een „bijkomend" spreken Gods dood of ledig? Spreekt God altijd door de getrouwe prediking? Effectief? Verloor de mensch 't beeld Gods? De natuur versmderde in den val? Als Christus gewillig is tot sterven, dan is dat genoemd rechtvaardiging van de straf. Is dat juist? Wat is de basis voor Gods gerechtigheid in de satisfactie van Christus en in het straffen VEin „een ander" (? ) voor de zonden van de bedrijvers der zonde? Grond der toerekening van de zonden van Adam. Verschil tusschen „vader" Adam en andere „vaders". Is de prediking , , offer", invitatie of „bevel"? Hoe dan met de onmacht ? , Hoe de termen bedoeld en welke bijzondere onderstellingen? Is het evangelie een „aanbod"? Bewijs ? Hoe de basis voor verkondiging van het evangelie aan ongeloovigen? Hoe te oordeelen over het , , goede" in dé daden der ongeloovigen? Hoe de kennis der wet bij de ongeloovigen? Hoe te spreken tot een atheïst? Hoe tot de onkerkelijken? Vooral als zij den indruk wekken toch „christen" te willen zijn?

Navragen: Is het altijd noodig te „debatteeren" met andersdenkenden? Hoe kan 'n „aanljod" verbonden worden met de reprobatie? Meent God altijd wat Hij zegt? Hoe kan hij dan „aanbieden" aan of , , eischen" van een verworpene? Verschil van „aanbieden" en „voorstellen"?

Vervolgens: Kennis-der belijdenisschriften. Welke? Definitie van „ssrmbool". Andere termen? Verschil in beteekenis? Hoe ontstaan symbolen? Zijn de symbolen bepaald door him ontstaansgeschiedenis? Welke bezwaren worden ingebracht tegen het hebben van confessies? Hoe te weerleggen? ENZOOVOORT.

De volgende vragen zijn niet meer genoteerd; het was me slechts te doen om een algemeen beeld van de speciale vragen, die in de Prot. Ref. Churches leven.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 8 november 1947

De Reformatie | 8 Pagina's

de critieke handbeweging.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 8 november 1947

De Reformatie | 8 Pagina's