GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Adentstriomf Over Het Kerkhof.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Adentstriomf Over Het Kerkhof.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

En Hij zal op dezen berg verslinden het bewindsel des aangezichts, waarmede alle volken bewonden zijn, en het deksel, waarmee alle natiën bedekt zijn. Hij zal'den dood verslinden tot overwinning. Jesaja 25 : 7, 8a.

Diat lijkt nu heelemaal geen Adventswoord; kunnen we niet veel beter sprekeii van Jesaja's Paaschzang?

„De dood verslonden tot overwinning" — dat zijn bekende klanken. Waar hoor. ik die ook weer? In Paulus' Paaschpreek! In zijn lofzang op de opstanding van Christus:1 Corinthe 15.

Ach ja, dat is onze armoede: hoe heeft de romantiek het „Herfstgebeuren" in een heel apart loketje gezet, en dus ook dien Adventstijd, die „sombere dagen voor Kerstfeest", welke toch „doortinteld worden van een bekorend en spannend verlangen" Menschen, die op Paschen en Hemelvaartsdag en Pinksteren naar de Kerk niet omzien, voelen op Kerstfeest nog wat in hun onbekeerde binnenste „ritselen" •— vage aandoeningen „vanwege de „liefde"

. Jesaja leert het ons anders: „Advent" is ten diepste niet slechts voorbereiding van „ICerstfeest" — het is de sprake van den komenden Christus — het heeft alles te maken, zeker met de Vleeschwording des Woords, maar ook met den kruisdood op Golgotha, en met dat ledige graf in Jozefs hof, en met de wederkomst op de wolken.

Advent: dat is de triomf over het kerkhof — de triomf van het eeuwige leven, dat schittert in deze wereld, door de blinkende Morgenster.

Hoe schoon teekent Jesaja de macht van het kerkhof, de heerschappij van den dood. Die raakt alle volkeren. Diaar is geen mensch van uitgezonderd. Zij gaan allen naar één plaatsi; zij zijn allen uit het stof, en zij keeren allen weder tot het stof. Hoe heeft deze ziener Gods dat zienlijke van den dood als het ware genomen en tegen het licht gehouden. Hoe zeldzaamzuiver is dat beeld van de menschheid, die hij ziet als een weduwe, haar aangezicht bedekkend imet een sluier, vanwege de smart, welke haar hart doorsnijdt. Dat is als een klaaglied: alle leven zucht onder de macht van den dood!

Maar hoor nu, hoe deze profeet zingt van Adventstriomf over het Kerkhof.

Hij spreekt van , , dezen berg". En dat is de „berg des HEEREN". De Sionsberg, van God verkoren tot Zijn heilige woning. En dat bedoelt Jesaja niet nationalistisch en aardsch, want zijn oog ziet wflder: hij aanschouwt profetisch de volheid van Pinksteren; spreekt hij niel^ over een feestmaal, allen vol'ken aangericht ?

Op dien berg des HEBREN zal „het bewindsel des aangezichts" verslonden worden, gelijk een blad papier, dat door het vuur gegrepen wordt, en in entelo seconden opteert tot asch. Want de HEERE der heirscharen zal den dood verslinden tot overwinning.

En daarom mag de Kerk triomfeeren over het kerkhof; de jubel van het leven over den klaagzang van den dood. „Ad.vent" bezingen — dat is immers jubelen over den HEÉRE der heirscharen, van Wien het vrome volk zal zeggen: „Deze is onze God; wij hebben Hem verwacht, en Hij zal ons zalig maken! Deze is de HEERE; wij hebben Hem verwacht; wij zullen ons verheugen en verblijden in Zijn zaligheid!" (vs 9). En ge weet het: in dien wonder-he^rlijken Naam: „HEERE der heirscharen" zit de Christus in. En dus het verbond der genade. En dus het verkeer des Verbonds. Want dat het vrome volk Adventsverwachüng mocht hebben, reeds in de dagen van Jesaja, iat is alleen mogelijk, omdat God de HEERE Zichzelf gegeven heeft, in Christus Zijn Zoon.

Zoo zijn we dan wel zeer rijk, door het geloof. Het geloof, dat een bewijs is der dingen, die men niet ziet.

Wij zien hier op aarde wat voor oogen is: de macht van het Kerkhof. De tyrannic van den dood. Eén spotlied huivert er door het menschenleven: „wie leeft er, die den slaap des doods niet eens zal slapen? wie redt zijn ziel van 't graf ? "...... En wie het profetische Woord kent, weet: dat is niet het eigenlijke van de ellende der menschheid. De lichamelijke dood is maar een uitvloeisel. Hét , , bewindsel des aangezichts" is de dood, die daar van binnen zetelt, in het hart. Reeds als de mensch in de wieg ligt. Kind des toorns!

Maar het geloof ziet de dingen, die niet gezien worden.

Het ziet Christus, komende in de wereld — ach, ook Z ij n aangezicht wordt omwonden ach, de dood kruipt ook in Zijn leven, zijn hart binnen, en het is de eeuwige dood, en hoe verteert hij Hem: als een blad in de vlammen, zoo teert Christus Jezus óp in de verschrikking van God, Die den zondaar een Verterend Vuxu is......

En nu stort zich de Adventszang van de lippen: de dood verslonden toit ove'rwlun i n g. Niet het kerk h ó f heeft het laatste woordj maar de Kerk. Omdat Christus het heeft. Dat is Advent!

Ziet, Deze (dat Vleeschgeworden Woord — die Man van Smarten aan het kruis — die in-glorie-verhoogde Heer der heerlijkheid). Deze is onze God, wij hebben Hem verwacht. Hij zal ons zalig maken. De dood wordt verslonden, en het kerkhof daartoe. Maar de Kerk blijft, tot in het eeuwige leven. Want Christus komt weer: de Elerstgeborene uit de dooden!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 6 december 1947

De Reformatie | 8 Pagina's

Adentstriomf Over Het Kerkhof.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 6 december 1947

De Reformatie | 8 Pagina's