GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Niet gelijk het oude.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Niet gelijk het oude.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

.....niet qeLijk het oube. niet gelijk het verbond dat Ik met hun vaderen gesloten heb ten dage dat Ik hun hand vatte om hen uit het land van Egypte te voeren Jer. 31:32a.

Martelaar der scholastieke exegeten als Jeremia geworden is, heeft hij zijn woorden, klaar als kristal, zien verduisteren door menschen.

De scholastieken hadden uitgemaakt, dat het echte verbond der genade alleen , , m6t" de wedergeboren uitverkoren Individuen kon zijn opgericht. Daarna hadden ze verklaard, dat Jeremia 31, die in Hebreen 8 wordt aangehaald, zeer bizonder over dat echte verbond, dat met de uitverkorenen, in hun wedergeboorte nog wel, wordt opgericht, zijn profetenstem heeft laten hooren, en het echte verbond dus het nieuwe is, juist ó m zijn e c h t-heid. In de derde plaats kwamen zij dus tot de conclusie, dat de phase van dit „nieuwe verbond", welks nieuwheid eerst op het in Handelingen 2 vermelde tijdstip in kan gaan, niet vóór dit oogenblik kan aangevangen zijn, weshalve al wat vóór dat tijdstip valt, bezien moet worden als vallende onder de oude verbonds-en rechtsbepalingen. Om dan ten vierde te besluiten, dat er een scherpe tegenstelling moet liggen tusschen nieuw èn oud, tusschen Pinksterfeest en Siriaï's dondergerommel; tusschen evangelie en wet, ja, ja, vooral die. En dus: ook en vooral tusschen de wedergeboorte van den precieuzen individu als delicate stichting v£in een intieme verbondsgemeenschap tusschen den Bruidegom der zielen en de zielen des Bruidegoms ter eener zijde, è n zoo'n ordening van een nauwelijks door .Mozes bijeengedreven massa van ontsnapte slaven-van-farao als brute stichting van een plomp-ruwe verbondsrelatie tusschen den Koning van een (slechts in „ui ter 1 ij k en" zin) uitverkoren volk of natie (Israël) en de natie van dien Koning.

Een tegenstelling, hebt u goed gehoord? De bekende tegenstelling van wet en evangelie, waalrover alle eeuwen door zooveel te doen is geweest. Die tegenstelling ligrt er volgens wie zóó spreken, als contrast, tusschen nieuw en oud verbond; tusschen Pinkstervlammen en Sinaïflitsen; tusschen intiem verbond met één precieuzen lieveling des Bruidegoms en zoo'n ruw nationaal, herzegge: alleen-maarnationaal verbond met een massa lieden tegelijk. Van de massa zeggen de aristocraten af en toe veel leelijks. Af en toe. Ook dezen keer.

En dan sturen ze hun exegeten op u af, om het bewijs te leveren dat de Schriften hun betoog gedicteerd hebben, althans het steunen.

En die exegeten zeggen dan tot u: ga mee, lees Jeremia 31. Zet uw bril op. Of neen, neem uw loupe mee, en zet uw bril af. Wie een bril ophoudt, die ziet nog veel te veel in de breedte, zeggen ze. Ge moet dezen keer een „close up" verlangen. Een détail bestudeeren, onder de loupe. Vergeet wat daar verder staat in Jeremia 30 en 31, over vee en huizen en zaad van menschen en beesten, — en vraag ons niet, wanneer dat allemaal tot Israël mocht gekomen zijn. Ze zeggen U: neem de loupe, en zet die pal boven dat ééne kleine detail van den tekst, waar staat geschreven: NIET GELIJK HET VERBOND van vroeger. Broeder, zoo vragen ze' u dan, beduidt dat geen TÈGENSTELUNG? Geen CONTRAST? Geen scherpe onderscheiding van contraire grootheden ?

En, eer ze u loslaten, zeggen ze, een beetje haastig: houd' de loupe nog even in de hand, en leg ze óók even op dat stukje tekst, waar (in Hebr. 8) gezegd wordt, dat het oude verbond niet onberispelijk was. Is het nu niet klaar als de dag, dat de tegenstelling tusschen het Nieuwe verbond met uitverkoren individuen èn het Oude met zoo'n plompe m a s-s, a er één is als van netto en bruto, van kern en omtrek, van wezen en plompe verschijning, van fijn en grof, van onberispelijk en berispelijk, van fijn goud en een ruwen klomp, waar wel wat goud in verstoken zal zitten als ge maar zoekt?

Maar Maar als er staat: het zal niet zoo wezen als vroeger („niet als het verbond van destijds"), dan kan dat ook nog heel wat anders aanduiden dan een scherpe tegenstelling. Het kan ook willen zijn een teekening van een verschil tusschen minder en meer, tusschen geremd en ongeremd, tusschen belemmerd en vrij, tusschen foetus en voldragen vrucht, tusschen aarzeling en vastberadenheid, tusschen schemering en licht, tusschen onmondigheid-metdwaasheid en rijping-tot-wijsheid, tusschen steunen op de massa en zelf aanpakken, in het groeiend besef van eigen verantwoordelijkheid.

En zóó is de onderscheiding hier bedoeld. Men heeft zoo vaak Jeremia 31 bejegend, als zou het alleen maar over de uitverkorenen handelen, m.a.w. over wie niet sterven (in den strikten zin, dien „sterven" hebben kan).

Maar waarom zegt dan de profeet in de onmiddellijk aan ons vers voorafgaande perikoop, dat „in die dagen" men niet meer de branies zal hooren verkondigen, dat de VADEREN (het voorgeslacht) de zaak in de war hebben laten loopen („onrijpe druiven" hebben gegeten), en dat nu de KINDEREN (het tegenwoordige nageslacht) de ellendige gevolgen maar moeten dragen (stroeve tanden krijgen) ? Komt het soms hiervan, dat men in die dagen .NIET MEER STERFT, dat men in den nieuwen toestand geen oordeel, geen verbondswraak ondergaat? Omdat de kring der „bondelingen" alleen maar tot de wedergeboren uitverkorenen beperkt is, tot hen, die niet sterven zullen, doch alleen maar eeuwig leven?

Sommigen schijnen het zoo te willen zien; ze zeggen dan: wel, Jeremia 31 voorspelt dagen van heil; ze schijnen fe bedoelen: dagen van alleen maar heil, zonder verbondswraak voor de bondelingen; en verklaren dan: men zal straks dat spreekwoord van onrijpe druiven eten en stroeve tanden niet meer bezigen, omdat „voor dat spreekwoord natuurlijk in die komende HEILSdagen geen reden meer zal zijn". ^) Geen reden meer: dat beteekent: hier wordt niet meer „gestorven".

Maar dat is niet juist. Jeremia zelf zegt: in die dagen, die ik hier aankondig, die dagen van herstel, van nieuw verbond, ZAL ieder om zijn EIGEN ongerechtigheid sterven; elk mensch, die de onrijpe druiven eet, diens tanden zullen stroef worden. Zijn eigen tanden.

Dat was ook vroeger zoo geweest: niemand stierf naar Gods recht o m de zonde van een ander, terwijl hij zelf onschuldig bleef. Men kan sterven MET den ander, en in samenhang! met hem, maar niet , , 0M" hem, en daarmee uit.

Maar het harde Israël, dat zich zoo lang ver-hard heeft, wou die individueel-persoonlijke verantwoordelijkheid in de collectieve massa der bondsgemeenschap niet in een rechte ellende-kennis aanvaarden. Het gaf de schuld aan de massa, de voorgangers, aan de on-persoonlijke grootheid der natie". Zoo iets als wat Abraham Kuyper zou noemen: het generale 'Subject. En zei toen, tegen den hemel grijnzend: de vaderen eten zure druiven, en de kinderen krijgen stroeve tanden. Zoo is men de ballingschap ingegaan, morrend, klagend, zuur. En het is ook nog een heelen poos zóó gebleven IN de ballingschap: morren, klagen, zuiu'-zijn, schuld-van-zich-afsohuiven.

Maar STRAKS, zegt Jeremia, als er een gelouterde kerk naar het heilige land terugkeert, zal men dat spreekwoord NIET MEER GEBRUIKEN.

Waarom niet?

Omdat er geen dooden meer vallen? Omdat het na de ballingschap, in de nieuwe aera uit is met stroeve tanden, met bondswraak?

Welneen, „er wordt" óók dan „gestorven". Maar het spreekwoord zal straks in onbruik raken, omdat in de gezuiverde gemeente de overtuiging veld wint, dat de individueele verantwoordelijkheid metterdaad bestaat, en onderworpen erkenning eischt.

En die erkennin g-met-het-h art, die erkenning van de individueele verantwoordelijkheid, die is een daad van den Heiligen Geest in dat hart.

Daarom gaat dan ook Jeremia verder: in diezelfde nieuwe dagen, waarin Gods volk weer een halt «al hebben toegeroepen-aan dat van-zioh-af-schuiven der verantwoordelijkheid, zal de Geest weer harten aanpakken.. Bekeering werken.

Zoals trouwens Joel uitroept: De Heere zal dan zijn Geest over ALLE VLEESCH uitgieten!

Beteekent dat soms ook: over alle uitverkorenen, en over hen alleen?

Er zal dus krachtiger Geesteswerking komen dan te voren.

En daarom zal het niet meer zoo zijn als vroeger. Maar als de Heere in de gemeente krachtiger begint te werken, worden dan de kerk grenzen met één ruk verlegd?

A1 s straks de kerkgrenzen verlegd worden, dan komt dat v/el hierin tot uiting, dat uit één natie, en uit één familie God niet meer de kerk of den clerus recruteert, doch uit alle naties, en uit allerlei families.

Maar men zegge niet, dat een krachtiger tot de personen doordringende Geesteswind al zeggen wil, dat nu al meteen de kerkgrenzen verle'gd zijn. Die krachtiger.'wind kan voorbereidend werken (zooals de periode na de ballingschap ongetwijfeld voorbereidend werk gedaan heeft), maar hij is nog niet'in zichzelf een acute openingsactë van een abrupten nieuwen staat der dingen. Een zwaluw, — daar zegt de boer: iets nieuws. Maar hij maakt nog geen lente. Een scherpe wind, die door de kleeren heendringt, die kondigt aan: verandering van temperatuur. Iets nieuws. Hij kan symptoom zijn van een nieuw tijdperk. Maar hij maakt het nóg niet.

Want betere beloften zijn nog geen andere beloften.

En betere beloften eischen in-zicli-zelf nog geen ander adres dan er eerst was geschreven op de beloftebrieven.

Hoogstens kunnen de „beter e" beloften een KRACHT ontplooien, die ontvankelijk maakt voor een nieuwen staat. Een nieuwen staat der dingen.

Een nieuw verbond dus. Niet als het oude. Want alles gaat nu beter, Israël. Er wordt ge-reformeerd. Hier in die beide huizen Israels. Want alle nieuws moet uit het oude zich te voorschijn wringen.


1) Aalders, K. V.; spatleerlngen van hem.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 21 februari 1948

De Reformatie | 8 Pagina's

Niet gelijk het oude.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 21 februari 1948

De Reformatie | 8 Pagina's