GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Van den heer J. J. Schokking ontvinger

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Van den heer J. J. Schokking ontvinger

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

ve het begrijpelijk verzoek om onderstaand schrijven te willen opnemen.

Hij was door ons, gelijk men zich herinneren zal, ia éénen adem genoemd met den heer Ds. Vethake, bij de vermelding dat de Haagsche Synodale Commissie geen gelegenheid om te rehabiliteeren vond, eenvoudig wijl geen verdere verzoeken tot rehabilitatie waren ingekomen.

Zijn stuk luidt als volgt: Den Hooggel. Heer DR A. KUYPER, Hoofdredacteur van de Heraut.

Hooggel, Heer en Br.! In de Heraut van 20 dezer wordt de naam Schokking genoemd in een zinsverband, waaruit is op te maken en door de meeste lezers wel opgemaakt zal worden, dat door hem verzocht zou zijn om weder onder de Synode terug te mogen keeren, hetgeen toch geheel onjuist is.

Een zoodanig verzoek van mij bestaat niet en kan niet bestaan, aangezien ik met de Doleantie niet kon raedegaan, noch mij op eenige andere wijze van de kerk heb afgescheiden, waarvan ik door genade lid ben door geboorte, doop en belijdenis.

Hoogachtend heb ik de eer'te zijii Uw Dw. Br.

J. J. SCHOKKING.

Oud-Ouderl. der Ned. Herv. gemeente.

Oud-Ouderl. der Ne Amsterdam, 26 Dec. 1891.

Onze broeder Schokking zal wel willen gelooven, dat ook ons zijn volharden onder de Synodale Organisatie geen geheim was.

Van zijn dusgenaamd niet-medegaan met de Doleantie was ons alles bekend. Het kon dus onze intentie niet zijn, hem als gewezen Doleerende voor te stellen.

De zaak is deze, dat de heer Schokking evenals de overige 83 opzieners en diakenen te Amsterdam door de Haagsche Sy node ten slotte kerkelijk gevonnist was; en dat nu, juist in de dagen, waarin Ds. Vet­

dat nu, juist in de dagen, waarin Ds. Vethake zijn aanzoek bij de Synode inzond, volgens de dagbladen, bij diezelfde Synode ook een verzoek ten behoeve van den heer Schokking ter tafel kwam, om het over hem geslagen vonnis op te hefïen, ol de gevolgen er van te stuiten.

Zoo althans is in alle bladen gemeld, en ons is niet bekend, dat de heer Schokking tegen deze mededeeling-^rotest heeft aangeteekend. Tot nader bewijs van het tegendeel meenen we dus deze mededeeling voor juist te mogen houden.

Welk stuk de heer Schokking opzond is ons onbekend; zelfs nemen we de mogelijkheid aan, dat hij zich van de hulpe van het Glassicaal bestuur bedfend heeft, om zijn doel te bereiken; maar welk verloop deze zaak ook had, het staat vast, dat de heer Schokking eerst door de Haagsche Synode gevonnitt is, en daarna door dezelfde Synode is begenadigd.

Het eerste nu rekenden we hem steeds tot eere; het tweede blijft ons, ter wille van onzen broeder, een oorzaak van droefenis en smart.

Toch heeft ons deze gang van zaken nooit verwonderd.

Want wel streed onze broeder Schokking jaren lang onzen strijd meê, maar nooit kwam hij tot klaarheid en bleef nog altoos in de strikken van de volkskerk beklemd zitten. En wel vond hij het schriklijk en ontzettend zooals het onder de Synodale organisatie was, en in erger mate nog sinds 1886 werd; maar toch een man om met een valschen toestand te breken., was hij nimmer.

Hij is één dier velen, die met zijn hart bij ons zijn en het innig betreuren, dat ze niet meer met de oude broederen optrekken; maar inmiddels zich troosten met den zoeten waan, alsof de „volkskerk" vroeg of laat wel nog weer eens een kerk van Christus blijken zal.

Dispuut hierover is natuurlijk doelloos.

Uit te maken wat droom of werkelijkeid is, blijkt In sommige toestanden van et menschelijk bewustzijn een volstrekte nmogelijkheid.

Eerst wie wakker v/ierd, merkt daarna dat het een droom was.

t het een Eer niet.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 10 januari 1892

De Heraut | 4 Pagina's

Van den heer J. J. Schokking ontvinger

Bekijk de hele uitgave van zondag 10 januari 1892

De Heraut | 4 Pagina's