GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Uit de Pers.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de Pers.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ds. Gispen schrijft in de Bazuin over het jaarlijks weerkeerend Meifeest der socialisten;

Op den eersten Mei van elk jaar wordt tegenwoordig, onder de beschaafde volken, het Meifeest, of het feest van den arbeid, gevierd. Die feestviering bestaat hoofdzakelijk in het houden van rede voeringen en optochten. Mannen, vrouwen en kinderen nemen er deel aan. Op enkele uitzonderingen na heeft dit feest doorgaans een kalm verloop, DJ bedoeling van dit feest schijnt te zijn: openbaring van macht. Men wil aan de z.g. bezittende en regeerende klasse toonen, hoe maclitig men is, en hoe heel het raderwerk des maatscliappelijken levens stilstaat, als de arbeidende klasse het slechts wil.

Het Meifeest heeft dus ook een geestelijken oorsprong en een geestelijken grondslag.

Die mannen, vrouwen en kinderen, worden geleid door een geest, die machtiger is dan zij; een geest die hen bezielt en brengt waar hij hen hebben wil. Ook deze scharen van feestvierenden zijn afhankelijk van het intellect, van verstandelijke kracht, die de bewegende oorzaak is. Waar geen organist is zwijgt het orgel, en waar niet op de fluit gespeeld wordt, daar wordt ook niet gedanst.

Daarom is het niet verstandig om alleen op het verschijnsel te letten, en niet in aanmerking te nemen den geest, die dit verschijnsel in het aanzien riep.

We hadden, op den avond van 'den eersten Mei, te Amsterdam, een optocht van p.m. 14000 menschen, mannen, vrouwen en kinderen, die, in rijen van acht, met muziek en zang en fakkels, zich langzaam voortbewoog. In dien optocht viel hetzelfde waar te nemen, wat men dagelijks in het maatschappelijk leven kan waarnemen: het onderscheid namelijk tusschen arm en rijk. De bond der diamantbewerkers, de millionairsbond onder de arbeiders, schitterde met lichtgevende fakkels en een krachtig muziekcorps; terwijl andere vakbonden slechts verlicht werden door een paar sjofele lampions, marcheerende op de maat van een trommel, en nog anderen geheel in duisternis zich voortbewogen, hun feestvreugde uitende in luid gezang.

Precies zooals het in de klassenmaatschappij ook toegaat; onderscheid tusschen rijk en arm van de geboorte af tot het kerkhof toe.

En ook ontbreekt onder de feestvierenden, evenals in de klassenmaatschappij, de eenheidsgeest.

Terwijl de feestvierenden, onder de bescherming der politie, zich voortbewogen, in langen optocht; vergaderden de Separatistien, de Vrijen, de vrouwen en mannen, die maling hebben aan de politiek, die begeeren de directe actie, die op staanden voet den boel kapot willen slaan, in het Paleis voor Volksvlijt.

Overal dus verdeeldheid.

De toeschouwer, d e de geestkracht bezit om, onder alles wat hij hoort en ziet, nuchter te blijven, ziet in deze verschijnselen een beeld der toekomst. Ook wanneer de tegenwoordige maatschappij geheel omgekeerd en op andere grondslagen gevestigd is, en alle lichten des hemels zijn uitgedoofd, zullen er ook zijn wier pad met muziek en lichtende fakkels aangenaam wordt gemaakt, terwijl anderen het met een trommel en een lampionnetje zullen moeten doen, en een diamantklover of slijper van den eersten rang dan ook allicht een menschwaardiger bestaan zal hebben dan de werkman, die de fabriek moet schoonhouden, en de man, die de stadsriolen ledigt of het vuilnis aan de huizen ophaalt.

Geleerdheid, principes, theoriën zijn onmisbaar, maar zij maken het leven niet. Dat geldt voorde Socialisten evengoed als voor andere menschen. Maatschappijen kunnen worden vernietigd of vernieuwd; volken kunnen opkomen en verzinken; r kunnen grondwetten, constituties, kieswetten nz. enz, komen en vergaan; maar onder dat alles n niettegenstaaande dat alles blijft het leven t even en de mensch een mensch.

En ook zal altijd de menigte geregeerd worden. lleen de muzikanten, die vooropgaan, blazen en even de richting aan, waarin de menigte moet archeeren.

De tijd kan echter komen dat de menigte zelf

de muzikanten kiest, en dat ieder mensch, al wordt hij niet met een stembiljet in de hand geboren, spoedig na zijn achttiende jaar toch een stembiljet in de hand krijgt; maar ook dan nog zal het aantal geregeerden veel grooter zijn dan dat der regeerders. Twee menschen kunnen niet op dezelfde plek staan. Zij kunnen naast elkander, boven of onder elkander staan, maar nooit op een en dezelfde plek; dat is onmogelijk.

Ophefifing van het privaatbezit beteekent dan ook volstrekt niet dat alle menschen evenveel zullen bezitten en even aangenaam zullen leven. Het is een wijsgeerig stelsel, waarvan de uitvoerbaarbeid eerst door de praktijk bewezen moet worden. Maar het is een stelsel, dat onder alle godsdienstige en poUtieke partijen geheime aanhangers of openbare verdedigers vindt, een medicijn, zoomen meent, dat misschien te eeniger tijd op de kranke maatschappij zal beproefd worden.

Evenals zoo'n optocht op den eersten Mei, gaat heel de wereld-geschiedenis voorbij en er zal gebeuren wat onvermijdelijk is. Als wij maar niet elkander in slaap zingen met het lied, dat het socialisme toch eigenlijk niet zoo machtig is als bet wel lijkt. Wij moeten integendeel waken en bidden, dat wij niet in verzoelcing komen. Het begint al tot de uitzonderingen te behooren een jong mensch, van eenige ontwikkeling, te ontmoeten die niet, meer of min, met socialistische ideeën besmet is. De halve geleerdheid brengt vele menschen tot razernij.

De menschen die in een optocht meêloopen doen 't em niet. Maar het is de geest die er achter zit. En de ondervinding heeft het geleerd, en zal 't verder leeren, dat alle geest, die ontkent dat Jezus Christus, de eeuwige Zoon Gods, in het vleesch gekomen is, de geest is van den antichrist. Het modernisme moge in de volkskerk kracht verliezen, in het volksleven is het en wordt het de heeischende macht. En op politiek gebied moge. om bij ons land te blijven, tusschen Mr. TyïJeman en Mr. Troelstra een zeer groote afstand zijn, in het «tegen" zijn ze toch één, en helpen ze elkander aan de kracht, aan den tijd overlatende wie van beide, ten slotte, aan het langste eind zal trekken.

Zou het daarom niet wenschelijk zijn, dat overal, van Overheidswege, voldoend openbaar, lager. Christelijk onderwijs werd gegeven, om daardoor een beteren geest onder het volk te brengen en de christelijk historische grondslagen der maatschappij te bewaren en te versterken ?

Goedhartige lezer, mag ik u ook een vraag doen?

Zou het niet wenschelijk zijn dat, in ons goede land, maar ééne Kerk bestond, heilig, algemeen en christelijk, waarin volk en Overheid boog voor den door God gezalfden Koning?

Laat ons intusschen, onder al dat wenschelijke, trachten nuchter te blijven, door geen illusies onzen geest te bedwelmen, maar de werkelijkheid aanvaarden, zooals die is, en, volgende het voorbeeld der oudere tijdgenooten, het werk doen, dat voor de hand ligt. Laat ons, van onzentwege, zorgen, dat er overal goede, christelijke scholen zijn. Toen, in bange tijden, de christenen zorgden voor christelijke scholen, heeft God gezorgd voor christelüke onderwijzers, die het povere bestaantje aanvaardden, in hett geloof dat zij, als dienstknechten Gods. hun volk en hun land en de kerk des Heeren dienden. En zij zijn tot een grooten zegen geweest, en hunne gedachtenis blijft in zegening. Dat was, niettegenstaande strijd en druk, een mooie tijd, voor het gelooi en de liefde.

Wij weten echter, dat de liefde niet altijd «bestendig van duur is". Dat leert ons Gods woord en de geschiedenis, en dat ook van de edelste dingen bet mooie kan afgaan. Zoodra godsdienst en opvoeding regeeringszaak wordt gaat er het mooie af.

De socialisten zullen het ook ondervinden dat, als hun leiders eenmaal de regeering in handen hebben, het mooie van het Meifeest afgaat. Dan .zullen ze gedrild worden en gehoorzaamheid moe ten leeren, zooals zij zich nooit hadden voorge teld, en met weemoed kunnen denken aan de mooie Meifeesten, die ze in de kapitalistische maatschappij vieren mochten.

Niet alleen aan 't slot, maar overal tintelt de fijne humor, die een nauw verholen glimlach u om de lippen brengt.

Dat „goedhartige lezer, mag ik u ook eens een vraag doen" tegenover de christelijk historischen met hun illusie van een openbare Chistelijke school, toont met één woord waar de fout van heel dit stelsel schuilt.

Oud moge Ds. Gispen zijn, maar zijn pen is DOg niet verouderd en hij zegt de dingen zoo raak, dat menige jongere 't hem benijden mag.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 19 mei 1907

De Heraut | 4 Pagina's

Uit de Pers.

Bekijk de hele uitgave van zondag 19 mei 1907

De Heraut | 4 Pagina's