Het kerkverband der Nederlandsche Gereformeerde Kerken, gelijk dat gekend wordt uit de handelingen van den Amsterdamsche Kerkeraad in den aanvang der 17e eeuw - pagina 104

102

BIJLAGE D .

DE ATTESTATIE-QTJAESTJE.

Vinden Darom haer E. goet Dat de kerckenraet enige committere, die met Simone Episcopio souden treden in conferentie in tegenwoordicheyt van haer B. end by aldien t' selue niet goetgeuonden wort, Dat de kercke haer eyntlycke meyning soude verclaren, wat sy meent dat myn Heren hierin sullen hebben te Doen, De kerckenraet hierop gelet hebbende, vinden goet te blyuen byde resolutie, voor Desen genomen, te weten Datmen h. B. beleefdelyck sal aendienen. Dat de kerckenraet als noch niet goet kan vinden, in sodanige conferentie'te treden, wt de welcke apparentelyck niet vruchtbaerlyx en staet te verwachten, maer veel meer ander merklycke swaricheden tot nadeel Deser gemeente streckende, gelyck het gebleken heeft byde conferentie, met Arminio, J. Brunone, Nartio end Puppio klaerlyck heeft gebleken [sic]. Dat oock de kerckenraet sich beswaert vint, eniehsins toe te stemmen Dat yemant totten Dienst der kercken soude gevordert werden, vanden welcken sy niet en syn versekert, Dat hij in allen gesont is int stuck Der leere, Hierentuschen moeten lyden t' geene haere E. in dese sake sal gelieuen te doen, twelck Doen sullen D, Hallius. Planctus. J, Tomasius. (Protoc. III, fel. 24 OV). 16 SEPT. 1610, — Also Simon Episcopius versocht heeft attestatie vanden kerckenraet ten aensien van zyn vertreck; So is geresolueert hem in plaets vandien syn attestatie die hij van Franeker hier gebracht heeft, wederom te geuen: twelck oock Datelyck geschiet is. Dies niet tegenstaende heeft hij euenwel aengehouden, om attestatie vanden kerckenraet alhier te hebben Seggende sulx op hem begeert te syn ter plaetsen daer hy beroepen is. (Protoc. III, fol. 242023 SEPT. 1610.— Is gelet op de sake/Siimoms Episcopy, versoekende vanden kerckenraet alhier attestatie, om deselue te mogen toonen ter plaetse daer hij seyt geroepen te syn, end is nae rype Deliberatie geresolueert hem syn versoeck of te slaen, als zynde ongefondeert, aengeüen hij Simon Voorss. sonder of buyten weten end toelatinge des kerckenraets aen de tafel des Heren is gegaen, sonder of attestatie (die hij nochtans mede gebracht hadde) ouergeleuert, oft yemant vanden kerckenraet aengesproken te hebben. Waerouer naemaels kercklyk aengesproken zynde, wel heeft syn attestatie ouergegeuen. Doch niet verwacht des kerckenraets antwoordt, hetwelck hij schuldich was te Doen om te verstaen, oft se byden kerckenraet aengenomen was of niet, Maer is wederom op syn eygen belieuen, end sonder kercklyck geadmitteert te syn ten Nachtmael gegaen: Wt t' welcke blyet, Dat hy sedert syn compste van Franeker, noyt en is voor litmaet Deser kercken gekent, gelyck hij oock syn attestatie, met sodanigen wtgedructen bedinge ouerleuerde, Datse hem soude gerestitueert worden gelesen zynde, Waerwt de Broeders afnamen, Dat hy maer en wilde geacht syn als passant, en[z]. End alsomen verstout dat Jan Egbertson buyten was, om van wegen synes broeders de attestatie te vorderen, is goetgeuonden hem binnen te laten staen, end de Voorss resolutie, met de reden vandien aen te seggen, twelck geschiet is. (Protoc. III, fol, 242v).

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen