GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De geldigheid van de oude kerkenordening der Nederlandsche Gereformeerde Kerken - pagina 45

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De geldigheid van de oude kerkenordening der Nederlandsche Gereformeerde Kerken - pagina 45

Rede, gehouden bij de overdracht van het Rectoraat der Vrije Universiteit

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

43

afwijking zelve was als het ware geregeld. Natuurlijk niet door opzettelijke bepalingen. Maar dan toch door beginselen, die onmiskenbaar waren, uit Gods Woord, uit den aard der zaak, en uit de Kerkenordening zelve i). Vooreerst moest er altijd eene afdoende reden zijn, en wel eene reden die gegrond was in het belang der Kerk, om daarin, naar het in art. 1 gestelde doel, des te beter „goede ordre te onderhouden"; en dus, wanneer stipte naleving moeielijk geschieden kon, zonder dat de vrijheid der Kerk, of haar uiterlijke vrede, of hare innerlijke rust, of haar welstand, wezenlijk gevaar liepen, en wanneer terzelfder tijd aan de afwijking mindere bezwaren verbonden waren. Yoorts mocht, naar den in art. 86 gestelden regel, dan toch niets veranderd worden in de Kerkenordening zelve, zoodat de afwijking als het ware ook aan anderen zou worden opgelegd, evenmin als zij in gelijke omstandigheden aan anderen mocht worden euvel geduid. En eindelijk bleef altijd, naar het in art. 31 uitgesproken beginsel, dat, wanneer verschil kwam over de noodzakelijkheid of de nuttigheid van de afwijking, waaruit dan natuurlijk weer een grooter kwaad zou voortkomen, alsdan de enkele Kerkendienaar zich naar den Kerkeraad zou te schikken hebben, en de enkele Kerk naar de Classe, en de enkele Classe naar de Synode. Op die wijze was er ruimte, maar binnen zekere grenzen, en regelmaat zonder formalisme. Er kon vrijheid zijn, zonder dat die vrijheid op losbandigheid en willekeur uitliep. En bevorderd werd juist daardoor het doel van de gansche Kerkenordening : ook nog bij de afwijking zelve werd dan daaraan voldaan. Altijd echter onder ééne voorwaarde, nl. dat de Kerken één bleven in belijdenis en tezamen onderworpen aan Gods Woord. Dat wordt altijd ondersteld; daarop rust de bruikbaarheid van de gansche ordening; en zóó geheel is zij daarop ingericht, dat zij bij een anderen toestand wel niet anders dan ontbindend kan werken. Maar wel verre van een bezwaar te zijn, is dit juist in haar voordeel. Zij bevordert die eenigheid, juist doordat zij haar onderstelt en vereischt. En wanneer nu ten slotte gevraagd wordt, of bij zulke ordening dan toch niet onzekerheid overblijft; of zij niet voor een aantal gevallen min of meer onbepaald is; of zij in het kerkelijke leven niet gedurig velerlei onderzoek noodig maakt; dan moet op die vragen zonder twijfel bevestigend geantwoord worden. Maar aan dat ant') Vgl. hierover b. v, Voetius, Polit. Eocl., Tom I, pagg. 272-280 en 284—288 (Ed. Eutgers; pagg. 227—233 en 236—239).

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 21 oktober 1889

Rectorale redes | 110 Pagina's

De geldigheid van de oude kerkenordening der Nederlandsche Gereformeerde Kerken - pagina 45

Bekijk de hele uitgave van maandag 21 oktober 1889

Rectorale redes | 110 Pagina's