GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De geldigheid van de oude kerkenordening der Nederlandsche Gereformeerde Kerken - pagina 33

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De geldigheid van de oude kerkenordening der Nederlandsche Gereformeerde Kerken - pagina 33

Rede, gehouden bij de overdracht van het Rectoraat der Vrije Universiteit

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

SI Reeds in het midden der 17e eeuw is die vraag bevestigend beantwoord, b. V. door Voetius, die daarvoor deze twee hoofdgronden aangeeft: lo. dat de Kerken feitelijk hare ordening opvolgden, onder toelating en met goedkeuring van de Overheid zelve, zoodat ook in die provinciën, waar formeel nog geen approbatie verleend was, de bedoelde ordening toch wel kon beschouwd worden als „reipsa" geapprobeerd; en 2o. dat de Formulieren van eenigheid, met de Liturgie, in alle provinciën door de Overheid waren goedgekeurd, en dat mitsdien ook geapprobeerd was al wat daarin te lezen stond over de regeerders der Kerk en de kerkelijke ordinantiën ^). — Inderdaad was er ook wel kracht in die redeneeringen; en vooral de laatste was nog al klemmend. Want indien op het stuk van kerkregeering niet anders dan volgens de belijdenis mocht geleerd worden, kon dezelfde Overheid, die dat voorschreef, eigenlijk de toepassing ook niet afkeuren. Wat uit die belijdenis blijkbaar voortvloeide, was dan eigenlijk ook reeds geapprobeerd. Toch zou nog te antwoorden zijn, gelijk inderdaad door de „politieken" gedaan is, dat in deze materie rebus ipsis et factis geene wettigheid voor de Kerken kon verkregen worden, daar bij rechten die aan de Overheid per se toekomen, geen praescriptie ooit gelden kan, allerminst, wanneer reeds bestaande en uitdrukkelijke bepalingen daardoor zouden worden opgeheven ; en dat voorts alleenlijk te rekenen is met uitdrukkelijke besluiten van de Overheid zelve ^). In ') Zie Polit. Eccl, Pars I, Lib. I, Tract. II, Cap. XI, § 4 (Tom. I, pagg. 292 sq.; Ed. Rutgers, pag. 2i3). Van de vier gronden, die Voetius aldaar voor zijn gevoelen bijbrengt, is de hoofdzaak in de twee boven genoemde punten samengevat. ^) Op de boven vermelde wijze is door vele „politieken" geredeneerd, b.v. door den rechtsgeleerde, die in de vorige eeuw, nevens Pi-of. F. A. van der Marek, hun beste woordvoerder was, nl. den Leidschen griffier Mr. Daniel van Alphen, in zijn geschrift „Het Eecht der Overheden omtrent kerkelyke bedieningen" (eerst, in Juli 1755, onder den naam van „J. C. Dikaiophilus" enz. als een klein opstel in den „Nederlandschen Spectator" geplaatst; daarna in Januari 1756 tot een boekje uitgewerkt en afzonderlijk uitgegeven; en eindelijk in Juni 1756, wederom veel vermeerderd en nog altijd zonder vermelding van den naam des schrijvers, herdrukt). Aangenaam is de lectuur van dat boekje zeker niet; door de onbetamelijke heftigheid, waarmede de schrijver, zonder eenige provocatie, tegen andersdenkenden uitvaart. Wel verzekert hij aan het einde (a. w., blzz. 366 vg.), dat hij geschreven heeft, „geenzins uit eene kleinachtinge voor de Kerkelyken, . . . . waarom ik ook niet hoope, dat iemand zig door myne uitdrukkingen zal beleedigd vinden; . . . . Meent echter iemand, dat myne uitdrukkingen zomtyda wat scherp zyn, 't welk ik niet denke, hy schryve zulks alleen toe aan eenen geoorloofden ijver . . . . en geenzins aan eenige bitterheid ofte haat tegen iemand der Kerkelyken''. Maar zijn gansche boek maakt dit ieder oogenblik tot eene „protestatio actui contraria". Overal is de toon, gelijk b.v. ter plaatse waar hij do behandeling der Dordtsche Kerkenordening begint met de historische herinnering (a. w., blzz. 246 en 248), dat „de Kerkelyken hunne gewoone streeken, van in troubel water te visschen, in 't

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 21 oktober 1889

Rectorale redes | 110 Pagina's

De geldigheid van de oude kerkenordening der Nederlandsche Gereformeerde Kerken - pagina 33

Bekijk de hele uitgave van maandag 21 oktober 1889

Rectorale redes | 110 Pagina's