GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De wetenschap van den Logos - pagina 24

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De wetenschap van den Logos - pagina 24

Rede bij de overdracht van het rectoraat der Vrije Universiteit

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

lé niet behoeft;

maar aangezien zij, wat haar doel aangaat, tot het

tegenwoordige behoort, heeft zij ook te vragen naar de philosophische richting der tijdgenooten i). Böckh kon natuurlijk, daar bij hem de philologie een Erkennen des Erkannten is, haar van de philosophie niet scheiden.

Hij

zegt dan ook, dat zij de algemeene logica onderstelt, maar een bijzondere zelfstandige vertakking van deze is 2).

Dat de studie

der philologie zonder logica en psychologie niet mogelijk is toont ook Groeber aan 3), maar vooral Hermann Paul 4).

En ein-

delijk, om nu niet meer te noemen, haal ik nog een woord van den philosoof Schelling aan, dat in den philoloog de kunstenaar en de wijsgeer zich tot één geheel verbinden 5). Maar ik heb reeds te veel van uw geduld gevergd door al die aanhalingen.

Toch mocht ik ze niet achterwege laten, daar het

oordeel van zoovele uitstekende philologen hier van het hoogste gewicht geacht moet worden; immers vooral bij ons Nederlanders, doch ook buiten ons vaderland, wordt de philologie maar al te zeer opgevat en beoefend op eene wijze, die lijnrecht tegen alle philosophie

indruischt;

deze beide disciplinae zijn maar al te

dikwijls geheel gescheiden. Tot dusverre is ons derhalve gebleken, dat ten allen tijde door de uitnemendste mannen een zeer nauw verband is gelegd tusschen de philologie en de philosophie zoowel als tusschen de philologie en de historie.

Van welken aard dat verband is, óf zoo dat alle

drie takken zijn van éénen stam,

óf wel zóó dat ééne of twee

dezer wetenschappen als een onderdeel

van de

derde moeten

worden beschouwd, die vraag verdient nog nadere overweging. Hare beantwoording zal ons metéén het wezen der philologie doen kennen. 1) Grundliniën zur Encyklopaedie der Philologie. Halle 1832; pag. 29. 2) Das philologische Organon setzt die allgemeine Logik voraus, ist aber einc besondere selbstandige Abzweigung derselben, pag. 52. 3) I pag. 146. 4) I pag. 157—1595) Bij Boeckh pag. 25.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 20 oktober 1891

Rectorale redes | 70 Pagina's

De wetenschap van den Logos - pagina 24

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 20 oktober 1891

Rectorale redes | 70 Pagina's