Evolutie of revelatie - pagina 132
Rede bij de overdracht van het rectoraat aan de Vrije Universiteit
130 Schwartz in zijn werk Sintflut tmd Völkerwanderungen, 1894 onderstelde daarom dat vroeger een soort middellandsche zee Mongolië bedekt heeft, die later doorgebroken was naar de Zwarte Zee en dat de herinnering aan deze katastrophe by alle volkeren was bleven voortleven. Daar de Chineesche overlevering den zondvloed omstreeks 2297 vóór Christus stelt' en de bijbelsche chronologie hiermede slechts 50 jaar scheelt, zou ook het tijdstip van deze overstrooming nog vry nauwkeurig zyn onthouden. Dit moge volstaan om te doen zien, hoe moeilijk het is, om zonder het feit van den zondvloed deze ethnologische sagen te verklaren. 166) Ik herinner hier slechts, hoe in Num. 21:14 sprake is van het sefer milchamoth Jahve of „het boek van de oorlogen des Heeren" en in Jozua 10: 13 en II Sam. 1:18 van het sefer hajjaschar, „het boek des Oprechten", waarnaar als oorkonden verwezen wordt. Ook Lukas, de Evangelist, deelt uitdrukkelijk mede Hdst. 1:1—3, dat hy de bestaande overleveringen heeft gebruikt. 167) DELITZSOH, eerste voordracht, p. 45, erkent zelf, dat de door hem meegedeelde theophore namen bij de oude Semieten vernietigend zyn voor „die beliebte moderne Ansicht, dass die Jahve-Eeligion und damit unser christlicher Grottesglaube sich aus einer Art Fetichismus und Animismus emporgearbeitet habe, wie solcher den Südseekanibalen oder Feuerlandern eigentümlich ist." 168) DELITZSOH, tweede voordracht, p. 16.
169) Jesaja 14; 12; Jeremia 51:7. 170) In Babel zelf leidde men den naam af van B a b - i l u ; poort Gods. Pinches meent echter, dat deze beteekenis er eerst later in is gelegd en het woord niet van Semitische afkomst is, daar het ook geschreven wordt Babilam, een vorm die van Babalam afgeleid kan zijn. Hü meent, dat het een klanknabootsend woord is, zooals babbelen, plappern, to babble en met spreken in verband staat, cf. UEQÜHAET, 1. c. I. p. 257. 171) Wanneer DELITZSCH, eerste voordracht, p. 49,79, 80,81 beweert, dat in het latere Babel „freie, erleuchtete Geister offen lehrten, dass Nergal und Nebo und alle anderen Götter eins seien in Marduk, dem Gotte des Lichtes," dan zijn de bevyyzen, die hij hiervoor bijgebracht heeft, zoo zwak, dat de meeste Assyriologen als JENSEN, Frkdrich Delitzsch und der hdbylonische Mcmotheistnus in Die Christliche Welt, 1903, No. 1, OPPERT in Z. A. XVII (1903) p. 803 en BEZOLD, Die bob, ass. Keilinschrlften, p. 33, 34 met deze ontdekking den spot drijven, omdat uit
isMhi,.' '^Ê'^'^
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 20 oktober 1903
Rectorale redes | 136 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 20 oktober 1903
Rectorale redes | 136 Pagina's