GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Evolutie of revelatie - pagina 125

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Evolutie of revelatie - pagina 125

Rede bij de overdracht van het rectoraat aan de Vrije Universiteit

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

128 van de see, doch juist deze naam Kahab, die met Tiamat niets uitstaande heeft, toont, dat zelfs deze beeldspraak niet aan Babel kan ontleend zjjn. JENSEN, BAETH, I.e. p. 30, KEIL I.e. p. 55 vermoeden dan ook, dat dit woord Eahab niet uit Babel maar uit Egypte stamt en daarom gebruikt wordt om Egypte zelf aan te duiden. Zie voorts NIKEL, 1. c. p. 84 en vv. 163) Het babylonisch zondvloedverhaal was evenals het scheppingsepos reeds lang bekend door Berosus' en Abynedus' mededeeUngen (in EUSEBIÜS' Chrmicon, ed. Schoene, I, p. 19-24); thans is de oorspronkelijke tekst weergevonden te Kujundschik en afgedrukt K. B. VI, p. 230-245); K. T. p. 84—129, in HAUPT'S Nimrodepos enz. Het vormt een onderdeel van het Gilgamosepos en wordt aan Noach zelf in den mond gelegd. Wanneer men ook dit epos reeds bestaan laat omtrent 2000 vóór Christus, dan zjjn de bewezen hiervoor al even zwak als btj het scheppingsepos; de analogie met andere mythen is geen afdoend argument; en het fragment van Scheil, dat uit 2100 vóór Christus heet te stammen, K. B. VI, 1. p. 288—291, bewyst wel, dat reeds destijds verhalen over den zondvloed in omloop waren, maar stemt met het G-ilgamosepos juist niet overeen (E. A. T." p. 552). Ook andere fragmenten zön teruggevonden die echter meer over den tiJd vóór den smdvloed handelen, dan over den zondvloed zelf. De naam van dezen babylonischen Noach luidt in oudere teksten Atrahasis, in het Gilgamosepos meest Ut-napisti, beide namen die noch in klank noch in beteekenis met Noach overeenstemmen. Voegt men de verschillende sagen saam, dan krijgt men het volgende verhaal. Uit het fragment Schiel en een mythologischen tekst te Kujundschik gevonden blijkt, dat aan den zondvloed voorafging een tfld, waarin de menschen door hunne zonden de goden vertoornden, die daarom door verschillende plagen (zesjarigen hongersnood, zware ziekte, onvruchtbaarheid en misgewas) de menschheid straften; telkens bidt Noach echter het oordeel af met hulp van Ea, die bij de andere goden voor de menschheid tusschenbeide komt. Zelfs volgt nu een periode van groeten zegen, vooral door sterke uitbreiding van het menscheiyk geslacht. In plaats echter dat dit de menschen vroom maakt, staan ze opnieuw tegen de goden op en deze besluiten nu het menschelijk geslacht te verdelgen. Van hier af begint het verhaal van Noach zelf in het (xilgamosepos, waarin echter over de aanleiding tot den zondvloed niet gesproken wordt, maar deze veeleer als een ongemotiveerde daad van wreedheid der goden voorgesteld wordt; een bewijs van hoeveel jongeren datum juist deze tekst ztjn moet. Noach verhaalt aan Gilgamos: „Ik zal u openbaren, o Gilgamos, de verborgenheid en de beshssing der goden zal ik u mededeelen. Surippak, de stad, die gij kent, welke gelegen is aan den oever van den Eufraat, deze stad bestond van oudsher, de goden woonden in haar. Hun hart dreef de groote goden aan, een vioedstorm te doen ontstaan; het waren Anu, het hoofd van hun geslacht, hun raadsman de held Bel, hun dienstman Ninib,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 20 oktober 1903

Rectorale redes | 136 Pagina's

Evolutie of revelatie - pagina 125

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 20 oktober 1903

Rectorale redes | 136 Pagina's