GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Evolutie of revelatie - pagina 63

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Evolutie of revelatie - pagina 63

Rede bij de overdracht van het rectoraat aan de Vrije Universiteit

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

61 30) De voorstelling, alsof de mechanische inspiratieleer aan de Gereformeerde Kerk zou te wijten zijn en alleen in de Formula Consensus als dogma zou beleden zijn (cf. I^UDDE, I.e. p. 11), is niets dan laster. Ik ontken niet, dat de Formula Consensus Helvetica, die de inspiratie ook uitstrekt tot den masoretischen tekst de mechanische opvatting der inspiratie wel in de hand heeft gewerkt, maar zoo kras als juist de Luthersche Theologen, met name Calovius de inspiratie geleerd hebben, hebben onze Gereformeerden als Calvijn, Voetius, Witsius e.a. dit nooit gedaan. Terwijl Calovius leerde, dat er niets in de Schrift was quod non sit scriptoribus divinutus suggestum et inspiratum; nam si ulla tantum particula scripturae esset e notitia et momoria vel revelatione humana" deprompta, non omnis scriptura dici posset universaUter divinitus inspirata (HEEZOO'S Real-Encyclopaedie^, IX, p. 191); erkenden onze Gereformeerde dogmatici, dat schriftelijlte oorkonden, mondelinge overlevering enz. wel degelijk bij de liistorische boeken liulpdienst hadden verricht. Voor de Dogmatici van dezen tijd behoef ik alleen te verwijzen naar DB. A . KÜYPEB, Be hedendaagsche Schriftcritiek in haar bedenkelijke strekking voor de Gemeente des levenden Gods, p. 17 en vv.: id. Encydopaedie der Heilige Godgeleerdheid, Dl. II p. 421 en vv. en DR. H- BAVINCK, Gereformeerde Dogmatiek, Dl. I p. 339 en vv.

31) Zie voor dit proces in de Openbaring Dr. A. KÜYPEE, Encyclopaedie der H. Godgeleerdheid, Dl. III p. 147 en vv. en Dr. H. BAVINCK, I. c Dl. I, p. 268.

32) DAVID HÜME, Natural History of Religion, Londen, 1755 en Dialogues concerning natural religion, Londen, 1779, trachtte het eerst de religie psychologiscli te verklaren en leerde, dat uit het polytheïsme allengs het monotheïsme was geboren; AUGUSTE COMÏE, Cours de philosophie positive, 1830, verklaarde den aanvang der religie uit fetischisme; G. W. F. HEGEL, Vorlesungen über die Philosophie der Religion, 1832 gaf het eerst een Religionsphilosopliie in den eigenlijken zin des woords. Zie DE. HERMANN SIEBECK, Lehrbuch der Religimisphilosophie, Leipzig, 1893; P. D. CHANTEPIE DE LA SAUSSAYE, Lehrbuch der Religionsgeschichte, 3e Auflage, Leipzig, 1897; CONEAD VON OKELLI, Allgemeine Religimisgeschichte, Bonn, 1899; 0. P. TIELE, Geschiedenis van den godsdienst tot aan de heerschappij der wereldgodsdiensten, 1876, en het artikel Polytheismus van ZöcKLEE in P. R. E.^ XII, p. 107 en vv. 33) TIELE, I.e. p. 3- „De ontwikkelinghypotheze, waarvan de godsdienstgeschiedenis uitgaat, bedoelt, dat alle veranderingen on hervormingen in de godsdiensten, zij mogen naar subjectieve opvatting verbastering of vooruitgang wezen, het gevolg zijn van natuurlijken wasdom, en daardoor het beste worden verklaard".

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 20 oktober 1903

Rectorale redes | 136 Pagina's

Evolutie of revelatie - pagina 63

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 20 oktober 1903

Rectorale redes | 136 Pagina's