GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Het zedelijk karakter der Reformatie gehandhaafd tegenover Rome - pagina 134

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het zedelijk karakter der Reformatie gehandhaafd tegenover Rome - pagina 134

Rede bij de overdracht van het rectoraat aan de Vrije Universiteit

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

124 deelt, schier letterlijk overeenstemt, met hetgeen hij in dezen commentaar schrijft over de geestelijke afdwalingen van zijn tijd, maar dan objectief voorstelt. 3« de predikatiën, door Luther in dit tijdvak gehouden en die staan afgedrukt in Luthers Werke, W. A. 1, 8—142 en 4,587—717. Zondert men de predikatie van 1512 uit, waarvan de dagteekening onzeker is, dan beginnen de preeken met Kerstmis 1514 (of 1515); in den eersten bundel zijn de preeken gedateerd en kan men dus nagaan, hoe de ontwikkeling van Luther's denkbeelden heeft plaats gevonden; de preeken van 1514—1516, vindt men W. A. 1, 20—122, de tweede bundel preeken in deel 4 afgedrukt, zijn van 1514—1520, maar de jaren, waarin ze gehouden zijn, staan niet bij alle vast. Ongetwijfeld geven deze preeken, meer nog dan Luther's academische voorlezingen, een blik op zijn eigen geestelijken toestand, hoewel men natuurlijk zeer voorzichtig moet zijn met de algemeene uitlatingen, die Luther in deze preeken doet, niet steeds in verband te brengen met zijn eigen zieleleven, zelfs aT schijnt Luther door een „nos" zichzelf in te sluiten. Het is psychologisch wel juist, dat een prediker vooral die zonden bestrijden zal, wier macht hij zelf 't meest ondervonden heeft, maar daaruit af te leiden, dat alle zonden, die Luther in zijn preeken bestrijdt, dus ook zijn eigen karakterzonden waren, zou al een zeer onbillijke gevolgtrekking wezen. De aanleiding tot zulke straf- en boetepredikatiën kan evengoed gelegen hebben, in hetgeen Luther om zich heen zag, of uit de biecht van anderen vernam. Denifle, die dit uit het oog verloor, en uit deze preeken allerlei zonden van Luther afleidde, heeft daardoor Luther's zedelijk karakter dikwijls onrecht aangedaan. Het „nos", dat in zulke predikatiën voorkomt, is niets anders dan een algemeene uitdrukking, waarmede de prediker toont, dat hij zich niet boven zijn hoorders wil verheffen, maar zich als medeschuldige onder hen plaatst, omdat het „homo sum et nihil humani a me alienum esse puto" ook van hem geldt. ***) Het vraagstuk van „Luthers Werdung" heeft in den laatsten tijd bijzonder de aandacht getrokken, wat ten deele te danken is aan de publicatie van de oudste geschriften van Luther, waardoor de ontwikkeling van Luther voor 't eerst nauwkeurig kon worden nagegaan, maar niet minder aan het afschrikwekkende beeld, dat Denifle van Luther's ontwikkeling geteekend heeft en dat tot verweer van Protestantsche zijde noopte. Ook al kan ik in bijzonderheden op de ver-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 oktober 1910

Rectorale redes | 192 Pagina's

Het zedelijk karakter der Reformatie gehandhaafd tegenover Rome - pagina 134

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 oktober 1910

Rectorale redes | 192 Pagina's