GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Het zedelijk karakter der Reformatie gehandhaafd tegenover Rome - pagina 178

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het zedelijk karakter der Reformatie gehandhaafd tegenover Rome - pagina 178

Rede bij de overdracht van het rectoraat aan de Vrije Universiteit

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

168 goede weriten moet wezen, „ut glorificetur Deus", maar actit daarnaast tocii het tioofdmotief „si (iiomines) in (operibus) suam socordiam excitando et sese ad currendum in stadio coiiortando, mercedem quoque intuentur aeternam" (Sess. VI, cap. 11, DENZINQER, ed. dec. p. 273). Op het laatste valt in de praittijk zeker 't sterkst de nadruk, waar het „Catholicorum omnium communis sententia" is: „opera bona iustorum vere ac proprie esse merita et merita, non cuiuscunque praemii, sed ipsius vitae aeternae" (BELLARMINUS, de iustific. V, 1,6.) 1") Luther zegt: „Opera autem fidei dicit (Apostolus), que ex spiritu libertatis amore solo Dei fiunt" (FICKER I, 2, p. 85). '^2) L. PASTOR, Geschichte der Papste, seif dem Ausgang des Mittelalters, Freiburg i. Breisgau, 1886, III, 474 en v.v. Bij Alexander VI merkt Pastor op: „Das Leben dieses Genuszmensches von unbezahmter Sinnlichkeit widersprach in allem den Forderungen dessen, den er auf Erden vertreten sollte," maar, laat hij er op volgen: „die Reinheit der kirchlichen Lehre blieb unversehrt" (p. 475). Hij voegt er aan toe: „Wie eine schlechte Fassung den Werth eines Edelsteines nicht vermindert, so vermag auch die Sündhaftigkeit eines Priesters weder seinem Opfer noch der von ihm vorgetragenen Lehre wesentlichen Eintrag zu thun. Das Gold bleibt Gold, ob aus reiner oder unreiner Hand gespendet." '"3) G. GROEN VAN PRINSTERER, Brieven van Mr. Is. da Costa, Amsterdam, 1873, I. p. 49. 12*) Deze brief, dien men o.a. afgedrukt vindt in de nieuwe uitgave van Zwingli's werken, HULDREICH ZWINQLIS Samüiche Werke, Corp. Ref. Leipzig 1909. Bd. VII, p. 110 en v.v. is door Zwingli geschreven 5 Dec. 1518 aan een met hem bevrienden geestelijke te Zurich, Heinrich Utinger, toen er sprake van was Zwingli als pastoor te Zurich te benoemen. Zwingli had van ter zijde, door zijn vriend Mykonius, vernomen, dat men te Zurich bezwaar had gemaakt tegen zijn benoeming op grond van zijn onzedelijk leven; men vertelde zelfs, dat hij de dochter van een Amman had verleid (zie dezen brief t. a. p. p. 107 en v.v.). Zwingli nu schrijft, en dit strekt hem zeker tot eere, met groote openhartigheid en eerlijkheid over hetgeen in deze geruchten waar was. Vroeger te Glarus had hij als

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 oktober 1910

Rectorale redes | 192 Pagina's

Het zedelijk karakter der Reformatie gehandhaafd tegenover Rome - pagina 178

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 oktober 1910

Rectorale redes | 192 Pagina's