Het zedelijk karakter der Reformatie gehandhaafd tegenover Rome - pagina 66
Rede bij de overdracht van het rectoraat aan de Vrije Universiteit
56 **) G. GROEN VAN PRINSTERER, Archives ou Correspondance inédite de la maison d'Orange-Nassau, Ie Serie, t. VI, Leiden, 1839, p. XLIX, XLX. ") Oeuvres de Bossuet, Paris, MDCCCLX, t. IV, p. 1. 1") H. DENIFLE, Luther und Lutherthum in der ersten Entwickelung quellenmaszig dargestellt, Mainz, 1904, Bd. I, p. XVII. ") E. RENAULD, La conquête protestante, 1900, p. 13. Il< ontleen dit citaat aan E. ÜOUMERQUE, Une poignée de faux. La mort de Calvin et les Jésuites, p. 49. 12) E. DOUMERGUE, Une poignée de faux, p. 77. 1^) Cf. H. BOEHMER, Luther im Lichte der neueren Forschung, Leipzig, 1906, die p. 11 en v.v. een Icort overziclit van deze lasterlijke voorstellingen geeft. 1*) Cf. E. DOUMERGUE, Une poignée de faux en zijn meesterwerk Jean Calvin, Les hommes et les choses de son temps, Lausanne, 1899, t. I, p. 424 en v.v. en t. Ill, p. 516, 517. 15) Ook tegen Beza werden reeds tijdens diens leven de schandelijkste lasteringen uitgestrooid, voornamelijk op grond van de door hem in zijn jeugd vervaardigde gedichten. Juvenilia; men leidde uit deze gedichten af, dat Beza zich aan allerlei ontucht, zelfs aan het crimen nefandum zou hebben schuldig gemaakt, en dit openlijk zou verheerlijkt hebben. Beza zelf heeft in de voorrede voor de tweede uitgave dezer gedichten (1569) zich tegen deze lasteringen op de meest afdoende wijze verdedigd, maar toch schreef MAIMBOURG, Histoire du Calvinisme, Paris, 1682, p. 217, 218, van Beza: „pour les moeurs on peut dire hardiment et sans scrupule que c' estoit un des plus méchans hommes de son temps, libertin, impie, profanateur, cruel, sanguinaire, impudent, dissolu et plongé dans les plus honteuses debauches, comme il ne paraist que trop dans ses poésies toutes remplies d' ordures et de saletez, qu'il ape'le les divertissemens desajeunesse et sur tout dans cette horrible Epigramme, ou en faisant Ie portrait de sa maistresse quil nomme Candida et d'un jeune gargon, qu'il aimoit, il a 1' effronterie de se vanter, et ensuite de s' accuser luy
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 oktober 1910
Rectorale redes | 192 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 oktober 1910
Rectorale redes | 192 Pagina's