GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Evangelisatie en Woningnood.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Evangelisatie en Woningnood.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Op de vraag naar de juiste inrichting van ©ene stadsevangelisatie is nog geen afdoend antwoord gegeven. De geweldige moieilijkheid is, dat hier het iriaatschappelijk vraagstuk en het probleem der evangelisatie elkander kruisen. Om m'aar één greep te doen: De Höere Jezus heeft den ménsch heengewezen naar de binnenkamer, waar men alleen is met den Vader, die in het verborgen ziet. Maar hoevelen hokken in éénkamerwoningen samen met tien en meer huisgenooten, ja in zolderhoeken en kelderkrotten. Zelfs de geloovige verarmt in zijn zieleleven, als hij een tijd achtereen de gelegenheid mist ohi, zich voor Gods aangezicht af te zonderen; Hoe zal het dan zijn bij' degenen, die min of hieer van de waarheid zijn vervreemd? De woningnood doet ook het peil der zedelijkheid huiveringwekkend dalen. Reeds het loeren op en het sjacheren om eene woning roept onteerende eigenschappen in den mensdi te voorschijn. Kortelings luisterde ik ©en gesprek af in een tramwagen, dat een droef beeld gaf van de levensverruwing, onder invloed dezer omstandigheden ontstaan. Eene jonge vrouw biechtte in een gesprek met een medereiziger op: „Ja, ik wou dat je „de mort stak" (volksterm voor overlijden), dan kon ik op je woning."

Buiten deze vergroving der manieren, dreigt echter bovendien bet toenemen der onzedelijkheid. Er kan met bijna wiskunstige zekerheid worden voorspeld, dat er van gezonde zedelijke begrippien bij het geslacht, dat onder den jamnïer van de woningsehaars.dhte oplgroeit, minder dan niets overblijft.

Men heeft helaas christenen, die voor deze schreiende toestanden geen traan over hebben en zOo ongereformeerd zijn bij al hunne recihtzinnigheid, dat zij niet verstaan, dat het koninkrijk Gods niet zoo plof uit den hemel stort, maar dat het naar Goddelijke orde verband en aansluiting heeft met het natuurlijk leven. Lieve Broeder, als gij' weer eens leest of pïeekt of spreekt over Daniël in den Leeuwenkuil, denk dan ook eens aan uw armen broeder uit de hnurkazjerne, die ook en dat dag©'lijfcs omringd is van „wüd gedlert, dat niets in 'twöên ontziet". „De kerken staan ópen", het is waar, maar als zioovelen ze voorbijstroiomen, vraag dan ook eens naar het Waarom ? Uit bioscoop', café 'en cabaret gaat een eigenaiardige warmtestrooim uit, lokkend den door hét leven misdeelde. Men zou dié niet-wéer-te-geven zuig|kracht, die langs den voorbijganger strijkt als de heete adem van eene wulpsche vrouw, „het gebed van den duivel" kunnen noemen. Maar als de kerkdeur opengaat, slaat ons dan niet soms zöo-iets als een vrieslucht tegen? Als daar „hét groote gebed" wordt opgezonden, wordt dan naast de bede voor „onze geliefde Vorstin", ook wel eens mtet vochtig, oog en bewogen stem gesmeekt voor de arme sloof, die uit hare woning dreigt te worden gezet? Krijgt de hoorder 'naast al de waarschuwingen te pas en te lO'npas tegen de revolutie en het socialisme, toch den overwegenden indruk: „hier is men met o'ntferming bewiOgen? " O, wat heeft dat niet verstaan van het volksleven, dat doof zijn voor riechtvaardige grieven, dat blind zijn voor de wanstaltigheden in de sarnénleving, dat vooringenomen ^ijn tegen reformatorische pogingen, , de: zaa; k der evangelisatie bitter geschaad.

Het is in de eerste plaats noodig, dat wij-het Onze Vader weer leeren bidden. Het , jOnze Vader" is de grootste socialist, want de woordjes , , ik" en „mijn" komen er niet in voor. Het leert niet bidden - om eigen zaligheid, maar om de komst van 'het Godsrijk. Het smeekt niet om verzoening van eigen zonde, maar sluit .aller schuld in di© bede in. Als het vraagt: „Leid öns ni-et in verzo'éking", dan bidt het ook voor den jongen uit de zonden straat en het meisj'e uit de éénkamerwoning. En in de bede om het dagelijk'sch brood vraagt het niet slechts om een dak boven eigen hoofd, m]aar worstelt het in den gebede mét God voor allen, die geen _ woning hebhen. Heere, léér ons bidden.

Bid en Werk. Wat kan de evangelisatie doen tegen den woningnood? Voor eenigen tijd hoorde ik over dit onderwerp een moedige preek. De prediker wilde desnoods de kerken voor de dakloozen inruimen. Hij zeide letterlijk': „Een kerk is geen Godshuis, omdat' het er met gouden letters op staat, maar omdat de menschén er tempelen van Christus zijn, anders kon evenals van Jeruzalem's tempel Wel 'eens geen steen op den anderen gelaten worden."

Inderdaad, als wij niet zoo. „Roomsah" op onze kerkgebouwen 'geworden waren, zouden zij ten min-, ste als een toevlucht bij dag kunnen dienst doen, waar de mensohen uit de huizen als „sinaasappelkisten" een geriefelijk tehuis vonden, een .christelijk tehuis. Als ik' een protestants oh kerkgebouw pp een weekdag voorbijga, komt m'ij'. dikwijls de vraag voor: „Waarom staat gij' hier den ganschen dag ledig? "

In Amsterdam bestaat een comité van ohristenen' uit verscihillende k'erk^énootscha.ppen, dat zhlk een tehuis midden in de bekende Jordaanbuurt wil gaan inrichten. Een streven, dat toejuiching, steun en navolging verdiemt. AlzOio doen wij slechts een klein deel van wat wij schiildig zijh te doen. De Heer© Jezus ziou in onze dagen gezegd hebben: „Wie twee kamers h!©eft, deelt er één mede aan dengene, die geen heeft." Wat wij' noodig hebben is — schrijft de Roomsch-Katholieké reformator Dr Joh. Ude uit Graiz — is een bo'nd van „sociaalaristocraten", , d.w.z. menschén, die so'oiaal ha-ndelen, edellieden van de daad. Wie zijn daartoe meer geroepen dan de christenen?

Een merkwaardig standpunt ten opzichte van den woningnood wordt ingenomen door de Baptistische gemeente in Weenen. Men heeft daar evenals in Duitschland ter bestrijding ..van den woningnoo'd zoogenaamde Siedlungs of nederzettingen. Een groep menschén k'rij'gen 'op zeer billijke voorwaarden een 'groot stuk grond in de omgeving der stad. Daar gaan'zij nu zelf hunne huizen biO'uwen. Ieder lid moet zelf 2000 uur daaraan werken. Die meeste'n werken dan ook' 16 uur pér dag:8 uur in loondienst en S uur in de nederzetting. Zij doen

het echter graag, Avant zöo verkrijgen zij, , aanvaak'ehjk ia huur en geteidelij'k in eigendoiin, ©ene ruime wotóng tmet 450 vk. M. tuin-en 550 vk. M. bouwgrond. Elke kolonie vormt een afgesloten geheel, zioiodat het Igievaar vermeden is dat door latere aanboiuw lOf do'or industrie het oorsp'ronkelijfc karakter verloren gaat. Persoonlijk bezocht ik de kolonies „Eden" en „WoUetsberg" in het 'Wienerwald en stond verbaasd oiver de arbeidsprestaties der kolonisten.

Maar Wat heeft de Baptisténgemeente daair nu mede te hiaken? Wel, de nederzetting , , Eden" bestaat bijv. uit Tolstoïanen, NatuurbeiUgen, Theosophen, Siocialisten enz. Nu hebben de Baptisten geredeneerd: „Wij m'ogen deze strooming niet aan oins laten voorbijgaan, maar moeten er in, midden er in. Zij moieten zien, dat wij' mienschen zijn, die als christenen zoeken te leven. God leg; t het ons voor de voeten." Daarom hebben zij' — dooir hulp uit Zweden en Amerika hiertoe in staat gesteld — aam de kolonie het bedrijfskapitaal voorgeschoten. Hiervoor hebben zij aandeel in de leiding verkregen, recht oip een aantai .woningiein voor hunne gemeeinteleden. en het recht in het hart der kolonie een Baptistisch 'kerkgebouw te doen verrijzen.

Wat die groep van eenige honderden Baptisten , in Weenen doet, is een besohamtend voorbeeld voor onze stadskerken. Nieuwe buurten verrijzen er uit den grond. Wat een kleine moeite en betrekkelijke geringe kosten zou het geweest zijn om zicih bijV. met eene vereeniging als Patrim, onium's Woningbouw 'tijdig te verstaan, - om in elk' complex een lOiCaal voor kerkelijk gebruik pn voor evangeliisatiedoeleinden te stichten. Nu. verrijzen er wel winkels, maar geen enkele loicialiteit voior vergaderingen. Wordt. men nooit wakker ?

De groote steden dreigen steeds meer te worden de etterbuilen aan het lichaam des volks. De kerk heeft daaroan eene dure roeping. Als zij haar tempo niet kan versnellen is het reeds te laat. Langz'aam gaat zéker verkeerd.

Maar 'zij kan het. Haar Koning is met haar alle de dagen, als zij nu ook maar met haar Koning is „O, ongeloovig geslacht, hoe lang zal Ifc nog bij ulieden zijn, hoe lang zal Ik u nog ver­ dragen? " •

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 oktober 1921

De Reformatie | 8 Pagina's

Evangelisatie en Woningnood.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 oktober 1921

De Reformatie | 8 Pagina's