GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

„Lezen en Voordragen”.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„Lezen en Voordragen”.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Sinds eenigeu tijd al ligt ter bespreking gereed do eerste aflevering van een nieuw tijdschrift „Lezen en Voordragen", maanduitgave ten dienste van het lezen en voordragen op christelijke scholen, vereenigingen en clubs, onder leiding van Ar ie Éost, met teekeningen van B. J. van Milgen'i).

We hadden gedacht, waar we voorshands geen plaats hadden in deze rubriek, ook de volgende nummers te kunnen zien, om dan te beter ons een indruk te vormen, maar we ontvingen alleen de inleidende aflevering (van 1 Dec. 1925) en moeten dus naar deze ons oordeel bepalen.

Een introductie van den heer Pjost en een werkprogram van den uitgever vertellen, wat dit nieuwe tijdschrift wil. In de eerste plaats: leiding geven bij het lezen en voordragen. „Ik ontken", , zegt de heer Post, „dat iemand zonder de geringste gave voordragen zou kunnen leeren, maar evenzeer erken ik, dat de mogelijkheid bestaat door leiding iemands gave tot ontwikkeling en ontplooiing te brengen; nu is alleen maar de vraag: hóe? " Ter beantwoording van die vraag overweegt de Redacteur verschillende mogelijkheden, om dan tot deze werkwijze te komen: „ik neem een gedicht, een prozastuk en schrijf daar aanteekeningen, accenten, aanwijzingen bij. Zóó leg ik het voor mijn lezers neer. Die vinden dus letterlijk genomen, in dit maandblad de stukken ongeveer zooals ik ze zelf voordragen zou". Zij worden daarbij uitgenoodigd eigen rneening en opvatting te toetsen aan die van den heer Post; de meeningsverschillen, die dan „ongetwijfeld" zullen ontstaan, kminen eventueel worden 'opgelost door de rubriekj

„V r a g e n b u s", terwijl in de derde plaats voor hen, die „graag eens iets zouden hoeren over de theorie, om zoodoende niet alleen practisch, doch ook theoretisch ingelicht te worden", „nu en dan heel eenvoudige artikeltjes over lezen en voordragen" zullen worden gegeven.

Aan deze mededeelingen voegt de uitgever nog de zijne toe; elke maand zal het. tijdschrift brengen : een portret van een onzer christelijke auteurs, een beknopte levensgeschiedenis bij dat portret, een gedeelte uit de Heilige Schrift en eenige andere prozafragmenten en gedichten met aanwijzingen voor het lezen en. voordragen.

De hoofdzaak van het tijdschrift is dus 'de leiding, die het belooft aan hen, die zich in de kunst van lezen en voordragen willen ontwikkelen. In deze eerste aflevering krijgen we eenige proeven van de wijze, waarop de heer Rost die leiding geven zal: enkele proza-stukken en een gedicht worden in den tekst van aanwijzingen voorzien, die Tnet een kleinere letter op' den raad in wooïden worden omschreven, aanwijzingen over tempo, stemhoogte, stembuiging met betrekking tot het zinsverband, accent e.d. Wie zich de moeite geven '^il, al deze uitvoerige indicaties te venverken (ea voor dezulken schrijft de heer Post) kan inderdaad een heel eind komen; hij leert althans letten op allerlei belangrijke „kleinigheden", die hij' nimmer had opgemerkt en dus ook nooit bij z'n lezen had toegepast, hij leert ook zien, dat de kunst van lezen van groote beteekenis is om te verstaan wat men leest, omdat alleen de juiste intonatie het juiste relief aanbrengt. Dat alles is ongetwijfeld van waarde en voldoende argument, om een voodichting, die tot dit resultaat brengen kan, met vreugde te aanvaarden, dat is dus, om een tijdschrift, als hier wordt opgezet, met sympathie te ontvangen. Indien de keuze van stukken goed is, ook (en dat vooral) methodisch geschiedt, zoo, dat de lezer gelegenheid krijgt verworven kennis toe te passen en practisch om te zetten, kan zulk een tijdschrift vormend en voor vélen nuttig fijft. Al was het slechts, dat het de menschen leert rustig te lezen en zich rekenschap; te geven van wat wordt bedoeld en dus in woorden geformuleerd staat, dan is al een zeer beteekenend effect bereikt.

Maar — bij deze leiding ontbreekt toch één ding, dat bij leiding onontbeerlijk is: de controle, de eventueele verbetering, als een gegeven aanwijzing foutief wordt opgevolgd, verkeerd begrepen of zelfs niet precies juist nageleefd wordt. Het is vooral bij lezen en voordragen een typeerend verschijnsel, dat meii telkens in een zelfde fout terugvallen wil en eerst na herhaalde verbetering, die gehoord wordt, over zulk een moeilijk punt heenkomen kan. 't Is immers de levende stem, die hier invloed heeft, omdat de toon de muziek maakt en de beste aanwijzing in omschrijvende woorden niet de kracht heeft vian het-één-keer-voordoen. De beteekenis die een pogen als van den heer Post hebben kan, is daarom o.i. voor een goed deel afhankelijk van de mogelijkheid! van controle. Is in een vereeniging of een club iemand die behoorlijk voordragen kan en dus kan voordoen, wat precies wordt bedoeld met termen als: „ge^ dragen lezen", de stem „zwevend" houden, „breed inzetten", iemand, die kan beoordeelen of "> pien inderdaad „bittere teleurstelling uit den toon (doet) spreken", beweging nabootst door het tempo, „belangstellend" leest enz., dan kan inderdiaad het resultaat worden bereikt, dat met dit streven wordt bedoeld. Is zoo iemand er niet, en is db lezer geheel opzichzelf aangewezen, dan zal, dunkt ons, de vrucht niet geëvenredigd zijn aan dfen arbeid, die voor het verwerken van de gegevens noodig was.

Intusschen, we zijn stellig een eind verder met een tijdschrift als dit. Zoo het ingang vindt en met dezelfde zorg bewerkt blijft als dit eerste nummer, kan het juist in vtereenigingen en clubs een welkome hulp zijn voor hen, die zich willen oefenen in 't voordragen, kan het ook op scholen, onder He leiding van den onderwijzer, zeer goed'e diensten doen. De uitgever zegt toe, dat „wat de prozastukken betreft, fragmenten zullen behandeld worden uit die boeken, welke ook in hun geheel voor onze jeugd kunnen aanbevolen worden". Dan strekt de beteekenis nog verder en geeft het tijdschrift leiding bij het lezen zelf, maar ook bij' de keuze van wat men lezen zal.

In deze eerste aflevering zijn „bewerkt" een gedeelte van Lucas 2 (de begroeting door de herders), een schets van G. Sdbrijver (over wien in dit nummer een kort artikel geschreven is door R J. Risseeuw), een „kerstliedje" vaai Willem de Merode, een kinderversje van Schreurs en een paar fragmenten uit de „Nederlandsche Sagen en Legenden". Deze inhoud is verscheiden genoeg en biedt dus meer dan een oefenings-mogélijkheid.

Wie in deze richting iets zoekt, make eens kennis met dit tijdschrift. Als het in z'n verdere nummers is als dit eerste, is het die kennisneming waard.


1) Uitgave: Üitgev3rszaak; „Jachin", Zwolle.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 februari 1926

De Reformatie | 8 Pagina's

„Lezen en Voordragen”.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 februari 1926

De Reformatie | 8 Pagina's