GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

HISTORISCH BESEF.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

HISTORISCH BESEF.

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

D-& mensch van de laatste honderd jaar gaf mee dan honderd blijken eigenlijk niet te weten, welke houding hij tegeno'ver de historie moest innemen.

Dit geldt ook van zijn tl^eoretische houding tegenover 'de historie.

De wijsgeeren, die zich met de historie bezig hielden, beizwaarden onz/' handboeken voor filosofie en inzonderheid de monografieën over geschiedenis-filosofie liiet een aantal begrippen van historie, dat niet zoo gemakkelijk te herekenen valt.

Wanneer men hen, gelijk men in sommige landen met jury-leden doet, in een zaal kon opsluiten, welke zij niet mochten verlaten vóór zij het met B'lkander eens waren geworden, zoio zou te vreezen staan, dat dit op een vonnis van „levenslang" zou uitloopen.

Tenzij dan dat zij ter wille van de lieve vrijheid hun theorieën maar inslikten en een kompromis sloten.

W-ereld noch wetenschap; zouden daardoor echter gelukkiger worden.

Onze lezers in dien doO'lhof. van filosofische begrippen over historie een tijd te laten rondloopen, zou een misplaatste aardigheid zijn.

Het is dan ook ons doel deze kwestie' van den praktischen kant te bezien.

Want niet alleen de theoretische, ook de praktische houding van den mensch uit de laatste eeuw tegenover de historie is er een van zenuwachtig spelen met de vingers of van bruusk optreden, ten einde zijn verlegenheid niet te laten merken.

VooT een halve eeuw — ik rond maar wat af — was ons land rijk aan historici. Het is genoeg de namen Jorissen, Bakhuizen van de^n Brink, Groen van Prinsterer en Fruin te noemen zonder daarmee vele anderen nog naar den weinig beduidenden achterban over te plaatsen. Hun werken werden door een ruimen kring van intellektueelen gelezen. Men diirfde zich niet in een salon te vertoonen, zonder zich door hen te hebben laten oriënteeren. De historische roman was populair. Jakob van Lennep en Mevr. Bosboom—Toussaint konden zeker zijn van een hongerig publiek. Anderen kozen hetzelfde genre, maar richtten zich naar den smaak van nog eenvoudiger kooplustigen. .Ook de kinderboeken waren voor een groot deel op die leest geschoeid.

D© historie stond toen op een voetstuk, zou men oordeelen. En toch zwelgde in dienzelfden tijd het vandalisme triumfen. Historische monumenten werden bij menigte gesloopt. Prachtexemp'laren van klassieke arcliitektuur werden vervangen door woonpakhuizen met monotone gevels, waarin de regelmatig door glazenwasschers opgepoetste vierkante venstervlakken veelal een te veel aan daglicht doorlieten. Massale en toch pittige stadspoorten moesten haar plaats afstaan aan karakterlooze huurkazemes. De liberalistische bouwkunst, parallelverschijning van het religieus modernisme, zuchtte onder haar geboortevloek. Ons stedenschoon heeft toen een khauw gekregen, dien het nooit weer te boven komt. Ontzaglijke historische waarden zijn toen verloren gegaan. En heden?

Men kan het negatief van vóór vijftig jaren nu bijna als een positief gebruiken.

Wij hebben nog uitnemende histoiriekenners 'en historieschrijvers. Maar....'zij zijn speciahteiten g& worden. Zij worden beschouwd als mannen van vakwetenschap. Van hen wordt slechts notitie genomen, wanneer men ambitie heeft voor dat studieveld. Zij hebben he|.: p0.gi|; , ^d-^& inenigte niet meer.

Be historische roman! Maar dia behoorde toch bij de bakkebaarden en bij den hoepelrok ? Een aftreksel ervan kan misschien nog dienen als premie bij pen scheurkalender. Of een karikatuur ervan is mogelijk te gebruiken als een vermakelijk decor, waartegen „Opstandigen" te beter uitkomen. Een heuschen historischen roman - uitzonderingen natuurlijk niet meegerekend - kan zelfs het gocheme boekenjqodje, dat voor elk bundeltje smoezelige bladen nog een kooplustige. weet uit te pikken, haast niet meer kwijt. De psychologisch ei, de zeden chargeerende, de pathologische, de detektive-roman wordt doof den tijdgeest gerekommandeerd.

"Men make de leerboeken voor geschiedenis nog zoo smeuïg, men versiere ze met platen, men vuile ze met 'an-akdoten, het meerendeel der jeugd aanvaardt ze als een noodzakelijk kwaad om de hitte van een examen te kunnen verdrage^n en de oudere, die er nog een oog inslaat, is hij eigenlijk wel normaal? Als men nog eens een historische bevlieging krijgt, grijpt mén naar een korte „wereldhistorie" als die van He^ndrik van Loion "of van Wells, welke door de tienduizend of tienmiljoen jaren, waarop, zij den duur der geschiedenis schatten, heenspringen als een voetballer over het sportterrein.

Heeft alzoo onze tijd met de geschiedenis afgerekend ?

Wacht even!

' Warmeer slaagden historische tentoonstellingen als tegenwoo-rdig ? Wanneer werden zulke ene'tgieke pogingen gewaagd tot behoud van oude huizen als nu door de vereeniging „Hendrik de Keijzer"? Wanneer werden zulke sommen besteed om verlaten molens, mijmerend aan stille vlieten, van den ondergang te redden als thans gebeurt, onder de auspiciën van Henri Polak? Wanneer behoorde het gelijk heden tot „Ie bon ton", om er een antieke kamer op na te houden met oud-Hollandsche meubelen, waaronder het onmisbare spinnewiel, zware zwarte kisten met koperen betslag, rietmatten vloerbedekking, het meest in den smaa.k vallen? Wanneer werden in zoo grooten getale en met zulk een luister van diners pn speeches, artikelen in de bladen en foto's in de illustraties, zooveel-honderd-jarige geboorte-en sterfdagen gevierd? -

'Geen eerbied voor de historie?

Maar wanneer aan het oude streng© akademiegebouw in de Oud-Manhuispoort te Amsterdam ©en hypermodern bouwsel wordt vastgelijmd, wordt bij de. officiëele opening plechtig verzekerd, dat hier de oude en de nieuwe tijd elkander ontmoeten. En niemand lacht. 'Geen ' spotvogel vervangt het „ontmoeten" door „met elkander in botsing komen". Men verheugt zich, dat door zoo'n mooi zinnetje de eer der historie is opgehouden.

Zelfs in Amerika, waar het Yankee-typ© bij monde van den auto-koning Ford verklaart: „history is a bunk" (geschiedenis is ©en slaapbankj beschermt men voorwerpen uit de kort© historie van dat land als waren het relekwieën, richt men op historische plaatsen standbeelden opi en heeft iedere stad van eeüig© beteek'enis haar „memorials".

Waarin dan de veranderde houding tegenover de historie bestaat?

Voor een halve eeuw was het de zin der historie, welk© boeide, , thans is het de historische vorm.

Z i n of V o r m.

Niet alleen in de laatste eeuw, maar van d© vroegste o> udheid af meende het historisch interesse van den mensch meermalen tusschen die beide een keuze t© moeten doen.

De Renaissance koos voor den vorm, het humanism© voor den ziii.

Onder-de vele punten, waaxin Lutheranisme en Calvinisme van elkander onderscheiden zijn, .be-" hoert ook dit, dat het eerst© zich meer aangetrokken voelde ioit den vorm, het laatst© tot den zin. En wie , ^al het betwisten, dat het zoeken naar den zin' ver uitgaat boven het b©war©n van den vorm? 1 , 1

Dan — het probleem is zóó gekompliceerd, dat men van zin en vorm geen dilemma, geen óf-óf, mag maken. Zin en vorm behooren zoozoer bij elkaar, dat het vaststellen van den zin ook moet doorwerken tot het" bepalen van den vorm.

Alleen. ... bij den zin moet men beginnen. En dat' doet onze tijd niet.

Als hij nóg strijdt voor de historie is het om den vorm. En een ernstige strijd kan dit niet genoemd. Want het wil den vorm niet als reëel© waarde voor het dagelijksch leven, maar als kuriositeit.

De historische jin is met de belangstelling in den zin der historie zoo goed als verdwenen.

Men zegt het niet zoo rauw als Ford, maar men 'is toch , van deze'lfde opinie: history is a bunk.

De gevolgen van die houding tegenover de historie zijn allerwege merkbaar.

Ook in de • religiouse stroomingen, ook in de theologie.

Kierkegaard en Dostojewski, di© vijandig stonden tegenover de traditie, komen opnieuw in d© mode.

Herrmann, die het historische zoekt in wat heden , .beleefd" wordt, Harnack, die zijn minitieus historisch onderzoek aanwendt om het positieve historisch christendom te ondergraven, Barth en de zijnen, die te veel uit den beker de^r beschouwingen van Kierkegaard en Dostojewski gedronken hebben, dan dat zij de historie recht zouden kunnen waardeeren en nog zooveel anderen werken mee aau de verzwakking van het histo.risch besef.

Nu wonen wij, Gereformeerden, niet op' ©en eiland. W^ij staan in nauw kon takt met andere richtingen. Wij oefenen invloed op onze omg©ving en ondergaan invloed van die omgeving.

Dat heeft zijn voor-, , het heeft ook zijn nadeelen.

Eén van die nadeelen is, dat ook bij ons tamelijk snc'l verzwakking van historisch besef is ingetreden.

Het vorige-geslacht was in d© historie doorkheed.

Kuyper maakte het eerst als historicus naam.

Hij was door Scholten historisch gebakerd. De oude theologie werd een bestanddeel van zijn blood. Hij toonde haar bruikbaarheid voor zijn tijd aan en maakte haar tevens naar de v©randerd'e omstandigheden bruikbaar. Zelfs de historische vO'rm, soms tot archaïsme geworden, was bij hem geliefd, maar hij wist er zich van te bedienen met een genialiteit, waarover vriend én vijand verstomd stond. Aan zijn moderniteit twijfelde niemand. Hij' stond op den kansel, achter den katheder, achter de groene tafel als de man van vandaag, maar tevens als de levende trait-d'union tusschen verleden en toekomst. Een machtige lijn van eeuwen liep 'door zijn persoonlijkheid heen.

En Bavinck! Wanneer men het historisch apparaat uit zijn geschriften licht, blijft er heel weinig van over. Zijn gedachten zijn in zijn Dogmatiek^ met die der oud© Gereformeerde theologen vergroeid. Wie dat niet weet, zoekt vaak vruchteloos naar zijn eigen opinie en meent, dat hij alleen dogma-geschiedenis geeft. Doch ook' hij kopieerde de historie niet. Hij klom er geleidelijk boven uit. Geen repristinatie! was evenzeer van hem als van Kuyper het wachtwoord. Maar hij zorgde wel, dat hij den historischen grondslag van het Calvinisme onder zich voelen bleef.

Wat Rutgers betreft, hij was d© wandelende Geretformeerde historie, maar beschikt© tevens over een bewonderenswaardig aanpassingsvermogen. Voor schier elke konstellati© in h©t heden wist hij ©en analoog geval uit het verleden bij te brengen en daaruit de principiëele konsekwentie te trekken. Wat heeft hij in zijn lang© leven al niet een argumenten van één dag met zijn histo^rischen ad©m weggeblazen.

Hun geloof was een „historisch" geloof — 'in anderen ^an den gangbaren zin! — het geloof der vaderen was in hen en was in hen levend.

Dat maakte hen zoo massief. Ons volk zag hen als door een wolk van getuigen omgeven.

Echl.er, reeds bij hun leven k'wam er eenige kentering. ,

De liefde voor de historie veranderde bij menigeen in welwillende onverschilligheid.

Thans' reeds moet hier .en daar gek'onstaleerd! een volstrekt gemis aan historisch besef.

En toch, zonder historisch besef kan het Calvinisme niet gedijen.

Zonder historisch besef wordt het Christendom in fragmenten gebroken. Het vormt geen eenheid meer. '

Zonder historisch besef is Chriij^us voor ons niet meer de Koning der eeuwen.

Men moge dan Christus in onzan tijd willen huldigen .als de Koning boven de eeuwen.

Doch die hulde wijst Hij af.

Dat is geen hulde, maar laster.

Dat is ontfeiting van Zijn vleeschwording.

Dat is spotten met het wonder van Bethlehem.

Hij is in den tijd, in de eeuwen ingegaan, opdat

Hij zou worden de Koning dor eeuwen.

Wie toelaat, dat het historisch besef verzwakt, ontadclt zichzelf. Hij vergeet, dat God de eeuwen in zijn hart heeft gelegd.

De oorzjdven aan te geven, hoe er zulk een keer kwam ook onder ons, is in één artikel niet doenlijk.

Behalve de reeds genoemde . invloeden mogen slechts worden aangestipt 'de gejaagdheid van ons leven en do gemakzucht van den modernen mensch.

Het is veel gemakkelijker door heel de traditie een streep te halen en met een schoone lei te beginnen, clan die traditie van eeuwen in zich op te nemen, te verwerken en er zelfstandig bij te blijven.

Men slaagt er spoediger in zich een air van frischheid te geven als men zich om geen historie! bekommert, dan om te midden van historische boeken zijn frischheid te bewaren.

En het gemak dient'niet den mensch van vandaag, doch boheerscht hem veelszins.

Laat het echter onder ons alzoo niet zijn.

Opgericht de trage handen en de slappe knieën! God spreekt door de historie, , ook door de historie van het Calvinisme.

Zouden wij weigeren te luisteren?

'God heeft onze voeten op een grond van eeuwen gezet.

Zouden vi'ij, gewapend met de parachute der revolutie, welke nihileering der historie bedoelt, ervan afspringen?

Het zou een doodensprong zijn.

Heden ten dage zijn wij gewikkeld in hot konflikt tusschen persoonlijkheid en gemeenschap.

Onze houding in dat konflikt is bepaald.

Met volle eerbiediging van het recht der persoonlijkheid hebben wij aan te sturen op volle ontplooiing van het sociaal gevoel.

Doch van zulk een volle ontplooiing van het sociaal gevoel kan geen sprake zijn, , wanneer wij ons beperken tot hen, die thans leven.

, , We bennen met z'n achten!"

De gemeenschap strekt zi; : h niet alleen ter zijde van ons uit, maar ook naar achteren en naar voren.

Onze vaderen, die. in het geloo'f zijn gestorven, spreken tot ons door hun daden, hun geschriften.

Daardoor zijn zij geen doode', maar levende strijdkrachten.

Schande over ons, wan^ieer wij van hun hulp niet zijn gediend!

Het toekomstig geslacht zal met ons precies eender handelen.

'Gods werk is een werk van eeuwen.

Gij hebt rekening te houden met wat vóór u is gebouwd. .

Gij moet daarop voortbouwen.

Anders hebt gij geen deel aan dat groofe werk. Anders zijt gij niet heilig solidair.

Wie voor de toekomst wil arbeiden behoeft den steun der historie.

't Historisch besef moet weer een van onÉe grondbeseffen worden. Het is hoog tijd om geestelijk te • spellen den 78sten psalm.

HEPP.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 december 1926

De Reformatie | 8 Pagina's

HISTORISCH BESEF.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 december 1926

De Reformatie | 8 Pagina's