GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Het „krijgen" van teksten.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het „krijgen" van teksten.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

III (Slot).

Zooals br. K. en al onzen lezers duidelijk zal zijn, bedoelde al wat ik dusver schreef over het „krijgen." van teksten, niet het verschijnsel-zèU dat men gewoon is met dien naam aan te duiden, op eenigerlei wijze in verdenking te brengen of te kleineeren, maar alleen te waarschuwen voor het gebruik van dien naam, wijl hij zoo Uoht aanleiding geeft tot misverstand, en eer men er erg in heeft, de deur openzet voor zeer bedenkelijke dwalingen.

Wat ik nu zeggen ga geldt de ervaring zélve, dat de Vader in de hemelen zijn kind, als het onder de benauwing van hooggaande aanvechting, onder den druk van bitter leed of van bange zorg, of ook in 'de verwarring van radeloosheid bij de noodzaak van een ernstige beslissing, komt sterken, troosten of leiden, door het met bizondere kracht en klaarheid te binnen te brengen en geloovig te doen aangrijpen een of ander woord uit de Schrift, waarin het het antwoord vindt op zijn vragen. Ook aan het feit, dat dergelijke uitredding behoort tot 'de ervaring van Gods volk, en dan van die der niet minstbegenadigden onder hen, zijn voor ons gevaren verbonden.

Natuurlijk niet op zich zelf.

Want al wat onze God doet is goed, en zoomin in 't medicijn als in het brood, dat Hij zijn Idnderen reikt, is ooit ook maar één korrel of één enkele droppel vergif.

Het gevaar komt hier op uit óns-zelven; uit onze verdorvenheid, .die ook het beste dreigt te bederven en uit de listen van den vijand onzer ziel, die op deze verdorvenheid speculeert.

'k Denk hiet nu in de eerste plaats aan onze voorliefde voor het buitengewone, het sensationeele.

Deze voorliefde speelt ons parten op allerlei terrein.

Ze doet het ook, en niet het minst, wie het gebeuren in zijn leven niet 'ziet buiten het bestel zijns Gods.

Vindt hij in den gewonen weg, door dagelijkschen arbeid, zijn brood — hij zal er zijn God voor danken; maar hij zal het hartelijker doen, als hij door werkloosheid in ongelegenheid geraakte, en dan op ongedachte en verrassende wijze uit den nood geholpen werd.

Wordt hij ziek, en vindt htj in 'den gewonen weg der middelen, baat bij 't medicijn dat de dokter hem voorschreef — hiJ zal zich rijk voelen in zijn herstel; maar was er geen geneesheer tot zijn beschikking, of verklaarde de on-tboden dokter, dat het een hopeloos geval met hem was, en werd hiJ dan, toch tegen alle verwachting in en zonder het gebruik van eenig medicijn, beter — zijn genezing zal hem te rijker maken, en hij zal er meer van spreken.

In dit alles is niets vreemds en, mits hij in het gewone het genadig bestel des Heeren niets 'minder eert dan in net buitengewone, ook niets zondigs.

Doch nu komt het gevaar.

Het gevaar, dat hij het gewone gering zal gaan schatten, en uitgaan zal op het ongewone, dat hij het middellijke minder-waardig zal achten en jacht zal gaan maken op wat buitengewoon, wat onmiddellijk is of, omdat de keten van oorzaak en gevolg voor hem in het duister ligt, althans s c h ü n t te zijn.

Daarbij kunnen dan allerlei motieven werken.

Het kan de begrijpelijke en in zich zelf niet onvrome vreugde zijn aan het zeer-kenneliJke van de bemoeienis onzes Gods met ons. .. ' "

•Er kimnen ook diep-zondige drijfveeren, als ijdelheid die zich gaarne op buitengewone e: fvaringen verheft, of gemakzucht, die. zich graag van het gebruik der middelen ontslaat, achter schuilen. '

Gaf men eenmaal aan deze neiging toe, 'dan behoeft er nog slechts een enkele stap te worden gedaan, om te komen tot de theorie, dat het ongewone en onmiddellijke eigenlijk het echte is, en dat, wie God in zijn leven ruimte en de eere van zijn voorzienig bestel geven wil, althans in alle ernstige omstandigheden het gebruik der middelen op zij zetten moet, en lijdelijk Gods doen heeft af te wachten.. . , , )

Dan wordt het, — geheele kringen onder ons volk bewijzen het, belaas — een eisch van geloof en godsvrucht: in ziekte geen arts te roepen; geen bliksemafleider, tot bescherming tegen het hemelvuur, op ziJn huis te zetten; JDij een epidemie zich niet in acht te nemen tegen besmetting; hiüs en have niet tegen brandschade te verzekeren, enz, enz. •

Toegepast op het geestelij'k leven, wordt dit dan de leer, dat ook daar alle werk Gods langs den gewonen weg der middelen wordt uitgeschakeld, en alleen wat buitengewoon en onmiddellijk is, voor echt kan gelden.

Een geleidelijke bekeering, die het beeld toont van langzaam ontkiemen en voortgaanden groei, vindt dan geen genade.

Te vertrouwen is dan alleen een plotselinge omzetting die door hevige schokken tot stand kwam en onder geweldige zielsberoering verliep.

Wat God als vrucht van een godvruchtige opvoeding rijpen deed, gaat in den ban voor „niets dan menschenwerk".

Wat door middel van biddend onderzoek der Schrift aan geestelijk bezit gewonnen werd, .heet een zich-blijmaken met de letter die doodt.

Wat vrucht is van de bediening des Woords, of van catechisatie of schoolonderwijs, geldt voor dominees-of schoolmeesterswerk.

En als echt wordt alleen aanvaard, wat als een bliksemstraal uit den hemel viel en door een „gekregen" tekst werd gewaarmerkt.

„Menscli, hoe ])en je er aan gekomen; wat heb je daarvoor gekregen: '" is de gewone vraag, waarmee men al wie van genade roemen dvirft in zulke kringen, rekenschap van zijn staat afeischt.

Maar daarbij heeft men vergeten, dat de gewone, middellijke wijze van werken bij onzen God, in het geestelijke zoowel als in het natuurlijke, ook inderdaad de gewone i s.

Daarmee heeft men Gode de gehoorzaamheid aan zijn vrijmachtige ordinantie opgezegd, en zich aangematigd Hem een anderen weg voor te schrijven, dan het Hem beliefd heeft voor de verheerlijking zijner genade te kiezen.

En de schuld die men daarmee tegenover het werk (iods op zich laadde, is niet minder groot dan de schade die Incn er in oprechte zielen door aanrichtte.

Zijn we daarom tegen dit doodelijk gevaar toch op onze hoede.

Belieft het onzen God, in ontferming over onze zwaklieden, ons somtijds langs ongewonen weg te hulp te komen, laat er ons Hem te inniger voor danken; maar laat het ons evenmin verlokken, om den gewonen weg der middelen te verachten, als we aan een wonderbare genezing het recht ontleenen om voortaan alle gebruik van medicijn in den ban te doen.

Er is nog een ander gevaar, waaraan zich blootstelt wie uitziet naar het „krijgen" van teksten als het brood waarbij hij leven moet.

Het gevaar, dat hij zich het slachtoffer maakt van inbeelding. Ons hart is arglistiger dan eenig ding.-

Wie in 'zielsbenauwing uitziet naar een invallenden tekst over zijn redding, zal elk Schriftwoord, dat hem invalt licht beschouwen als van Godswege tot hem komend.

Te eerder naarmate het méér overeenkomt met zijn eigen begeeren.

Wie ijeseft niet, lioe de zelfmisleiding hier voor de deur ligt.

En dat ze niet zelden haar slachtoffers maakt, blijkt wie de Schriften kent, gedurig uit de mishandeling, die een „gekregen" tekst naar zin of letter moes-t ondergaan, eer hij zoggen kon wat men er in meende te vinden.

Een vergrijp aan de majesteit van het Woord en van God zelf, waarover men toch niet licht denke.

Want het is geen geringe zonde, door willekeurige opvatting en toepassing van de Schrift onzen God in den mond te leggen wat Hij nooit zeide, door de waarachtigheid van wat Hij sprak te loochenen.

En, afgezien daarvan, aan wat doodelijke zielsgevaren stelt zicli bloot, wie maar aanstonds een invallend.en tekst, die eenig verband schijnt te houden met eigen omstandiglieden, aangTijpt als een belofte of volgt als een vingerwijzing des Heeren.

Want als dan straks die z.g.n. belofte niet uitkomt, of wat men voor een goddelijke aanwijzing hieU, op een dood spoor bleek te brengen, komt bange twijfel óf aan heel onze geestelijke bevinding, tot onzen genadestaat toe, óf aan de waarachtigheid van Gods Woord de bedrogen ziel liestormen, en maakt 'de duivel van dezen twijfel geliruik, om ons, zoo God het niet verhoedt, tot wanhoop te drijven. Elk zielszorger deed er ontroerende ervaringen van op.

Daarom, nog ééns, staan we toch nooit naar h'et ongewone; maar voegen we ons eerbiediglijk naar de ordinantie onzes Gods, en bedenken we, dat het ons godsvrucht en wijsheid zal zijn, te luisteren naar het vermaan des Apostels: „Zijt dan zeer begeerig naar de redelijke en onvervalschte melk, opdat gij door dezelve moogt opwassen".

In het stukje dezer rubriek in No. 18 van ons blad sloop een zinstorende drukfout in. In regel 14 van onderen staat „merk". Dit moet zijn „werk".

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 februari 1927

De Reformatie | 8 Pagina's

Het „krijgen

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 februari 1927

De Reformatie | 8 Pagina's